Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 10 januari 2024, met bijlagen;
- de reactie op de dagvaarding van de man, met bijlagen;
- de mondelinge behandeling op 22 januari 2024.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 5 februari 2024, gaat het om een kort geding tussen een vrouw en een man die samen een huurwoning bewonen in Rotterdam. De vrouw eist dat zij voorlopig met uitsluiting van de man bevoegd is tot het gebruik van de woning, omdat de relatie tussen hen zodanig verstoord is dat gezamenlijk wonen niet meer mogelijk is. De man is het hier niet mee eens en twijfelt aan de financiële mogelijkheden van de vrouw om de huur en lasten alleen te dragen. De voorzieningenrechter oordeelt dat de belangen van de kinderen, die in de woning wonen, voorop staan. De rechter verbiedt de man om zich tussen maandag 09:00 uur en zaterdag 09:00 uur in de woning te bevinden, met als doel de kinderen een veilige en stabiele omgeving te bieden. Dit verbod geldt totdat in een bodemprocedure is beslist wie van de partijen de woning definitief mag huren. De voorzieningenrechter benadrukt dat het in het belang van de kinderen is dat zij in de woning kunnen blijven wonen, en dat de huidige situatie niet in hun voordeel is. De rechter besluit dat partijen voorlopig aan 'bird nesting' moeten doen, waarbij de man en vrouw om de beurt in de woning verblijven. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten betaalt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.