In deze zaak vordert eiseres, die eigenaar was van een onroerende zaak, schadevergoeding van Merrem Group B.V. als gevolg van een eerder gelegd conservatoir beslag en een depotovereenkomst. De procedure begon met een dagvaarding op 20 november 2023, gevolgd door een mondelinge behandeling op 16 mei 2024. Eiseres had de woning in juli 2020 verkocht en zou deze op 1 december 2020 leveren. Merrem legde echter op 21 juli 2020 beslag op de woning. Na de verkoop werd een depotovereenkomst gesloten, waarbij een bedrag van € 776.656,76 in depot werd gehouden bij de notaris. Eiseres vorderde onder andere notariskosten, depotkosten en schade door gederfd rendement. De rechtbank oordeelde dat Merrem aansprakelijk was voor de schade, maar dat eiseres onvoldoende bewijs had geleverd voor een aantal van haar vorderingen, zoals gederfd rendement en hogere kosten voor een vervangende woning. Uiteindelijk werd Merrem veroordeeld tot betaling van € 5.424,35 aan eiseres, naast buitengerechtelijke kosten en proceskosten.