ECLI:NL:RBROT:2024:689

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 januari 2024
Publicatiedatum
5 februari 2024
Zaaknummer
C/10/672391 / FA RK 24-468
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing machtiging tot voortzetting van crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 25 januari 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had verzocht om de voortzetting van de op 21 januari 2024 opgelegde crisismaatregel voor betrokkene, die zonder vaste woon- of verblijfplaats was en op dat moment verbleef in de Antes Kliniek te Rotterdam. Tijdens de mondelinge behandeling op 25 januari 2024 waren betrokkene en zijn advocaat, mr. G. Ozveren, aanwezig, evenals een psychiater van de kliniek. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene was opgenomen met een crisismaatregel en gesepareerd was. Uit de stukken en de mondelinge behandeling bleek dat betrokkene weigerde te praten, te eten en te drinken. Hij had een incident gehad waarbij hij een omstander had geslagen na een conflict. De psychiater concludeerde dat er geen aanleiding was voor een voortzetting van de crisismaatregel, omdat betrokkene tijdens de gesprekken niet psychotisch werd bevonden en op een later moment weer normaal gedrag vertoonde.

De rechtbank oordeelde dat niet was voldaan aan de criteria voor verplichte zorg volgens de Wvggz, omdat er geen vermoedelijke psychische stoornis was vastgesteld. Daarom werd het verzoek van de officier van justitie afgewezen. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter S.L. Raphael en schriftelijk uitgewerkt op 5 februari 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/672391 / FA RK 24-468
Referentienummer: [nummer01]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 25 januari 2024 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[betrokkene01] ,
geboren op [geboortedatum01] 1996 te [geboorteplaats01] , [geboorteland01] ,
hierna: betrokkene,
zonder vaste woon- of verblijfplaats,
op dit moment verblijvende in Antes Kliniek Rotterdam Alexander te Rotterdam,
advocaat mr. G. Ozveren te Rotterdam.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 22 januari 2024, heeft de officier verzocht om voortzetting van de op 21 januari 2024 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 21 januari 2024;
  • de medische verklaring opgesteld door [psychiater01] , psychiater, van 20 januari 2024;
  • het overzicht waaruit blijkt dat niet eerder een machtiging op grond van de Wvggz is afgegeven;
  • de relevante politie-, strafvorderlijke en justitiële gegevens van betrokkene.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 25 januari 2024. Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • [psychiater02] , psychiater, verbonden aan Antes.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden met behulp van een tolk Roemeens.
1.3.
De officier is niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2.Beoordeling

2.1.
Betrokkene is opgenomen met een crisismaatregel en is gesepareerd. Uit de stukken en de mondelinge behandeling is het volgende gebleken. Betrokkene weigerde na opname te praten, te eten en te drinken. Hij protesteerde daarmee, aldus de behandelaar. De behandelaar heeft betrokkene maandag gesproken, ook buiten de separeer. Betrokkene heeft toen kunnen vertellen wat er is gebeurd. Betrokkene was op straat met een bezorgfiets (bijna) tegen iemand aan gereden. De persoon in kwestie was geschrokken en zij en betrokkene hebben dat uitgesproken. Een omstander stond te bellen en begon betrokkene uit te schelden. Dat was voor betrokkene de druppel die de emmer deed overlopen: toen de omstander zich omdraaide om weg te lopen heeft betrokkene hem op het achterhoofd geslagen. Daarop is de politie gekomen. Het gesprek met de politie verliep stroef. De politie beoordeelde betrokkene als ‘in de war’ en namen hem mee naar het politiebureau. Bij het fouilleren in spreidstand heeft een agent een tik tegen de voet van betrokkene gegeven, waarop betrokkene naar achteren heeft geschopt. Daarop is de crisisdienst gebeld. Betrokkene weigerde in gesprek te gaan. Op de vraag van de onafhankelijk psychiater of betrokkene achtervolgd werd, heeft hij bevestigend geknikt. Volgens de onafhankelijk psychiater een mogelijke aanwijzing voor een paranoïde psychotisch proces. Daarnaast was betrokkene volgens de onafhankelijk beoordelaar zeer oninvoelbaar en geladen. De behandelaar verklaart dat betrokkene tijdens het gesprek op maandag niet psychotisch werd bevonden, dinsdag begon betrokkene te eten en te drinken. Op woensdag werd tijdens een gesprek een zeer vriendelijke jongeman gezien. De conclusie van de behandelaar was dat er sprake was van een misverstand. De psychiater verklaart tijdens de mondelinge behandeling op donderdag geen aanleiding te zien tot een voortzetting van de crisismaatregel. De advocaat bepleit afwijzing van het verzoek.
2.2.
Gelet op het voorgaande oordeelt de rechtbank dat niet is voldaan aan de criteria voor verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz, nu geen sprake is van een vermoedelijke psychische stoornis. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

3.Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek af.
Deze beschikking is op 25 januari 2024 mondeling gegeven door mr. S.L. Raphael, rechter, in tegenwoordigheid van mr. I.A. Tazelaar, griffier, en op 5 februari 2024 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.