ECLI:NL:RBROT:2024:6752
Rechtbank Rotterdam
- Proces-verbaal
- D.I. Hendriks-van Wel
- H.J. de Wit
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening en beroep tegen huis- en contactverbod opgelegd door de burgemeester
Op 7 juli 2024 heeft de burgemeester van de gemeente Voorne aan Zee een huisverbod opgelegd aan verzoekster, die hiertegen op 11 juli 2024 beroep heeft ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op 15 juli 2024 de mondelinge behandeling gehouden, waarbij verzoekster en haar gemachtigde aanwezig waren, maar verweerder niet. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de proceshouding van verweerder niet voldeed aan de verwachtingen van een bestuursorgaan, wat de toetsing van het besluit heeft bemoeilijkt. De voorzieningenrechter heeft het bestreden besluit vernietigd ten aanzien van het contactverbod met [naam 3] en het huisverbod, maar de rechtsgevolgen van het huisverbod zijn in stand gehouden tot het moment waarop het gevaar niet meer bestond. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er bij de oplegging van het huisverbod sprake was van ernstig en onmiddellijk gevaar, maar dat dit gevaar inmiddels niet meer aanwezig was. De voorzieningenrechter heeft verweerder in de proceskosten veroordeeld tot een bedrag van € 1.750,-. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.