ECLI:NL:RBROT:2024:6842

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 juli 2024
Publicatiedatum
23 juli 2024
Zaaknummer
C/10/681018 / JE RK 24-1216, C/10/681516 / JE RK 24-1289 en C/10/681638 / JE RK 24-1319
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

Op 15 juli 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaken van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond met betrekking tot een minderjarige, geboren in 2009. De kinderrechter heeft een machtiging verleend voor gesloten jeugdhulp, na een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden. De minderjarige, die momenteel verblijft bij Schakenbosch, heeft in het verleden veelvuldig weggelopen en heeft te maken met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen. De moeder van de minderjarige, die belast is met het ouderlijk gezag, heeft zich niet verzet tegen de plaatsing in gesloten jeugdhulp, maar maakt zich wel zorgen over de situatie van haar dochter. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om de problemen van de minderjarige aan te pakken, en dat een machtiging voor gesloten jeugdhulp noodzakelijk is om haar ontwikkeling te beschermen. De kinderrechter heeft de verzoeken van de GI tot machtiging gesloten jeugdhulp voor de minderjarige met zaaknummers C/10/681516 / JE RK 24-1289 en C/10/681638 / JE RK 24-1319 toegewezen, en het verzoek met zaaknummer C/10/681018 / JE RK 24-1216 afgewezen, omdat dit verzoek was ingetrokken. De machtiging is verleend tot 10 september 2024, met de mogelijkheid om diagnostisch onderzoek uit te voeren en een behandelplan op te stellen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummers: C/10/681018 / JE RK 24-1216, C/10/681516 / JE RK 24-1289 en
C/10/681638 / JE RK 24-1319
Datum uitspraak: 15 juli 2024
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaken van
de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,
gevestigd te Rotterdam,
hierna te noemen de GI,
over
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2009 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen [minderjarige] ,
ten aanzien van C/10/681516 / JE RK 24-1289 en C/10/681638 / JE RK 24-1319
advocaat mr. A.J.M. Vélu, kantoorhoudende in Rotterdam.
De kinderrechter merkt ten aanzien van alle verzoeken als belanghebbende aan:
[naam 1],
hierna te noemen de moeder,
wonende in [plaatsnaam 1] ,
advocaat mr. T. Sandrk, kantoorhoudende in Rotterdam.
De kinderrechter merkt ten aanzien van alle verzoeken als informant aan:
[naam 2],
hierna te noemen de vader,
wonende in [plaatsnaam 2] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in zijn beoordeling:
  • de processen-verbaal van de zittingen van 27 en 28 juni 2024 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
  • de beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 28 juni 2024 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
  • de instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper [naam 3] van
- het bericht van de GI met bijlagen van 12 juli 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 15 juli 2024. Daarbij waren aanwezig:
- [minderjarige] en haar advocaat;
- de moeder bijgestaan door een tolk, [naam 4] , en door haar advocaat;
- een tweetal vertegenwoordigsters van de GI, [naam 5] en [naam 6] .
De vader is niet verschenen. De kinderrechter stelt vast dat hij wel juist is opgeroepen.
1.3.
[minderjarige] is door haar begeleiding een half uur later dan gepland naar de rechtbank gebracht. Daarom heeft de kinderrechter na de mondelinge behandeling en voor het nemen van een beslissing [minderjarige] naar haar mening gevraagd. [minderjarige] heeft hierover een gesprek gevoerd met de kinderrechter in aanwezigheid van haar advocaat.

2.De feiten

2.1.
De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige] .
2.2.
[minderjarige] verblijft bij Schakenbosch.
2.3.
Bij beschikking van 24 augustus 2023 is de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd tot 10 september 2024 en is de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verlengd tot 10 december 2023.
2.4.
Bij beschikking van 1 maart 2024 is een machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verleend met ingang van 1 maart 2024 tot 1 juli 2024.
2.5.
Tijdens de zitting van 27 juni 2024 is het verzoek met zaaknummer C/10/681018 / JE RK 24-1216 aangehouden tot de zitting van 28 juni 2024 om 11:00 uur.
2.6.
Tijdens de zitting van 28 juni 2024 is het verzoek met zaaknummer C/10/681018 / JE RK 24-1216 en het verzoek machtiging gesloten jeugdhulp (met zaaknummer C/10/681516 / JE RK 24-1289) aangehouden tot de zitting van 8 juli 2024 om 15:30 uur.
2.7.
Bij beschikking van 28 juni 2024 is een machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verleend met ingang van 28 juni 2024 tot 9 juli 2024.
2.8.
Op 8 juli 2024 heeft de kinderrechter mondeling een beslissing uitgesproken, waarbij een machtiging gesloten jeugdhulp ten behoeve van [minderjarige] is verleend voor een maand, te weten tot 9 augustus 2024, en het overige verzochte is aangehouden. Deze beslissing is inmiddels schriftelijk uitgewerkt.

3.De (aangehouden) verzoeken

3.1.
Op 5 juni 2024 verzoekt de GI een machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder voor de duur van de ondertoezichtstelling, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Dit verzoek is geregistreerd onder het zaaknummer C/10/681018 / JE RK 24-1216.
3.2.
Op 26 juni 2024 verzoekt de GI een machtiging om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van de ondertoezichtstelling. Dit verzoek is geregistreerd onder het zaaknummer C/10/681516 / JE RK 24-1289.
3.3.
Op 1 juli 2024 verzoekt de GI een spoedmachtiging om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van vier weken en aansluitend een machtiging om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van de ondertoezichtstelling.
Dit verzoek is geregistreerd onder het zaaknummer C/10/681638 / JE RK 24-1319

4.De standpunten

4.1.
De GI heeft ter zitting het verzoek met zaaknummer C/10/681018 / JE RK 24-1216 ingetrokken, de verzoeken met zaaknummers C/10/681516 / JE RK 24-1289 en
C/10/681638 / JE RK 24-1319 gehandhaafd en als volgt nader toegelicht. Vanwege de zorgen over de (opvoed)situatie van [minderjarige] heeft zij de afgelopen twee jaren in een uitwijkhuis en bij Horizon Bergse Bos verbleven. Op deze plekken is zij echter veelvuldig weggelopen. Vanwege de zorgen is [minderjarige] in maart 2024 bij Schakenbosch binnen de gesloten jeugdhulp geplaatst. Door de geboden structuur heeft [minderjarige] een aantal weken een positieve ontwikkeling laten zien. In de afgelopen periode is de situatie echter steeds zorgelijker geworden. Zo blijft [minderjarige] zich aan het gezag van volwassenen onttrekken, heeft zij drugs gebruikt en onveilige seks gehad. Zij heeft een afwijzende en brutale houding naar de pedagogische medewerkers op de groep. Ook gaat [minderjarige] al twee jaren niet naar school. Het gedragspatroon van [minderjarige] en het trauma zijn nog onvoldoende doorbroken. Een machtiging gesloten jeugdhulp is nodig om [minderjarige] met strakke kaders in haar vrijheid te beperken en om diagnostisch onderzoek bij haar af te nemen zodat de oorzaak van haar gedrag duidelijk wordt en welke behandeling [minderjarige] kan worden geboden. Ook haar perspectief moet worden bepaald en de emotie-regulatietraining moet worden voortgezet. Een machtiging gesloten jeugdhulp biedt de mogelijkheid om diagnostisch onderzoek af te ronden. Terug naar huis is momenteel niet aan de orde.
4.2.
Namens de moeder heeft haar advocaat zich ter zitting niet verzet tegen de plaatsing van [minderjarige] binnen de gesloten jeugdhulp. Er is wel aandacht voor het volgende gevraagd. De moeder maakt zich veel zorgen over het wegloopgedrag van [minderjarige] . Zij glijdt af bij Schakenbosch en de situatie verbeterd niet. De moeder wil dat [minderjarige] geholpen wordt en vraagt zich af of Schakenbosch de meest passende plek voor haar is. De komende periode zal aan de hand van de uitkomsten van het diagnostisch onderzoek duidelijk moeten worden welke plek het meest passend is voor [minderjarige] .
4.3.
Namens de minderjarige [minderjarige] heeft haar advocaat ter zitting aangevoerd dat de situatie door haar (wegloop)gedrag zorgelijk blijft en dat daarom haar plaatsing binnen de gesloten jeugdhulp moet worden voortgezet. Daarbij dient ook te worden ingezet op een passende vervolgplek voor [minderjarige] .
De beoordeling
Ten aanzien van C/10/681516 / JE RK 24-1289 en C/10/681638 / JE RK 24-1319
4.4.
De kinderrechter is van oordeel dat jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [minderjarige] naar volwassenheid ernstig belemmeren. Deze problemen maken dat het verblijf in een gesloten accommodatie noodzakelijk en geschikt is om te voorkomen dat [minderjarige] zich onttrekt aan de jeugdhulp die zij nodig heeft of daaraan door anderen wordt onttrokken. Het is niet gebleken dat er minder ingrijpende mogelijkheden zijn om deze problemen te behandelen (artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet (Jw)).
4.5.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [minderjarige] nog steeds ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. Zij gaat niet naar school en onttrekt zich aan het gezag van de volwassenen om haar heen door veelvuldig weg te lopen.
Ondanks eerdere plaatsingen van [minderjarige] op een open meiden groep van Hestia en op een behandelgroep van Horizon Bergse Bos is haar situatie niet verbeterd. Sinds 6 maart 2024 verblijft [minderjarige] binnen de gesloten jeugdhulp bij Schakenbosch. Na een korte periode waarbij [minderjarige] een positieve ontwikkeling heeft laat zien, zijn de zorgen over haar gedrag in de afgelopen maanden weer toegenomen. [minderjarige] is zelfbepalend en is opnieuw een aantal keren weggelopen. Zo is zij tijdens een recent verlof bij haar moeder met een vriendin gaan blowen, harddrugs gaan gebruiken en is zij in een hotelkamer door een jongeman verkracht. Door haar onttrekking begeeft [minderjarige] zich in onveilige situaties en kan haar behandeling niet worden opgestart. Het is dan ook in het belang van [minderjarige] om haar plaatsing binnen de gesloten jeugdhulp voort te zetten. Daarbij houdt de kinderrechter ook rekening met de verklaring van de gedragswetenschapper, [naam 3] , van 29 juni 2024, die daarmee heeft ingestemd. Het is belangrijk om bij [minderjarige] diagnostisch onderzoek af te nemen om een behandelplan en haar perspectief te kunnen bepalen.
4.6.
Gelet op al het voorgaande zal de kinderrechter een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen voor de duur van de ondertoezichtstelling, te weten tot 10 september 2024, en het meer of anders verzochte afwijzen, voor zover hierop niet eerder is beslist.
Ten aanzien van C/10/681018 / JE RK 24-1216
4.7.
Nu de GI het verzoek heeft ingetrokken, kunnen de gronden van dit verzoek niet meer worden onderzocht. Daarom zal de kinderrechter dit verzoek afwijzen.

5.De beslissing

De kinderrechter:
Ten aanzien van C/10/681516 / JE RK 24-1289 en C/10/681638 / JE RK 24-1319
5.1.
verleent een machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 9 augustus 2024 tot 10 september 2024;
5.2.
wijst af het meer of anders verzochte, voor zover hierop niet eerder is beslist.
ten aanzien van C/10/681018 / JE RK 24-1216
5.3.
wijst het verzoek van de GI af.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 15 juli 2024 door
mr. C.N. Melkert, kinderrechter, in aanwezigheid van D. van der Aa als griffier, en op schrift gesteld op 18 juli 2024.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.