Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoekster;
- mevrouw [persoon A] , werkzaam bij de Kredietbank Rotterdam, (hierna: schuldhulpverlening).
Rechtbank Rotterdam
Op 11 juli 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een gedwongen schuldenregeling. Verzoekster, die in financiële problemen verkeert, had op 3 april 2024 een verzoek ingediend om een schuldsaneringsregeling toe te passen, waarbij zij een schuldregeling aan haar schuldeisers had aangeboden. De schuldeisers, waaronder Enviem Retail Nederland B.V., weigerden echter in te stemmen met deze regeling. Enviem had een vordering van € 66,41, wat slechts 0,1% van de totale schuldenlast van verzoekster vertegenwoordigde. De rechtbank moest beoordelen of Enviem in redelijkheid kon weigeren in te stemmen met de schuldregeling, gezien het feit dat 29 van de 30 schuldeisers wel akkoord gingen.
De rechtbank overwoog dat het belang van Enviem bij de weigering van de regeling niet opwoog tegen de belangen van verzoekster en de overige schuldeisers. De rechtbank stelde vast dat de aangeboden regeling goed gedocumenteerd was en dat verzoekster, die geen betaald werk had, niet in staat was om meer te bieden. De rechtbank concludeerde dat de aangeboden regeling het uiterste was wat verzoekster kon doen en dat de schuldeisers beter af zouden zijn met deze regeling dan met een wettelijke schuldsaneringsregeling, die aanzienlijke kosten met zich zou meebrengen.
Daarom heeft de rechtbank Enviem bevolen in te stemmen met de schuldregeling en de kosten van de procedure aan Enviem opgelegd, begroot op nihil. De rechtbank verklaarde dat dit vonnis in de plaats treedt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers en wees het subsidiaire verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling af. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. B.J. Tideman, rechter, in aanwezigheid van mr. C.D. Jonker, griffier.