ECLI:NL:RBROT:2024:6909

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 juli 2024
Publicatiedatum
25 juli 2024
Zaaknummer
10-080133-24 en 10-335071-23 (gevoegd ttz)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor bedreiging van politieambtenaren en verkeersdelicten

Op 5 juli 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het bedreigen van meerdere politieambtenaren en het veroorzaken van verkeersdelicten. De verdachte, geboren in 1971 en ten tijde van de zitting preventief gedetineerd, werd geconfronteerd met twee parketnummers: 10-080133-24 en 10-335071-23. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op 7 maart 2024 bij het politiebureau Zuidplein bedreigingen had geuit aan het adres van politieambtenaren, waaronder [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]. Tevens had hij op 17 februari 2024 medewerkers van de politie basisteam Feijenoord bedreigd. De verdachte werd ook verantwoordelijk gehouden voor ernstige verkeersovertredingen, waaronder het rijden onder invloed van de verkeersregels, wat leidde tot een aanrijding met een voetganger. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en overtreding van artikel 5a van de Wegenverkeerswet 1994. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 240 dagen, waarvan 119 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en bijzondere voorwaarden. De benadeelde partijen werden niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10-080133-24 en 10-335071-23 (gevoegd ttz)
Datum uitspraak: 5 juli 2024
Tegenspraak
Vonnisvan de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres] , [postcode] [woonplaats] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in
de Penitentiaire Inrichting [naam PI] , locatie [detentielocatie] ,
raadsman mr. J. Looman, advocaat te 's-Gravenhage.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 21 juni 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlasteleggingen is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. P. Wijnands heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van de op de dagvaarding met parketnummer 10-080133-24 ten laste gelegde feiten;
  • bewezenverklaring van het op de dagvaarding met parketnummer 10-335071-23 ten laste gelegde feit;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 240 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 120 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en de bijzondere voorwaarden als door de reclassering geadviseerd.

4.Waardering van het bewijs

Parketnummer 10-335071-23

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
De ten laste gelegde vernieling is door de verdachte bekend en er is geen verweer gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Dit feit zal daarom zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
Parketnummer 10-080133-24
4.2.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering feit 2
De onder feit 2 ten laste gelegde bedreiging heeft de verdachte bekend en er is geen verweer gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Ook dit feit zal daarom zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.3.
Bewijswaardering feiten 1 en 3
De verdediging heeft geen vrijspraak bepleit met betrekking tot het onder 1 en 3 tenlastegelegde, maar de verdachte heeft deze feiten ook niet ondubbelzinnig bekend. Gelet daarop zal de rechtbank nader op de bewezenverklaring van deze feiten ingaan.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat bij de verdachte onvrede leefde over een huisuitzetting in 2019. Hij is daarom op 7 maart 2024 bij het politiebureau Zuidplein binnengelopen, omdat hij een gesprek met korpschef [slachtoffer 1] wenste. Toen dat niet lukte, heeft hij in het politiebureau mondelinge bedreigingen geuit aan het adres van zowel [slachtoffer 1] als [slachtoffer 2] . De verdachte is daarop verzocht het pand te verlaten. Toen de verdachte buiten het politiebureau stond, werd hij door twee agenten, [functionariscode 1] en [functionariscode 2] , weggestuurd waarbij hij wederom bedreigingen uitte. Hij zei onder andere dat hij het bureau zou binnen rijden. De verdachte is vervolgens in zijn auto gestapt en is, tegen de rijrichting in, hard richting de achteringang van het politiebureau gereden. Daar keerde hij zijn auto zodanig dat de voorkant van zijn auto op toegangspoort van de garage van het politiebureau gericht was. De rechtbank is van oordeel dat het rijgedrag, in de context van de eerdere uitlatingen van de verdachte, kwalificeert als een bedreiging. Verder is de rechtbank van oordeel dat op basis van de camerabeelden niet met een voldoende mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat de verdachte op een dusdanige wijze heeft gereden in de richting van de in de tenlastelegging genoemde verbalisanten onder nummer, zodat de verdachte van dit onderdeel partieel zal worden vrijgesproken. De overige onder het eerste feit ten laste gelegde bedreigingen zijn wettig en overtuigend bewezen.
De verdachte is vervolgens weggereden bij het politiebureau en heeft zijn weg vervolgd door Rotterdam. Daarbij heeft hij een reeks aan verkeersovertredingen begaan, waaronder het meermaals door rood rijden en het rechts inhalen van voertuigen. Uiteindelijk heeft het verkeersgedrag geleid tot een aanrijding van een jongetje dat de weg overstak. Hierdoor is de gevaarlijke autorit van de verdachte uiteindelijk geëindigd. De rechtbank acht gelet op de bewijsmiddelen alle ten laste gelegde verkeersgedragingen onder feit 3 bewezen. Uit die bewijsmiddelen volgt dat de verdachte de verkeersregels in ernstige mate heeft geschonden en dat hij dat opzettelijk heeft gedaan waarbij levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor anderen te duchten was. De rechtbank acht op grond van het bovenstaande wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte heeft gehandeld in strijd met artikel 5a WVW.
4.4.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van de wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 en 3 ten laste gelegde feiten van de dagvaarding met parketnummer 10-080133-24 heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde feit van de dagvaarding met parketnummer
10-080133-24 en het ten laste gelegde feit onder de dagvaarding met parketnummer
10-335071-23 heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
Parketnummer 10-080133-24
1.
hij op 7 maart 2024 te Rotterdam meerdere politieambtenaren waaronder [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en verbalisant onder nummer [functionariscode 1] en verbalisant onder nummer [functionariscode 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door
- meerdere politieambtenaren waaronder [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen "Ik ben onrechtmatig uit huis gezet en dit moet worden recht gezet. Als dit niet gebeurt dan maak ik [slachtoffer 1] dood. Ook [slachtoffer 2] de wijkagent. Die maak ik ook af. Ik maak iedereen af, ook jullie. Ik ga jullie koppen omdraaien" en “dat hij het politiebureau binnen zou rijden en iedereen in het bureau kapot ging maken” en “naar huis te gaan om een hamer te halen en iedereen in het gebouw kapot te maken” althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en- zijn auto voor de deur van het politiebureau te draaien waardoor de voorkant van zijn auto op het politiebureau was gericht en/- vervolgens achteruit te rijden en- het aantal toeren van de motor te verhogen;
2.
hij op 17 februari 2024 te Rotterdam medewerkers van de politie basisteam Feijenoord heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die medewerkers van de politie dreigend de woorden toe te voegen "Ik wil dan binnen no time teruggebeld worden, anders pleur ik gewoon een benzinebom bij jullie naar binnen" en "Dit is een bedreiging richting de politie. En het interesseert mij niet.";
3.
hij op 7 maart 2024 te Rotterdam als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, te weten (onder meer)
deWevershoekstraat en
deDordtselaan en
deStrevelsweg en
hetSandelingenplein en de Groene Hilledijk en de Dreef, zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden door
- meermalen met een(zeer) hoge snelheid te rijden en- zijn snelheid niet of onvoldoende aan te passen aan de verkeerssituatie ter plaatse en de snelheid van het door hem bestuurde voertuig niet zodanig te regelen dat hij in staat was dat voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die weg kon overzien en waarover deze vrij was en
- te rijden over een fietsstrook en
- andere voertuigen rechts in te halen en
- aan het tegemoetkomend verkeer geen voorrang te verlenen en
- door de verplichte rijrichting voor rechtdoor niet te volgen en
- door meermaals door rood licht te rijden en
- door met hoge snelheid op een oversteekplaats af te rijden en vervolgens tegen een voetganger te botsen door welke verkeersgedragingen van verdachte levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor anderen te duchten was.
Parketnummer 10-335071-23
hij op 25 oktober 2023 te Schiedam, opzettelijk en wederrechtelijk een ruit die aan Woonplus, toebehoorde heeft vernield.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
Parketnummer 10-080133-24
1: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd;
2: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
3: overtreding van artikel 5a van de Wegenverkeerswet 1994.
Parketnummer 10-335071-35
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort vernielen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft een ruit vernield. Hij heeft dit gedaan uit boosheid en frustratie over zijn uithuiszetting in 2019. Dit feit brengt een gevoel van onveiligheid en overlast mee voor de bewoners van het gebouw, zoals ook blijkt uit de melding. Daarnaast levert het overlast en schade op voor de eigenaar die op dat moment met haar kinderen thuis was. De uithuiszetting in 2019 blijkt ook de aanleiding voor geuite bedreigingen tegen politiemedewerkers. Dit is zowel telefonisch als op het politiebureau zelf gebeurd. Daarnaast heeft de verdachte gedreigd het politiebureau in te rijden en heeft hij dit kracht bijgezet door daadwerkelijk naar de ingang van het bureau te rijden. De verdachte heeft meerdere verbalisanten hierdoor een onveilig gevoel gegeven. Het gedrag van de verdachte getuigt van een ernstig gebrek aan respect voor de politie, die tot taak heeft de openbare orde te handhaven en de veiligheid op straat te bewaren.
Tot slot heeft de verdachte, na het uiten van meerdere bedreigingen, de verkeersregels in ernstige mate geschonden door een grote hoeveelheid verkeersovertredingen achter elkaar te begaan. Door op deze manier te rijden heeft de verdachte niet alleen zichzelf, maar ook andere weggebruikers in gevaar gebracht. Dit gevaar heeft zich ook verwezenlijkt doordat de verdachte een overstekend jongetje heeft aangereden die daarbij, wonderbaarlijk genoeg, geen ernstig letsel heeft opgelopen. Dat er geen ernstigere gevolgen zijn ontstaan, is in ieder geval niet aan het gedrag van de verdachte te danken.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 14 mei 2024, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages
Psychiater [naam psychiater] heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 6 juni 2024. Dit rapport houdt onder meer in dat bij de verdachte sprake is van een autismespectrumstoornis en zwakbegaafdheid. Deze stoornissen waren ook aanwezig ten tijde van het ten laste gelegde. Het advies is om het ten laste gelegde, indien bewezen, in een verminderde mate aan de verdachte toe te rekenen. Het risico op recidive wordt matig tot hoog ingeschat. Geadviseerd wordt om bij een geheel of gedeeltelijk voorwaardelijke straf als bijzondere voorwaarde te stellen dat de verdachte zich gedurende de proeftijd richt naar de aanwijzingen van de reclassering en dat die aanwijzingen inhouden dat hij begeleid wordt bij zijn sociale problematiek en wordt ondersteund in het dagelijkse functioneren.
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 18 juni 2024. Dit rapport houdt onder meer in dat de verdachte bekend is met persoonlijkheidsproblematieken, welke al in 2019 zijn vastgesteld. Binnen de jarenlange zorg- en begeleidingstrajecten is de verdachte niet of nauwelijks ontvankelijk voor gedragsbeïnvloeding. Hij zal daarom afhankelijk blijven van controle en sturing door anderen. De verdachte wordt op dit moment begeleid door GGZ Rijnmond en zij zullen dit contact voortzetten, hetgeen verdachte ook wil. Uit de onderhavige verdenkingen blijkt echter dat deze begeleiding niet afdoende lijkt om het risico op recidive te doen afnemen. Bij een veroordeling wordt dan ook een (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden geadviseerd, te weten een meldplicht, ambulante behandeling met de mogelijkheid tot kortdurende klinische opname, begeleid wonen of maatschappelijke opvang en dagbesteding.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Nu de conclusie van de psychiater gedragen worden door de bevindingen en door hetgeen ook overigens op de terechtzitting is gebleken, neemt de rechtbank die conclusies over. De verdachte wordt dus in verminderde mate toerekeningsvatbaar geacht. Bij de verdachte bestond tijdens het begaan van de feiten een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond in verband waarmee hij in verminderde mate toerekeningsvatbaar wordt geacht.
Gezien de ernst van het de feiten en het strafblad van de verdachte kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank gelet op straffen die in min of meer vergelijkbare zaken zijn opgelegd. Met de psychiater en de reclassering acht de rechtbank begeleiding en bijzondere voorwaarden noodzakelijk. Daarom zal de rechtbank een deel van de voorgenomen straf in voorwaardelijke vorm opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, zullen de op te leggen bijzondere voorwaarden, inhoudende een meldplicht, ambulante behandeling, begeleid wonen of maatschappelijke opvang, dagbesteding en het op te leggen reclasseringstoezicht, dadelijk uitvoerbaar worden verklaard. Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Vorderingen benadeelde partijen

Als benadeelde partijen hebben zich in het geding gevoegd verbalisanten [functionariscode 1] en [functionariscode 2] ter zake van het door de verdachte in hun richting rijden met zijn auto, ten laste gelegd onder feit 1 van parketnummer 10-080133-24. Zij vorderen beiden een vergoeding van € 700,- aan immateriële schade.
8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat beide vorderingen toegewezen dienen te worden. Zij vordert de schadevergoedingsmaatregel daarbij op te leggen.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft verzocht de vorderingen niet-ontvankelijk te verklaren omdat de verdachte niet de intentie heeft gehad de verbalisanten aan te rijden. Daarbij stonden de verbalisanten, zoals zij zelf hebben opgeschreven, veilig achter andere auto’s.
8.3.
Beoordeling
De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het inrijden op de verbalisanten en dat is juist de gedraging waar de vorderingen op zien. Gelet daarop zullen de vorderingen niet-ontvankelijk worden verklaard.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikel 14a, 14b, 14b, 57, 285 en 350 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 5a en 176 van de Wegenverkeerswet 1994.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart
bewezen, dat de verdachte de onder parketnummer 10-080133-24 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart
bewezen, dat de verdachte het onder parketnummer 10-335071-23 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 240 (tweehonderdveertig) dagen;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 119 (honderdnegentien) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd,tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
1.
meldplicht:de veroordeelde meldt zich binnen 3 dagen na het ingaan van de proeftijd bij Antes Reclassering op het adres Marconistraat 2, 3029 AK Rotterdam. Hij blijft zich melden op afspraken van de reclassering, zo vaak en zo lang de reclassering dat nodig vindt;
2.
ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname):de veroordeelde laat zich indien daartoe noodzaak bestaat vanuit de reclassering danwel vanuit betrokkene zelf, behandelen door Antes/GGZ Rijnmond of een soortgelijke zorgverlener te bepalen door de reclassering. De behandeling start zo snel als noodzakelijk en mogelijk is. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen.
Bij verslechtering van het psychiatrische ziektebeeld kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende opname voor crisisbehandeling, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende opname indiceert, zal de veroordeelde zich, na goedkeuring door de rechter, laten opnemen in een zorginstelling voor zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing in forensische zorg, bepaalt in welke zorginstelling de opname plaatsvindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt;
3.
begeleid wonen of maatschappelijke opvang: de veroordeelde verblijft in een woonvoorziening vanuit Antes/GGZ Rijnmond of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering en laat zich door hen dan wel een andere instelling begeleiden. Het verblijf/de begeleiding duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
4.
dagbesteding: de veroordeelde spant zich in voor het vinden en behouden van dagbesteding in afstemming met GGZ Rijnmond dan wel betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag.
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de genoemde bijzondere voorwaarden en het aan genoemde reclasseringsinstelling opgedragen toezicht
dadelijk uitvoerbaarzijn;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van de dag waarop de totale duur van de tot dan toe ondergane verzekering en voorlopige hechtenis gelijk zal zijn aan die van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde 1]
niet-ontvankelijkin de vordering;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde 2]
niet-ontvankelijkin de vordering.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.M. van Beckhoven, voorzitter,
en mrs. L.J.M. Janssen en B. Verheesen, rechters,
in tegenwoordigheid van mrs. L. Hessing en M.M. Voorwinden, griffiers,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De eerste griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlasteleggingen
10-080133-24
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 7 maart 2024 te Rotterdam
een of meerdere politieambtenaren waaronder [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
en/of verbalisant onder nummer [functionariscode 1] en/of verbalisant onder nummer [functionariscode 2] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door
- een of meerdere politieambtenaren waaronder [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
dreigend de woorden toe te voegen "Ik ben onrechtmatig uit huis gezet en dit moet worden recht gezet. Als dit niet gebeurt dan maak ik [slachtoffer 1] dood. Ook [slachtoffer 2] de wijkagent. Die maak ik ook af. Ik maak iedereen af, ook jullie. Ik ga jullie koppen omdraaien" en/of “dat hij het politiebureau binnen zou rijden en iedereen in het bureau kapot ging maken” en/of “naar huis te gaan om een hamer te halen en iedereen in het gebouw kapot te maken” althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- zijn auto voor de deur van het politiebureau te draaien waardoor de voorkant van zijn auto op het politiebureau was gericht en/of
- ( vervolgens) achteruit te rijden en/of
- het aantal toeren van de motor te verhogen en/of meermaals althans eenmaal richting verbalisant onder nummer [functionariscode 1] en/of verbalisant onder nummer [functionariscode 2] te rijden;
2
hij op of omstreeks 17 februari 2024 te Rotterdam
een of meer medewerkers van de politie basisteam Feijenoord heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door die medewerkers van de politie dreigend de woorden toe te voegen "Ik wil dan binnen no time teruggebeld worden, anders pleur ik gewoon een benzinebom bij jullie naar binnen" en/of "Dit is een bedreiging richting de politie. En het interesseert mij niet.", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
3
hij op of omstreeks 7 maart 2024 te Rotterdam als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, te weten (onder meer) Wevershoekstraat en/of Dordtselaan en/of Strevelsweg en/of Sandelingenplein en/of de Groene Hilledijk en/of de Dreef, zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden door
- meermalen met (een)(zeer) hoge snelhe(i)d(en), althans met (telkens) een (veel) hogere snelheid dan de ter plaatse geldende maximumsnelheid te rijden en/of
- zijn snelheid niet of onvoldoende aan te passen aan de verkeerssituatie te plaatse en/of de snelheid van het door hem bestuurde voertuig niet zodanig te regelen dat hij in staat was dat voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die weg kon overzien en waarover deze vrij was en/of
- te rijden over een fietsstrook en/of
- andere voertuigen rechts in te halen en/of
- aan het tegemoetkomend verkeer geen voorrang te verlenen en/of
- door de verplichte rijrichting voor rechtdoor niet te volgen en/of
- door meermaals althans eenmaal door rood licht te rijden en/of
- door met hoge snelheid op een oversteekplaats af te rijden en/of vervolgens tegen een voetganger te botsen
door welke verkeersgedraging(en) van verdachte levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor (een) ander(en) te duchten was.
10-335071-23
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 25 oktober 2023 te Schiedam,
opzettelijk en wederrechtelijk een ruit en/of een deur, in elk geval enig goed,
dat/die geheel of ten dele aan Woonplus, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft
vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.