ECLI:NL:RBROT:2024:6849

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 juli 2024
Publicatiedatum
23 juli 2024
Zaaknummer
10/188811-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak poging doodslag en ontploffing, maar bewezen bedreiging en explosies in vereniging

In de zaak tegen de verdachte, geboren in 2004 en ten tijde van het onderzoek preventief gedetineerd, heeft de rechtbank Rotterdam op 18 juli 2024 uitspraak gedaan. De verdachte werd vrijgesproken van de poging tot doodslag en het in vereniging teweegbrengen van een ontploffing, maar werd wel schuldig bevonden aan bedreiging door het beschieten van een woning en het in vereniging veroorzaken van explosies bij meerdere woningen en bedrijfspanden in Nederland. De rechtbank oordeelde dat de verdachte als chauffeur een onmisbare schakel was in de uitvoering van de explosies, waarbij levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel te duchten waren. De verdachte kreeg een gevangenisstraf van 7 jaar en 6 maanden opgelegd, met verbeurdverklaring van in beslag genomen telefoons. De vorderingen van benadeelde partijen werden gedeeltelijk toegewezen, niet-ontvankelijk verklaard of afgewezen. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, en dat de verdachte zijn eigen belang boven de veiligheid van anderen had gesteld. De uitspraak is gedaan in tegenspraak, na een uitgebreid onderzoek op de terechtzitting.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummers: 10/188811-23
Datum uitspraak: 18 juli 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2004,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres 1] te ( [postcode] ) [plaats] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de
Penitentiaire Inrichting te [naam PI] ,
raadsman mr. R.P.A. Kint, advocaat te Zoetermeer.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 4 juli 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de vordering nadere omschrijving tenlastelegging, waarbij de oorspronkelijke opgave van de feiten als bedoeld in artikel 261, derde lid van het Wetboek van Strafvordering op vordering van de officier van justitie ter terechtzitting van 8 november 2023 is gewijzigd. Ter terechtzitting van 4 juli 2024 is de tenlastelegging overeenkomstig de vordering van de officier van justitie wederom gewijzigd. De tekst van deze nader omschreven en gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
Kort gezegd komt de verdenking erop neer dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de volgende strafbare feiten:
  • Feit 1: het in vereniging beschieten van een woning in Rotterdam (primair: poging tot moord/doodslag/toebrengen zwaar lichamelijk letsel, subsidiair: bedreiging);
  • Feiten 2 tot en met 10: het in vereniging teweeg brengen van een ontploffing door het plaatsen van explosieven bij woningen of bedrijfspanden in Rotterdam, Elburg, Melick, Venlo, Fijnaart, Alblasserdam, Schiedam, Capelle aan den IJssel en Reuver.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. M. Kruit heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het onder 1 primair ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van het onder 1 subsidiair en het onder 2 tot en met 10 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 jaren, met aftrek van voorarrest;
  • verbeurdverklaring van de in beslag genomen telefoon.

4.Waardering van het bewijs

Aan de verdachte zijn 10 feiten ten laste gelegd. De rechtbank zal de feiten in de volgende volgorde bespreken:
4.1
Feit 1 primair (zaaksdossier Tollen)
4.2
Feit 1 subsidiair (zaaksdossier Tollen)
4.3
Feit 10 (zaaksdossier Reuver)
4.4
Feiten 2 tot en met 9 (zaaksdossiers Jensius, Puka, Elburg, Melick, Venlo, Fijnaart/Alblasserdam, Kool en Erica).
4.1.
Feit 1 primair: vrijspraak zonder nadere motivering (zaaksdossier Tollen)
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder 1 primair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte van de poging doodslag of toebrengen zwaar lichamelijk letsel door het beschieten van de woning zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
4.2.
Feit 1 subsidiair: bewijswaardering inzake zaaksdossier Tollen, beschieting van een woning in Rotterdam)
4.2.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van de ten laste gelegde bedreiging door het medeplegen van de beschieting van de woning. Niet kan worden bewezen dat de verdachte een andere rol heeft gehad dan die van chauffeur. Op grond van de camerabeelden kan niet worden vastgesteld dat de persoon die daarop te zien is dezelfde broek en schoenen draagt als die bij de verdachte zijn aangetroffen. Het gaat bovendien om zeer populaire schoenen en om een broek van een populair merk. Er zijn geen andere kenmerken zichtbaar op de camerabeelden op basis waarvan de verdachte kan worden herkend.
4.2.2.
Beoordeling door de rechtbank
In de nacht van 15 op 16 juli 2023 is de woning aan de [adres 2] te Rotterdam beschoten. De bewoonster was op dat moment niet thuis. Ter plaatse heeft de politie een gat in het raam van de woning geconstateerd. Er zijn vier patroonhulzen aangetroffen.
Uit de beschikbare camerabeelden van een garage gelegen aan de [adres 2] kan worden afgeleid dat er twee verdachten betrokken zijn bij dit incident. Verdachte 1 draagt een grijze outfit, met op de linker broekspijp een oplichtende strip aan de onderkant. Verder draagt verdachte 1 opvallende schoenen die bestaan uit meerdere vlakken en een dikke witte zool. Verdachte 2 heeft eveneens een grijze outfit aan en draagt opvallende sportschoenen waarop meerdere vlakken zichtbaar zijn. Te zien is dat omstreeks 02:44 uur verdachte 1 zijn linkerhand beweegt richting het pand aan de [adres 2] . Verdachte 2 loopt richting het pand en verdachte 1 lijkt dit te filmen. Vervolgens rennen beide verdachten omstreeks 02:45 uur weg.
In diezelfde nacht is vlak voor (02:35 uur) en kort na (02:46 uur) de beschieting van de woning een wit voertuig in de directe omgeving gesignaleerd. Uit onderzoek blijkt dat dit een Hyundai i10 betreft. De verdachte heeft verklaard dat hij die nacht als bestuurder van een Hyundai i10 naar het betreffende adres is gereden en in de auto heeft gewacht.
De verklaring van de verdachte – dat hij in de auto heeft gewacht – acht de rechtbank niet geloofwaardig. Daartoe acht de rechtbank van belang dat de verdachte tijdens zijn aanhouding schoenen droeg die sterke gelijkenissen vertonen met de schoenen die één van de verdachten, die op de beelden is te zien, droeg bij de beschieting van de voornoemde woning. In de woning van de verdachte werd daarnaast een broek aangetroffen met een oplichtende streep ter hoogte van de enkel. Eenzelfde soort broek werd eveneens op de camerabeelden gesignaleerd en werd gedragen door de persoon (verdachte 1) die toen ook de genoemde schoenen droeg. Op grond daarvan, in combinatie met de verklaring van de verdachte dat hij ter plaatse is geweest en het tijdstip van de beschieting van de woning, kan het niet anders zijn dan dat het de verdachte is geweest die te zien is op de camerabeelden.
De rechtbank is van oordeel dat de aard van de handelingen van de verdachte in de gegeven omstandigheden het medeplegen van een bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht opleveren.
4.2.3.
Conclusie
Het onder 1 subsidiair ten laste gelegde is wettig en overtuigend bewezen.
4.3.
Feit 10: vrijspraak (zaaksdossier Reuver, explosie in Reuver)
4.3.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 10 ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen. Op basis van de afstand van Spijkenisse naar Reuver, het gezamenlijk verplaatsen van de telefoons van de verdachte en de medeverdachte [medeverdachte] (hierna: [medeverdachte] ) en de aangetroffen foto van de medeverdachte op de telefoon van de verdachte, kan het niet anders zijn dan dat zij samen in Reuver waren in de nacht van de explosie. Nu de verdachte daar bewust naartoe is gereden, moet hij weet hebben gehad van een explosie.
4.3.2.
Beoordeling door de rechtbank
In de nacht van 6 maart 2023 vindt er om 02:07 uur een ontploffing plaats bij een woning aan de [adres 3] in Reuver. Deze explosie is ontstaan door het tot ontploffing brengen van een Super Cobra 6, terwijl deze vastzat aan meerdere plastic flesjes met motorbenzine. De doppen van deze flesjes bleken DNA-materiaal te bevatten dat overeenkomt met het DNA van de medeverdachte [medeverdachte] . Verder herkende de politie de medeverdachte op camerabeelden die voorafgaand aan de explosie zijn gemaakt met een videodeurbel.
Uit een proces-verbaal van bevindingen van de politie ( [proces-verbaalnummer] ) blijkt dat de telefoon van de medeverdachte op 5 maart 2023 tussen 23:00 uur en 23:59 uur verbinding heeft gemaakt met zendmasten in Spijkenisse: de woonplaats van de medeverdachte. Vervolgens maakte de telefoon op 6 maart 2023 omstreeks 01:16 uur verbinding met een zendmast in Moergestel en kort daarna, omstreeks 01:46 uur en 02:22 uur, met een zendmast in Tegelen. Tegelen bevindt zich in de nabije omgeving van Reuver: de plek van de explosie.
De telefoon van de verdachte lijkt op het eerste gezicht eenzelfde route te hebben afgelegd: zijn telefoon maakte op 5 maart 2023 eveneens verbinding met een zendmast in Spijkenisse tussen 23:00 uur en 23:59 uur en vervolgens verplaatste de telefoon zich via Moergestel (00:20 uur) naar Tegelen (2:00 uur) op 6 maart 2023. De verdachte heeft enige betrokkenheid bij de explosie in Reuver ontkend, maar heeft verklaard die nacht vanuit Spijkenisse te zijn gereden om een vriend in Duitsland op te halen.
Op grond van het voorgaande stelt de rechtbank vast dat de verdachte en de medeverdachte in de nacht van 5 op 6 maart 2023 inderdaad eenzelfde route hebben afgelegd. Echter, uit de zendmastgegevens kan niet worden geconcludeerd dat zij in dezelfde auto hebben gereden of dat de verdachte ten tijde van de explosie met de medeverdachte in Reuver is geweest. Uit de hiervoor genoemde gegevens blijkt namelijk dat de telefoon van de verdachte ongeveer 3 kwartier eerder dan de telefoon van de medeverdachte verbinding maakt in Moergestel, terwijl zijn telefoon ongeveer een kwartier later dan de telefoon van de medeverdachte een zendmast in Tegelen aanstraalt. De telefoon van de verdachte bevindt zich om 02:00 uur in Tegelen, terwijl ongeveer 7 minuten later de explosie in Reuver, op ongeveer 10 km afstand van Tegelen, plaatsvindt. Het is niet aannemelijk dat de verdachte die afstand in zo’n korte tijd heeft kunnen afleggen. De telefoon van de verdachte straalt bovendien op 6 maart 2023 omstreeks 03:33 uur een zendmast in Papendrecht aan, terwijl de telefoon van de medeverdachte slechts 16 minuten daarvoor nog een zendmast in Tilburg aanstraalt.
Het scenario dat de verdachte en de medeverdachte die nacht in een andere auto hebben gereden, kan op grond van het dossier derhalve niet buiten redelijke twijfel worden uitgesloten. Nu het dossier geen ander bewijsmiddel bevat voor de betrokkenheid van de verdachte aan dit feit, zal de verdachte hiervan dan ook worden vrijgesproken.
4.3.3.
Conclusie
Het onder 10 ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
4.4.
Bewijswaardering (feiten 2 tot en met 9: meerdere explosies in verschillende steden)
4.4.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte integraal dient te worden vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. Daartoe is aangevoerd dat de rol van de verdachte – die van chauffeur – niet kan worden gekwalificeerd als medeplegen, maar slechts als medeplichtigheid.
Ten aanzien van het zaaksdossier Venlo (feit 6) is aangevoerd dat de bevindingen op basis van de camerabeelden onvoldoende onderscheidend zijn om vast te stellen dat de verdachte de persoon is op die beelden en dat hij derhalve een andere rol heeft gehad dan die van chauffeur. Ook het DNA-materiaal dat is aangetroffen in het zaaksdossier Erica (feit 9) kan niet tot een andere conclusie leiden. De verdachte heeft verklaard dat hij het flesje op verzoek van de uitvoerders aan hen heeft (door)gegeven van de voorstoel naar de achterbank van de auto. De live-foto die in het zaaksdossier Jensius (feit 2) op de telefoon van de verdachte is aangetroffen, is gemaakt door één van zijn medeverdachten. Ook dit kan niet tot een andere conclusie ten aanzien van de rol van de verdachte in het geheel leiden.
Ten slotte heeft de verdediging in de zaaksdossiers Puka (feit 3), Melick (feit 5), Fijnaart (feit 7), Kool (feit 8), Venlo (feit 6) en Erica (feit 9) aangevoerd dat er geen levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel te duchten is geweest.
4.4.2.
Beoordeling door de rechtbank
Vaststaande feiten en omstandigheden
De verdachte heeft ter terechtzitting bekend dat hij als chauffeur betrokken is geweest bij de hiervoor genoemde explosies. Hij moest, naar eigen zeggen, van A naar B rijden en wist vanaf het begin dat het hierbij om explosies zou gaan. Hiervoor zou hij een bedrag van
€ 200,- per rit krijgen.
Naast deze verklaring, gaat de rechtbank uit van de volgende feiten en omstandigheden ten aanzien van de navolgende feiten op grond van de bewijsmiddelen, zoals opgenomen in bijlage II van dit vonnis.
Feit 2 (zaaksdossier Jensius)
In de nacht van 15 juli 2023 heeft er een explosie plaatsgevonden aan de [adres 2]
te Rotterdam. Aangeefster [slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij op de bank zat toen
zij flitsen en een bal met daaraan een roodkleurig lont zag. Even later hoorde zij een klap en
zag zij veel rookontwikkeling. Uit forensisch onderzoek blijkt dat de brand in de woning is
ontstaan, waarbij het gehele interieur van de woning verloren is gegaan, door een shell die
in de woning terecht is gekomen. Deze brand had bij inademing van vrijgekomen gassen
ernstig letsel en de dood kunnen veroorzaken. Aangeefster heeft doodsangsten uitgestaan.
Ook was er gemeen gevaar voor goederen te duchten.
Feit 3 (zaaksdossier Puka)
In dezelfde nacht heeft er een explosie plaatsgevonden aan de [adres 4] te
Rotterdam. De bewoner van dit pand was op dat moment niet in de woning. Uit forensisch
onderzoek blijkt dat de brand is ontstaan door het inbrengen, dan wel achterlaten van een
ontbrandbare vloeistof in combinatie met open vuur. Hierdoor is in ieder geval gemeen
gevaar voor goederen te duchten geweest.
Feit 4 (zaaksdossier Elburg)
Op 9 juli 2023 is er een explosie geweest aan de [adres 5] in Elburg. Aangever
[slachtoffer 2] lag die nacht te slapen toen hij wakker werd van een harde knal. Hij zag
dat zijn gordijnen in brand stonden en heeft de brand geblust. Uit forensisch onderzoek
blijkt dat de brand vermoedelijk is ontstaan door het exploderen van een Super Cobra 6.
Daardoor is sprake geweest van levensgevaar en zwaar lichamelijk letsel en ook is er
gemeen gevaar voor goederen geweest.
Feit 5 (zaaksdossier Melick)
Op 7 juli 2023 heeft er bij de woning aan de [adres 6] te Melick eveneens een explosie
plaatsgevonden. Aangever [slachtoffer 3] heeft verklaard dat hij lag te slapen en wakker
werd door een harde knal en rooklucht. Hij zag dat raam gesprongen was en dat de pui
brandde. Uit forensisch onderzoek blijkt dat de explosie vermoedelijk is veroorzaakt door
vuurwerk. Na de ontploffing van het vuurwerk is er brand in/bij de woning ontstaan. Gezien
de bouwwijze van het appartementencomplex en de woning kan gesteld worden dat
sprake is geweest van gemeen gevaar voor goederen en personen en uitbreiding van de
brand. Er is dus sprake geweest van levensgevaar, gevaar voor zwaar lichamelijk letsel en
gemeen gevaar voor goederen.
Feit 6 (zaaksdossier Venlo)
In Venlo hebben er in de nacht van 6 juli 2023 twee explosies plaatsgevonden aan de
[adres 7] en aan de [adres 8] . Op deze adressen verblijven ’s nachts geen
mensen. Uit forensisch onderzoek blijkt dat beide explosies zijn veroorzaakt doordat een
fles gevuld met brandbare vloeistof tot ontploffing is gebracht. Hierdoor is in ieder geval
sprake geweest van gemeen gevaar voor goederen in het geval van de explosie aan de
[adres 8] . In het geval van de explosie aan de [adres 7] is er gezien de ligging met een
bovengelegen woning sprake van gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar voor
personen.
Feit 7 (zaaksdossier Fijnaart/Alblasserdam)
Op 23 juni 2023 hebben er in Fijnaart en Alblasserdam wederom twee explosies
plaatsgevonden. De bewoner van de [adres 9] te Fijnaart heeft verklaard dat hij
en zijn gezin lagen te slapen toen zijn vriendin een harde klap hoorde. Vervolgens zag hij
dat de deurmat en de deur van de meterkast in brand stonden. Uit forensisch onderzoek
blijkt dat de brand vermoedelijk is ontstaan door het opzettelijk bij brengen van open vuur,
vergezeld van een ontbrandbare vloeistof.
Ook de bewoners van de [adres 10] te Alblasserdam lagen te slapen toen zij in de
nacht van 23 juni 2023 omstreeks 03:30 uur een knal hoorden. Zij roken een chemische
lucht en zagen dat er een brand bij de voordeur was ontstaan. Forensisch onderzoek heeft
uitgewezen dat er een vuurwerk brandstof combinatie direct tegen de voordeur is geplaatst.
Hierdoor is niet alleen gemeen gevaar voor goederen ontstaan, maar bij beide explosies
ook levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel.
Feit 8 (zaaksdossier Kool)
In de nacht van 21 juni 2023 heeft er een explosie plaatsgevonden bij het garagebedrijf [naam garagebedrijf]
aan de [adres 11] in Schiedam. Uit forensisch onderzoek blijkt dat ook hier
gebruik is gemaakt van een vuurwerk brandstof combinatie. Hierdoor is in ieder geval
gemeen gevaar voor goederen te duchten geweest. Er zitten ook aanwijzingen in het dossier
dat er één of meerdere mensen in de garage sliepen vanwege bedreigingen. Daarnaast blijkt
ook uit het forensisch onderzoek dat er ook levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk
letsel te duchten is geweest.
Feit 9 (zaaksdossier Erica)
In de nacht van 8 mei 2024 heeft er een explosie plaatsgevonden bij de voordeuren van de
woningen aan de [straatnaam] [huisnummer A] en [huisnummer B] te Capelle aan den IJssel. Een getuige was die nacht op
straat toen zij een harde knal hoorde. Bij de woning aan de [straatnaam] zag zij een grote
rookwolk en rook zij de geur van benzine. In de woning op nummer [huisnummer B] lag op dat moment
een gezin te slapen. De bewoner van nummer [huisnummer A] was niet thuis. Uit forensisch onderzoek
blijkt dat deze ontploffing mogelijk is veroorzaakt door een brandbom gevuld met benzine
en een stuk illegaal vuurwerk. Door de brand was in ieder geval gemeen gevaar voor
goederen aanwezig en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel te duchten.
Medeplegen
De rechtbank ziet zich voorts voor de vraag gesteld of de verdachte, die als chauffeur heeft gefungeerd, als medepleger van de strafbare feiten kan worden beschouwd. Medeplegen aan een strafbaar feit kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Ook indien het tenlastegelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering tijdens het begaan van het strafbare feit, maar uit gedragingen die doorgaans met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht, kan sprake zijn van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking. De materiële en/of intellectuele bijdrage van de verdachte aan het strafbare feit zal dan wel van voldoende gewicht moeten zijn.
Zoals hiervoor al is weergegeven, is de verdachte bij de hiervoor beschreven explosies aanwezig geweest als chauffeur. De verdachte heeft verklaard dat hij zich soms voorbereidde door digitaal een foto van een woning en de te rijden route op te zoeken. Vervolgens heeft hij ook soms van tevoren een plek gezocht waar hij de auto neer kon zetten. Ook was hij vanaf het begin op de hoogte van het doel van zijn ritten. De verdachte is aldus actief betrokken geweest bij zowel de voorbereiding als het uitvoeren van de hiervoor beschreven explosies. Zijn rol was namelijk essentieel voor het laten slagen van de actie. Hij heeft binnen een zeer korte tijd een groot aantal ritten uitgevoerd, met het uitvoeren van een gemeenschappelijk doel: het veroorzaken van explosies bij woningen of bedrijfspanden, verspreid door heel Nederland. Er was telkens sprake van een duidelijke rolverdeling, zoals ook door de verdachte is verklaard. Het was de taak van de verdachte om de anderen, die het explosief plaatsten en afstaken, te rijden naar de locaties en hen daar vervolgens ook weer zo snel mogelijk weg te rijden. Hij kreeg hiervoor bovendien een vergoeding. De verdachte is daarmee, zoals gezegd, telkens een onmisbare schakel bij de ten laste gelegde explosies geweest. Daarom is sprake van een dermate nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en zijn mededaders dat van medeplegen gesproken moet worden. Immers, zonder chauffeur, geen explosies.
Levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel
Om levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel te kunnen aannemen, is vereist dat uit de inhoud van de wettige bewijsmiddelen volgt dat dit gevaar ten tijde van de explosies naar algemene ervaringsregels voorzienbaar moet zijn geweest. Gelet op het tijdstip waarop de explosies hebben plaatsgevonden (in de nachtelijke uren), het feit dat de bewoners in sommige gevallen in hun woningen aanwezig waren (en naar alle waarschijnlijkheid lagen te slapen) en de locatie waarbij de explosies tot ontploffing zijn gebracht (de voordeur), is de rechtbank van oordeel dat naar algemene ervaringsregels gemeten voor de verdachte en zijn medeverdachten voorzienbaar moet zijn geweest dat door hun handelen levensgevaar voor de bewoners van die woning, voor bewoners van aangrenzende panden en voor eventuele passanten te duchten was. Het feit dat een enkele bewoner niet in de woning aanwezig was, doet hieraan niet af, nu de verdachte en zijn medeverdachten op geen enkele manier rekening hebben gehouden met de bewoners van de panden. Het verweer dat door de verdediging in de zaaksdossiers Puka (feit 3), Melick (feit 5), Venlo (feit 6), Fijnaart (feit 7) en Erica (feit 9) is gevoerd, wordt derhalve verworpen.
4.4.3.
Conclusie
Het onder 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 is wettig en overtuigend bewezen.
4.5.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 (subsidiair), 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1. (zaaksdossier Tollen)hij op 16 juli 2023 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een ander, [slachtoffer 1] , woonachtig in het pand aan de [adres 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte en/of zijn mededader, meermalen met een vuurwapen geschoten op, althans in de richting van, de woning van die [slachtoffer 1] ;
2. (zaaksdossier Jensius)hij op 15 juli 2023 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht door een of meer explosieven bij de woning van [slachtoffer 1] aan de [adres 2] naar binnen te gooien en deze vervolgens tot ontploffing te brengen, terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten deze woning en goederen in de woning en naastgelegen woningen en de goederen in die woningen en
- levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten die [slachtoffer 1] en bewoners van de omliggende woningen en daar aanwezig zijnde personen en toevallige passanten te duchten was;
3. (zaaksdossier Puka)hij op 15 juli 2023 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht door een of meer explosieven bij de woning van [slachtoffer 4] aan de [adres 4] op andere wijze in die woning te brengen en deze vervolgens tot ontploffing te brengen, terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten deze woning en goederen in de woning en naastgelegen woningen en de goederen in die woningen en
- levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten die [slachtoffer 4] en bewoners van de omliggende woningen en daar aanwezig zijnde personen en toevallige passanten te duchten was;
4. (zaaksdossier Elburg)hij op 10 juli 2023 te Elburg, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk bij een woning aan de [adres 5] een ontploffing teweeg heeft gebracht door een cobra, te bevestigen op/aan en/of te plaatsen in de nabijheid van een of meerdere flessen benzine, althans een vluchtige en/of brandbare stof, en(vervolgens) voornoemde cobra af te steken, terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten deze woning en de goederen in de woning en naastgelegen woningen en de goederen in die woningen en
- levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten de bewoners en aanwezige personen op de [adres 5] te duchten was;
5. (zaaksdossier Melick)hij op 7 juli 2023 te Melick, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk bij een woning van [slachtoffer 3] aan het [adres 6] een ontploffing teweeg heeft gebracht door een cobra, althans een brandbaar en/of explosief materiaal, te bevestigen op/aan en/of te plaatsen in de nabijheid van een of meerdere flessen benzine, althans een vluchtige en/of brandbare stof, en (vervolgens) voornoemde cobra af te steken, terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten deze woning en goederen in de woning en naastgelegen woningen en de goederen in die woningen en
- levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten de bewoners en aanwezige personen op/nabij het Roadhoes te duchten was;
6. (zaaksdossier Venlo)hij op meerdere tijdstippen op omstreeks 6 juli 2023 te Venlo, tezamen en in vereniging met anderen, telkens opzettelijk op/aan/bij een pand aan de [adres 7] en een pand aan de [adres 8] een ontploffing teweeg heeft gebracht door een cobra, althans een brandbaar en/of explosief materiaal, te bevestigen op/aan en/of te plaatsen in de nabijheid van een of meerdere flessen benzine, althans een vluchtige en/of brandbare stof, en (vervolgens) voornoemde cobra af te steken, terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten woningen en goederen in die woningen gelegen aan de [adres 7] en [adres 8] en
- levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten de bewoners en aanwezige personen op/nabij de [adres 7] te duchten was;
7. (zaaksdossier Fijnaart en Alblasserdam)hij op meerdere tijdstippen op 23 juni 2023 te Fijnaart, en Alblasserdam tezamen en in vereniging met anderen, telkens opzettelijk op/aan/bij een woning aan de [adres 9] (te Fijnaart) en aan de [adres 10] (te Alblasserdam) een ontploffing teweeg heeft gebracht door een cobra, althans een brandbaar en/of explosief materiaal, te bevestigen op/aan en/of te plaatsen in de nabijheid van een of meerdere flessen benzine, althans een vluchtige en/of brandbare stof, en (vervolgens) voornoemde cobra af te steken, terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten deze woningen en goederen in de woningen en naastgelegen woningen en de goederen in die woningen en
- levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten de bewoners en aanwezige personen op/nabij de [adres 9] en de [adres 10] te duchten was;
8. (zaaksdossier Kool)hij op 21 juni 2023 te Schiedam, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk bij garagebedrijf [naam garagebedrijf] , gelegen op/aan de [adres 11] , een ontploffing teweeg heeft gebracht door een cobra, althans een brandbaar en/of explosief materiaal, te bevestigen op/aan en/of te plaatsen in de nabijheid van een of meerdere flessen benzine, althans een vluchtige en/of brandbare stof, en (vervolgens) voornoemde cobra af te steken, terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten woningen gelegen aan de [adres 11] en/of
- levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten bewoners en/of aanwezige personen op/nabij de [adres 11] , te duchten was;
9. (zaaksdossier Erica)hij op 8 mei 2023 te Capelle aan den IJssel, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht door een of meer explosieven bij de woning van [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] aan de [straatnaam] [huisnummer A] en [huisnummer B] naar binnen te gooien en/of deze op andere wijze in die woning te brengen en deze vervolgens tot ontploffing te brengen, terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten deze woning en goederen in de woning en
- levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten die [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] enbewoners van de omliggende woningen en/of daar aanwezig zijnde personen en/of toevallige passanten te duchten was.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
Feit 1:
medeplegen van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
Feiten 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9: telkens:
medeplegen van opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is en terwijl daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is;
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf en maatregel

7.1.
Algemene overweging
De straf en maatregel die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden en de draagkracht van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf en maatregel zijn gebaseerd
De verdachte heeft zich samen met zijn mededaders schuldig gemaakt aan het veroorzaken van tien ontploffingen bij woningen en bedrijfspanden verspreid door heel Nederland, door het plaatsen en tot ontploffing brengen van explosieven bij de voordeuren. Eén keer is het explosief naar binnen gegooid. Hierdoor zijn de woningen beschadigd en is in meerdere gevallen brand ontstaan en is er levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor de personen in de woning, in aangrenzende woningen of voor personen op straat ontstaan. Ook was er gemeen gevaar voor goederen te duchten.
Daarnaast heeft hij zich schuldig gemaakt aan een zeer ernstige vorm van bedreiging van de bewoonster van één van de woningen. Nadat zij haar woning vanwege een explosie en een heftige woningbrand heeft moeten verlaten, is haar woning de volgende dag beschoten. Dit zijn zeer ernstige en intimiderende feiten.
Hoewel de verdachte niet zelf de explosieven bij de voordeur heeft geplaatst, heeft hij een essentiële en bepalende rol gespeeld bij de delicten door anderen midden in de nacht naar de bestemmingen door heel Nederland te vervoeren. Hij kreeg hiervoor € 200,- per rit en dacht op deze manier makkelijk geld te kunnen verdienen. Sommige nachten heeft hij zelfs meerdere ritten uitgevoerd. De rechtbank neemt het de verdachte zeer kwalijk dat hij zijn eigen belang, “even snel geld verdienen”, heeft laten prevaleren boven het belang van anderen op een veilige woonomgeving.
Het teweegbrengen van ontploffingen is een ernstige verstoring van het veiligheidsgevoel van de bewoners omdat het vaak tot doel heeft personen te intimideren. Dit soort criminele acties vormen bovendien een ernstige bedreiging voor het vertrouwen dat de burger in de opsporingsautoriteiten mag hebben, omdat de explosies aan de orde van de dag zijn en maar niet gestopt lijken te kunnen worden. De impact die het plaatsen van het explosief heeft gehad op de direct betrokkenen is groot, zo blijkt uit de toelichtingen van de vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partijen. De rechtbank leeft mee met de betrokkenen, die soms zonder dat zij zelf begrijpen waarom zij doelwit waren, hebben te leven met de gevolgen van de daden van de verdachte en de medeverdachten.
Daarnaast veroorzaken dit soort strafbare feiten ook in het algemeen sterke gevoelens van angst, onrust en onveiligheid in de maatschappij. De verdachte heeft met zijn handelen bijgedragen aan het ontstaan van die gevoelens van onveiligheid. De verdachte lijkt zich bij zijn handelen niks te hebben aangetrokken van de nadelige gevolgen van zijn handelen voor anderen en het voorzienbare gevaar voor letsel bij personen en voor schade aan de woning. Hij heeft zich enkel bekommerd om zijn eigen (financiële) belang. Door hard op te treden markeert de rechtbank de ernst van het feit en het belang dat zij hecht aan de generale preventie die in dit geval van vergelding uitgaat.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 24 juni 2024, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages
Reclassering Nederland (hierna: de reclassering) heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 2 juli 2024. Dit rapport houdt, samengevat, het volgende in.
De reclassering signaleert een beginnend patroon van geweldsdelicten. Het sociaal netwerk van de verdachte vormt het voornaamste risico op delictgedrag. Uit een eerder uitgebracht rapport door de Raad van de Kinderbescherming is vastgesteld dat de verdachte mogelijk gevoelig is voor antisociale invloeden. De reclassering acht het dan ook noodzakelijk dat de verdachte zich distantieert van zijn negatieve sociaal netwerk en weerbaarder wordt tegen negatieve invloeden. Er zijn geen directe aanwijzingen voor psychische of psychiatrische problemen bij de verdachte. Mogelijk hebben enkele ingrijpende gebeurtenissen binnen het gezin van de verdachte een negatieve invloed gehad op zijn denken en gedrag en hem kwetsbaarder gemaakt voor negatieve invloeden. Het baart de reclassering zorgen dat de verdachte heeft ingestemd met een crimineel voorstel en hierdoor zijn opleiding op het spel heeft gezet. De verdachte zat voorheen op school en dit verliep goed. Door zijn detentie kan zijn opleiding echter niet langer worden doorgezet. Het is positief dat de verdachte inzicht toont in zijn delictgedrag en hij spijt betuigt. Hij wil zijn school oppakken en kan na zijn detentie bij zijn moeder wonen. Er zijn geen aanwijzingen van problematisch middelengebruik. Indien een voorwaardelijke straf tot de mogelijkheden behoort, acht de reclassering een reclasseringstoezicht waarin de verdachte praktische ondersteuning krijgt en deelneemt aan onderzoek en behandeling noodzakelijk ter voorkoming van recidive.
De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een langdurige gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. De rechtbank zal de verdachte een lagere gevangenisstraf opleggen dan is geëist door de officier van justitie omdat zij de verdachte vrijspreekt van het onder feit 10 ten laste gelegde.
In het voordeel van de verdachte weegt de rechtbank mee dat de verdachte zeer jong, slechts achttien jaar, was bij het plegen van de feiten en zich mogelijk heeft laten leiden door negatieve sociale invloeden. Daartegenover staat dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een groot aantal strafbare feiten, waarbij midden in de nacht explosieven zijn geplaatst bij onder meer woningen waar op dat moment mensen lagen te slapen.
Een voorwaardelijk strafdeel acht de rechtbank mede om die reden een gepasseerd station. Bovendien verhouden de grote aantallen explosies bij woningen en bedrijfspanden waar de verdachte schuldig aan is bevonden zich onvoldoende tot een deels voorwaardelijke straf.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen, waaronder de hieronder besproken verbeurdverklaring, passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 Sv.

8.In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunten officier van justitie en verdediging
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen telefoon verbeurd te verklaren. De verdediging heeft geen standpunt ingenomen ten aanzien van het beslag.
8.2.
Beoordeling
De in beslag genomen telefoon zal worden verbeurd verklaard. Het voorwerp behoort aan de verdachte toe en de bewezen feiten zijn met behulp van dit voorwerp begaan en voorbereid.

9.Vorderingen benadeelde partijen/schadevergoedingsmaatregelen

Als benadeelde partijen hebben zich ter zake van de onder 1 tot en met 10 ten laste gelegde feiten diverse personen gevoegd. De benadeelde partijen vorderen vergoedingen voor materiële en/of immateriële schade en voor bijkomende kosten. Deze vorderingen staan in onderstaande tabel vermeld.
9.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft ten aanzien van elk van de vorderingen een standpunt ingenomen, hetgeen ook is vermeld in onderstaande tabel.
9.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft ten aanzien van elk van de vorderingen primair verzocht de vorderingen niet-ontvankelijk te verklaren, gelet op de bepleite vrijspraak. Subsidiair heeft de verdediging verzocht de vorderingen te matigen, dan wel de benadeelde partijen niet-ontvankelijk te verklaren in de vorderingen wegens een onevenredige belasting van het strafgeding.
9.3.
Beoordeling door de rechtbank
De beslissing van de rechtbank ten aanzien van elk van de vorderingen is in de onderstaande tabel weergegeven. In aanvulling daarop overweegt de rechtbank het volgende:
Materiële schade
De benadeelde partij [benadeelde 1] heeft een bedrag van € 52,90 gevorderd voor het installeren van een beveiligingscamera. Nu dit geen rechtstreeks verband houdt met de bewezenverklaarde feiten, wordt de gevorderde schade afgewezen.
De behandeling van het deel van de vordering van de benadeelde partijen [benadeelde 2] en [benadeelde 3] dat betrekking heeft op materiële gedeelte levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De benadeelde partijen zullen in zoverre niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht. Datzelfde geldt voor het deel van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 4] dat betrekking heeft op de gederfde inkomsten.
Immateriële schade
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partijen door de bewezen verklaarde strafbare feiten rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. Die schade zal op dit moment op basis van de thans gebleken feiten en omstandigheden naar maatstaven van billijkheid als volgt worden vastgesteld ter zake van het gevorderde door:
  • de benadeelde partijen [benadeelde 5] , [benadeelde 6] , [benadeelde 7] , [benadeelde 1] , [benadeelde 2] , [benadeelde 3] : € 2.500,-;
  • de benadeelde partijen [benadeelde 8] : € 5.000,-;
  • de benadeelde partij [benadeelde 9] : € 1.500,-;
  • de benadeelde partij [benadeelde 4] : € 1.135,-.
De benadeelde partijen [benadeelde 10] , [benadeelde 11] , [benadeelde 12] en
[benadeelde 13] zullen niet-ontvankelijk worden verklaard in de vorderingen, omdat de
verdachte wordt vrijgesproken van het onder 10 ten laste gelegde feit.
De benadeelde partij [benadeelde 14] zal niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering, nu niet uit het dossier blijkt dat hij, zoals gesteld in de vordering, ten tijde van de explosie aanwezig was in het pand.
Benadeelde partij
Feit
Vordering materiële schade
Vordering immateriële schade
Standpunt officier van justitie
Beslissing materiële schade
Beslissing immateriële schade
Aantal dagen gijzeling
[benadeelde 8]
1 en 2
NVT
€ 10.000,-
Toewijzen
NVT
Toewijzen
€ 5.000,-, resterend
N-O
60
[benadeelde 9]
4
€ 8.939,16
€ 1.500,-
Toewijzen
Toewijzen € 8.939,16
Toewijzen
€ 1.500,-
87
[benadeelde 5]
5
€ 100,-
€ 4.000,-
Materieel toewijzen, immaterieel matigen tot
€ 3.000,-, resterend
N-O
Toewijzen € 100,-
Toewijzen
€ 2.500,-, resterend
N-O
36
[benadeelde 6]
7
NVT
€ 4.000,-
Immaterieel matigen tot
€ 3.000,-, resterend
N-O
NVT
Toewijzen
€ 2.500,-, resterend
N-O
35
[benadeelde 7]
7
NVT
€ 4.000,-
Immaterieel matigen tot
€ 3.000,-, resterend
N-O
NVT
Toewijzen
€ 2.500,-, resterend
N-O
35
[benadeelde 4]
7
€ 2.681,35
€ 1135,-
Toewijzen
€ 617,35, resterend
N-O
Toewijzen
€ 617,35, resterend
N-O
Toewijzen
€ 1.135,-
27
[benadeelde 14]
8
NVT
€ 3.000,-
N-O
NVT
N-O
[benadeelde 1]
9
€ 52,90
€ 3.500,0
Materieel toewijzen, immaterieel matigen tot
€ 2.000,-
Afwijzen
Toewijzen
€ 2.500,-, resterend
N-O
35
[benadeelde 2] en [benadeelde 3]
9
€ 15.967,61
Elk:
€ 3.500,00
Materieel toewijzen tot € 3.000,-, immaterieel toewijzen tot € 2.500,-, resterend
N-O
N-O
Toewijzen tot elk
€ 2.500,-, resterend
N-O
35
[benadeelde 10] , [benadeelde 11] , [benadeelde 12] en [benadeelde 13]
10
NVT
Elk:
€ 3.500,-
Toewijzen tot elk een bedrag van
€ 2.500,-, resterend
N-O
N-O
Nu de verdachte de strafbare feiten waarmee bij de strafoplegging rekening is gehouden, ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met mededader heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededaders de benadeelde partijen betalen is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partijen van deze betalingsverplichting bevrijd.
De benadeelde partijen hebben gevorderd de te vergoeden bedragen te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat de te vergoeden schadebedragen worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de pleegdatum van de bewezen verklaarde feiten, zoals hieronder het dictum wordt vermeld.
Nu de vordering van de benadeelde partijen, met uitzondering van [benadeelde 14] , [benadeelde 10] , [benadeelde 11] , [benadeelde 12] en [benadeelde 13] , in overwegende mate zullen worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de overige benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
De benadeelde partijen [benadeelde 14] , [benadeelde 10] , [benadeelde 11] , [benadeelde 12] en [benadeelde 13] worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil. Deze vorderingen worden niet-ontvankelijk verklaard.
9.4.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen zoals hierboven in de tabel vermeld, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 33, 33a, 36f, 47, 57, 157 en 285 van het Wetboek van Strafrecht.

11.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 1 primair en 10 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte het de onder 1 subsidiair, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 7 jaar en 6 maanden (zeven jaar en zes maanden);
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
-
verklaart verbeurd als bijkomende straf voor de feiten 1 tot en met 9:
* 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: [beslagnummer] , Apple);
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de in de onderstaande tabel genoemde benadeelde partijen te betalen de daarin genoemde bedragen aan materiële en/of immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de genoemde datum tot aan de dag der algehele voldoening;
Benadeelde partij
Feit
Toegewezen materiële schade
Toegewezen immateriële schade
Totaal toegewezen schade
Aantal dagen gijzeling
Wettelijke rente vanaf
[benadeelde 8]
1 en 2
NVT
€ 5.000,-
€ 5.000,-
60
15 juli 2023
[benadeelde 9]
4
€ 8.939,16
€ 1.500,-
€ 10.439,16
87
10 juli 2023
[benadeelde 5]
5
€ 100,-
€ 2.500,-
€ 2.600,-
36
7 juli 2023
[benadeelde 6]
7
NVT
€ 2.500,-
€ 2.500,-
35
23 juni 2023
[benadeelde 7]
7
NVT
€ 2.500,-
€ 2.500,-
35
23 juni 2023
[benadeelde 4]
7
€ 617,35
€ 1.135,-
€ 1.752,35
27
23 juni 2023
[benadeelde 1]
9
€ 0
€ 2.500,-
€ 2.500,-
35
8 mei 2023
[benadeelde 2] en [benadeelde 3]
9
€ 0
€ 2.500,-
€ 2.500,-
35
8 mei 2023
[benadeelde 3]
9
€ 0
€ 2.500,-
€ 2.500,-
35
8 mei 2023
verklaart de hiervoor genoemde benadeelde partijen, met uitzondering van [benadeelde 9] , niet-ontvankelijk in het resterende deel van de hun vorderingen en bepaalt dat dit deel van de vorderingen slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
verklaart de benadeelde partijen [benadeelde 14] , [benadeelde 10] , [benadeelde 11] , [benadeelde 12] en [benadeelde 13] niet-ontvankelijk in hun vorderingen;
bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
wijst af het gedeelte van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] dat ziet op de gevorderde materiële schade;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de in de tabel genoemde benadeelde partijen gemaakt, tot nu toe aan de zijde van de benadeelde partijen begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
veroordeelt de benadeelde partijen [benadeelde 14] , [benadeelde 10] , [benadeelde 11] , [benadeelde 12] en [benadeelde 13] in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de in de tabel genoemde benadeelde partijen te betalen de daarin genoemde bedragen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de daarin genoemde data tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom aan materiële en/of immateriële schade niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van het in de tabel genoemde aantal dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. van der Leeden, voorzitter,
en mr. M.J.C. Spoormaker en mr. dr. S. Wahedi, rechters,
in tegenwoordigheid van mrs. J.R. de Graaf en E.P. de Jong griffiers,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst nader omschreven en gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1. (zaaksdossier Tollen)primair:
hij op of omstreeks 16 juli 2023 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] , en/of één of meerdere (andere) personen, opzettelijk, al dan niet met voorbedachten rade, van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen (meermaals) op, althans in
de richting van, de woning van die [slachtoffer 1] heeft geschoten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair:
hij op of omstreeks 16 juli 2023 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer 1] , en/of één of meerdere (andere) personen woonachtig in de omgeving van het pand aan de [adres 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte en/of zijn mededader, meermalen met een vuurwapen geschoten op, althans in de richting van, de woning van die [slachtoffer 1] ;
2. (zaaksdossier Jensius)hij op of omstreeks 15 juli 2023 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht door een of meer explosieven bij de woning van [slachtoffer 1] aan de [adres 2] naar binnen te gooien en/of deze op andere wijze in die woning te brengen en deze vervolgens tot ontploffing te brengen, terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten deze woning en/of goederen in de woning en/of naastgelegen woningen en/of de goederen in die woningen en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten die [slachtoffer 1] en/of bewoners van de omliggende woningen en/of daar aanwezig zijnde personen en/of toevallige passanten te duchten was;
3. (zaaksdossier Puka)hij op of omstreeks 15 juli 2023 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht door een of meer explosieven bij de woning van [slachtoffer 4] aan de [adres 4] naar binnen te gooien en/of deze op andere wijze in die woning te brengen en deze vervolgens tot ontploffing te brengen, terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten deze woning en/of goederen in de woning en/of naastgelegen woningen en/of de goederen in die woningen en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten die [slachtoffer 4] en/of bewoners van de omliggende woningen en/of daar aanwezig zijnde personen en/of toevallige passanten te duchten was;
4. (zaaksdossier Elburg)hij op of omstreeks 10 juli 2023 te Elburg, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk op/aan/bij een woning aan de [adres 5] een ontploffing teweeg heeft gebracht door een cobra, althans een brandbaar en/of explosief materiaal, te bevestigen op/aan en/of te plaatsen in de nabijheid van een of meerdere flessen benzine, althans een vluchtige en/of brandbare stof, en/of
(vervolgens) voornoemde cobra af te steken, terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten deze woning en/of de goederen in de woning en/of naastgelegen woningen en/of de goederen in die woningen en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten de bewoners en/of aanwezige personen op/nabij de [adres 5] te duchten was;
5. (zaaksdossier Melick)hij op of omstreeks 7 juli 2023 te Melick, gemeente Roerdalen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk op/aan/bij een woning van [slachtoffer 3] aan het [adres 6] een ontploffing teweeg heeft gebracht door een cobra, althans een brandbaar en/of explosief materiaal, te bevestigen op/aan en/of te plaatsen in de nabijheid van een of meerdere flessen benzine, althans een vluchtige en/of brandbare stof, en/of (vervolgens) voornoemde cobra af te steken, terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten deze woning en/of goederen in de woning en/of naastgelegen woningen en/of de goederen in die woningen en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten de bewoners en/of aanwezige personen op/nabij het Roadhoes te duchten was;
6. (zaaksdossier Venlo)hij op één of meerdere tijdstippen op of omstreeks 6 juli 2023 te Venlo, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk op/aan/bij een pand aan de [adres 7] en/of een pand aan de [adres 8] een ontploffing teweeg heeft gebracht door een cobra, althans een brandbaar en/of explosief materiaal, te bevestigen op/aan en/of te plaatsen in de nabijheid van een of meerdere flessen benzine, althans een vluchtige en/of brandbare stof, en/of (vervolgens) voornoemde cobra af te steken, terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten woningen en/of goederen in die woningen gelegen aan de [adres 7] en/of [adres 8] en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten de bewoners en/of aanwezige personen op/nabij de [adres 7] en/of de [adres 8] te duchten was;
7. (zaaksdossier Fijnaart en Alblasserdam)hij op één of meerdere tijdstippen op of omstreeks 23 juni 2023 te Fijnaart, gemeente Moerdijk, en/of Alblasserdam tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk op/aan/bij een woning aan de [adres 9] (te Fijnaart) en/of aan de [adres 10] (te Alblasserdam) een ontploffing teweeg heeft gebracht door een cobra, althans een brandbaar en/of explosief materiaal, te bevestigen op/aan en/of te plaatsen in de nabijheid van een of meerdere flessen benzine, althans een vluchtige en/of brandbare stof, en/of (vervolgens) voornoemde cobra af te steken, terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten deze woning(en) en/of goederen in de woning(en) en/of naastgelegen woningen en/of de goederen in die woningen en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten de bewoners en/of aanwezige personen op/nabij de [adres 9] en/of de [adres 10] te duchten was;
8. (zaaksdossier Kool)hij op of omstreeks 21 juni 2023 te Schiedam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk bij garagebedrijf [naam garagebedrijf] , gelegen op/aan de [adres 11] , een ontploffing teweeg heeft gebracht door een cobra, althans een brandbaar en/of explosief materiaal, te bevestigen op/aan en/of te plaatsen in de nabijheid van een of meerdere flessen benzine, althans een vluchtige en/of brandbare stof, en/of (vervolgens) voornoemde cobra af te steken, terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten woningen gelegen aan de [adres 11] en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten bewoners en/of aanwezige personen op/nabij de [adres 11] , te duchten was;
9. (zaaksdossier Erica)hij op of omstreeks 8 mei 2023 te Capelle aan den IJssel, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht door een of meer explosieven bij de woning van [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] aan de [straatnaam] [huisnummer A] en [huisnummer B] naar binnen te gooien en/of deze op andere wijze in die woning te brengen en deze vervolgens tot ontploffing te brengen, terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten deze woning en/of goederen in de woning en/of naastgelegen woningen en/of de goederen in die woningen en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of bewoners van de omliggende woningen en/of daar aanwezig zijnde personen en/of toevallige passanten te duchten was;
10. (zaaksdossier Reuver)hij op of omstreeks 6 maart 2023 te Reuver, gemeente Beesel, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht bij een woning van [slachtoffer 8] aan de [adres 3] door een cobra, althans een brandbaar en/of explosief materiaal, te bevestigen op/aan en/of te plaatsen in de nabijheid van een of meerdere flessen benzine, althans een vluchtige en/of brandbare stof, en/of (vervolgens) voornoemde cobra af te steken, terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten deze woning en/of goederen in de woning en/of naastgelegen woningen en/of de goederen in die woningen en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten die [slachtoffer 8] en/of bewoners van de omliggende woningen en/of daar aanwezig zijnde personen en/of toevallige passanten te duchten was;