In deze civiele procedure heeft [eiser01], vertegenwoordigd door Juristu Incassodiensten BV, Aksa Dienstverlening B.V. aangeklaagd voor het niet betalen van een factuur van € 1.125,- voor steigerbouwwerkzaamheden. De factuur was verzonden na de werkzaamheden die van 20 tot 24 februari 2023 hadden plaatsgevonden. Aksa, die niet aanwezig was bij de mondelinge behandeling op 11 januari 2024, voerde aan dat zij schade had geleden en dat zij deze schade wilde verrekenen met de vordering van [eiser01]. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat Aksa niet voldoende onderbouwd heeft hoe deze schade is ontstaan en dat het verweer daarom niet slaagt.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat Aksa de hoofdsom van € 1.125,- aan [eiser01] moet betalen, evenals de wettelijke handelsrente vanaf 9 maart 2023, omdat Aksa de factuur niet tijdig heeft betaald. Daarnaast is Aksa veroordeeld tot betaling van € 156,60 aan buitengerechtelijke incassokosten, omdat [eiser01] onbetwist heeft gesteld dat zijn gemachtigde meerdere aanmaningen heeft gestuurd. Tot slot moet Aksa de proceskosten betalen, die zijn begroot op € 682,04, omdat zij ongelijk heeft gekregen in deze procedure. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.