Op 25 januari 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had verzocht om de voortzetting van de op 21 januari 2024 opgelegde crisismaatregel voor betrokkene, die zonder vaste woon- of verblijfplaats was en op dat moment verbleef in de Antes Kliniek te Rotterdam. Tijdens de mondelinge behandeling op 25 januari 2024 waren betrokkene en zijn advocaat, mr. G. Ozveren, aanwezig, evenals een psychiater van de kliniek. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene was opgenomen met een crisismaatregel en gesepareerd was. Uit de stukken en de mondelinge behandeling bleek dat betrokkene weigerde te praten, te eten en te drinken. Hij had een incident gehad waarbij hij een omstander had geslagen na een conflict. De psychiater concludeerde dat er geen aanleiding was voor een voortzetting van de crisismaatregel, omdat betrokkene tijdens de gesprekken niet psychotisch werd bevonden en op een later moment weer normaal gedrag vertoonde.
De rechtbank oordeelde dat niet was voldaan aan de criteria voor verplichte zorg volgens de Wvggz, omdat er geen vermoedelijke psychische stoornis was vastgesteld. Daarom werd het verzoek van de officier van justitie afgewezen. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter S.L. Raphael en schriftelijk uitgewerkt op 5 februari 2024.