Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder parketnummer 10/235286-23 primair ten laste gelegde (diefstal in vereniging);
- bewezenverklaring van het onder parketnummer 10/218039-23 ten laste gelegde (diefstal in vereniging met braak), het onder parketnummer 10/235286-23 subsidiair ten laste gelegde (medeplegen van schuldheling) en het onder parketnummer 10/342253-23 ten laste gelegde (medeplegen van brandstichting);
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar, onder de algemene voorwaarde en met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling door de forensische psychiatrische polikliniek De Waag of een soortgelijke zorgaanbieder, te bepalen door de reclassering, begeleid wonen of maatschappelijke opvang, dagbesteding en het meewerken aan middelencontrole;
- met opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden en het uit te oefenen toezicht;
- tenuitvoerlegging van het (resterende deel van het) voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 10/278824-22.
4.Waardering van het bewijs
zonderdat de bijbehorende sleutel zich in het contactslot bevond. Onder die omstandigheden moet de verdachte redelijkerwijze hebben vermoed dat de scooter van diefstal afkomstig was. Dit geldt eens te meer voor de medeverdachte die blijkens de camerabeelden meerdere bijzondere handelingen met de scooter heeft verricht.
[slachtoffer 4] of [slachtoffer 5] of [slachtoffer 20] of [slachtoffer 7] of
[slachtoffer 8] of [slachtoffer 18] of [slachtoffer 10] of [slachtoffer 11] of
[slachtoffer 21] of [slachtoffer 22] of [slachtoffer 23] of [slachtoffer 24] of
[slachtoffer 25] of één of meer andere personen) en (grote) delen van de (beton)constructie en verschillende leidingen (van de waterafvoer en electra en riolering) en verschillende installaties en lampen, althans een deel van de inventaris of infrastructuur en de (buiten)gevel in/van deze garage en een deel van de buitengevel van het bovengelegen wooncomplex toebehorende aan Altera Vastgoed NV of VVE de Groene Kaap of één of meer bewoners van dit wooncomplex) is/zijn verbrand/gesmolten/verschroeid /of rookschade/roetschade/waterschade hebben opgelopen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten gemeen gevaar voor de voornoemde parkeergarage en het bovengelegen wooncomplex en alle daarin aanwezige goederen en levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor anderen, te weten de bewoners van het wooncomplex te duchten was;
io C38) met kenteken [kentekennummer 2] ,
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
5 juli 2024, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
8.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
[benadeelde 1], ter zake van het onder parketnummer 10/235286-23 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 825,00 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
- [benadeelde 2] .vordert een nader te bepalen bedrag (geschat op meer dan
€ 100.000,-) aan materiële schade; - [benadeelde 8]vordert een bedrag van € 100,- aan materiële schade en een bedrag van € 1.500,- aan immateriële schade;
- [benadeelde 9]vordert een bedrag van € 8.949,- aan materiële schade;
- [benadeelde 3]vordert een bedrag van € 500,- aan materiële schade en een bedrag van
€ 1.500,- aan immateriële schade; - [benadeelde 4]vordert een bedrag van € 700,- aan immateriële schade;
- [benadeelde 10]vordert een bedrag van € 1.153,23,- aan materiële schade en een bedrag van € 700,- aan immateriële schade;
- [benadeelde 5]vordert een nader te bepalen bedrag (geschat op meer dan € 100.000,-) aan materiële schade;
- [benadeelde 11]vordert een bedrag van € 500,- tot € 1.000,- aan immateriële schade, dan wel een bedrag dat de rechtbank redelijk acht;
- [benadeelde 6] .vordert een bedrag van € 10.638,04 aan materiële schade;
- [benadeelde 12]vordert een bedrag van € 3.409,- aan materiële schade;
- [benadeelde 13]vordert een bedrag van € 620,30 aan materiële schade;
- [benadeelde 14]vordert een bedrag van € 2.431,- aan materiële schade en een bedrag van
€ 10.000,- aan immateriële schade; - [benadeelde 7]vordert een bedrag van € 250,30 aan materiële schade.
à € 100,-, en dit deel van de vordering genoegzaam is onderbouwd, zal dit deel van de vordering, ondanks de betwisting door de verdediging, worden toegewezen.
à € 350,-en deze schade genoegzaam is onderbouwd, zal dit deel van de vordering, ondanks de betwisting door de verdediging, worden toegewezen.
€ 700,-, zodat de vordering geheel zal worden toegewezen.
€ 1.037,57), de vordering genoegzaam is onderbouwd en door de verdediging niet is weersproken, zal dit deel van de vordering geheel worden toegewezen.
€ 700,-, zodat de vordering zal worden toegewezen.
€ 620,30), de vordering genoegzaam is onderbouwd en door de verdediging niet is weersproken, zal de vordering worden toegewezen.
à€ 1.566,12en dit deel van de vordering genoegzaam is onderbouwd, zal dit deel van de vordering, ondanks de betwisting door de verdediging, worden toegewezen.
à € 250,30), de vordering genoegzaam is onderbouwd en door de verdediging niet is weersproken, zal de vordering worden geheel worden toegewezen.
[benadeelde 10] , [benadeelde 13] , [benadeelde 14] en [benadeelde 7] is de hoofdelijke veroordeling van verdachte en zijn mededader(s) tot vergoeding van hun schade gevorderd. Omdat niet kan worden vastgesteld dat bij het strafbare feit ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend sprake is van medeplegen, is er geen sprake van hoofdelijke aansprakelijkheid.
9.Vordering tenuitvoerlegging
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden;
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
2 (twee) jaren;
- zich gedurende een door de reclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op door de reclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de reclassering, zo vaak en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
- gedurende de proeftijd meewerkt aan urineonderzoek en speekseltest door de reclassering ten behoeve van het beheersen van zijn cannabisgebruik, zo vaak en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- zich gedurende de proeftijd onder behandeling zal laten stellen van de forensische psychiatrische polikliniek De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, en zich zal houden aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling, zo lang de reclassering dat nodig acht;
- gedurende de proeftijd zal verblijven in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering, en zich zal houden aan de huisregels en het (dag-)programma dat deze instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld, zo lang de reclassering dat nodig acht;
- zich gedurende de proeftijd zal inspannen voor het vinden en behouden van dagbesteding in de vorm van betaald werk of het volgen van een opleiding, met een vaste structuur;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
dadelijk uitvoerbaarzijn;
[benadeelde 8] , te betalen een bedrag van
€ 100,- (zegge: honderd euro),bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 27 december 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde 8] te betalen
€ 100,-(
hoofdsom, zegge: honderd euro), bestaande uit materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 december 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 100,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
2 (twee) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 350,- (zegge: driehonderdvijftig euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 27 december 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde 3] te betalen
€ 350,-(
hoofdsom, zegge: driehonderdvijftig euro), bestaande uit materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 december 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 350,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
7 (zeven) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 700,- (zegge: zevenhonderd euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 27 december 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde 4] te betalen
€ 700,- (hoofdsom, zegge: zevenhonderd euro), bestaande uit immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 december 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 700,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
14 (veertien) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 1.737,57 (zegge: duizend zevenhonderd zevenendertig euro en zevenenvijftig eurocent),bestaande uit € 1.037,57 aan materiële schade en € 700,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 27 december 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde 10] te betalen
€ 1.737,57 (hoofdsom, zegge: duizend zevenhonderd zevenendertig euro en zevenenvijftig eurocent), bestaande uit € 1.037,57 aan materiële schade en € 700,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 december 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 1.737,57 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
27 (zevenentwintig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 620,30 (zegge: zeshonderdtwintig euro en dertig eurocent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 27 december 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde 13] te betalen
€ 620,30 (hoofdsom, zegge: zeshonderdtwintig euro en dertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 december 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 620,30 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
12 (twaalf) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 1.566,12 (zegge: vijftienhonderd zesenzestig euro),bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 27 december 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde 14] te betalen
€ 1.566,12 (hoofdsom, zegge: vijftienhonderd zesenzestig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 december 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 1.566,12 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
25 (vijfentwintig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 250,30 (zegge: tweehonderdvijftig euro en dertig eurocent),bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 27 december 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde 7] te betalen
€ 250,30 (hoofdsom, zegge: tweehonderdvijftig euro en dertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 december 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 250,30 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
5 (vijf) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
de gedeeltelijke tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van 10 maart 2023 van de meervoudige kamer van deze rechtbank met parketnummer 10-278824-22 aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke jeugddetentie, aldus dat van die straf het resterende gedeelte, te weten
1 (één) maandjeugddetentie, ten uitvoer wordt gelegd;
[slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 20] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 18] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 21] en/of [slachtoffer 22] en/of [slachtoffer 23] en/of [slachtoffer 24] en/of [slachtoffer 25] en/of één of meer andere personen)
VVE de Groene Kaap en/of één of meer bewoners van dit wooncomplex) is/zijn verbrand/gesmolten/verschroeid en/of rookschade/roetschade/waterschade hebben opgelopen, in elk geval is/zijn beschadigd, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten gemeen gevaar voor de voornoemde parkeergarage en/of de naastgelegen panden en/of het bovengelegen wooncomplex en/of alle daarin aanwezige goederen en/of levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor (een) ander(en), te weten de bewoners van het wooncomplex en/of aanwezigen in de inpandige parkeergarage en/of in de naastgelegen panden en/of overige passanten te duchten was;