ECLI:NL:RBROT:2024:6683

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 juli 2024
Publicatiedatum
18 juli 2024
Zaaknummer
C/10/658200 / HA ZA 23-465
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tekortkoming in de nakoming van een accountovereenkomst met betrekking tot beveiligingsdiensten en schadevergoeding

In deze zaak vorderde Securitas Beveiliging B.V. schadevergoeding van Sodexo Altys B.V. wegens tekortkomingen in de nakoming van een accountovereenkomst. De rechtbank Rotterdam oordeelde dat Sodexo tekortgeschoten was in haar verplichtingen door beveiligingsmedewerkers niet over te nemen en Securitas niet schadeloos te stellen voor de hogere kosten die hiermee gepaard gingen. De procedure begon met een dagvaarding op 12 mei 2023, gevolgd door verschillende producties en een mondelinge behandeling op 29 november 2023. De rechtbank concludeerde dat de accountovereenkomst niet was opgezegd en dat de verplichtingen van Sodexo voortduurden. De rechtbank wees de vorderingen van Securitas toe, inclusief een schadevergoeding van € 152.438,22, en veroordeelde Sodexo in de proceskosten van € 7.946,94. De uitspraak werd gedaan op 10 juli 2024.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/658200 / HA ZA 23-465
Vonnis van 10 juli 2024
in de zaak van
SECURITAS BEVEILIGING B.V.,
gevestigd te Badhoevedorp,
eiseres,
advocaat: mr. A. van der Ploeg te Den Haag,
tegen
SODEXO ALTYS B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde,
advocaat: mr. M.G. van de Langemheen te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Securitas en Sodexo genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 12 mei 2023;
  • de akte overlegging producties van Securitas met producties 1 tot en met 26;
  • de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 14;
  • de akte houdende overlegging nadere producties van Securitas met producties 27 tot en met 30;
  • de akte overlegging productie van Sodexo met productie 15;
  • de aantekeningen van de mondelinge behandeling, gehouden op 29 november 2023, en de ter gelegenheid daarvan door beide partijen overgelegde spreekaantekeningen;
  • de akte uitlating schade tevens houdende overlegging nadere producties en wijziging van eis van Securitas met producties 31 tot en met 39;
  • de antwoordakte van Sodexo.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Sodexo heeft zich jegens Unilever verbonden om naast facilitaire diensten ook beveiligingsdiensten te leveren op vier bedrijfslocaties. Deze vier locaties zijn Vlaardingen, Oss, Weena (Rotterdam) en Nassaukade (Rotterdam). De levering van beveiligingsdiensten heeft Sodexo uitbesteed aan Securitas. Partijen hebben dit op 29 april 2013 vastgelegd in een accountovereenkomst. In de accountovereenkomst en in appendices C1, C2 en C3 bij die accountovereenkomst (die op grond van artikel 3.2 daarvan deel uitmaken) is onder meer het volgende bepaald:
Artikel 4 Duur van de Overeenkomst
4.1
Deze Accountovereenkomst heeft een looptijd van drie jaar en negen maanden, ingaande op 01 Mei 2013 en derhalve eindigend op 31 Januari 2017 (de “Initiële looptijd”). Aansluitend, aldus op 01 februari 2017, wordt deze Accountovereenkomst voortgezet voor onbepaalde tijd, mits de outsourcing overeenkomst tussen Unilever en Sodexo wordt verlengd.
4.2
Deze Accountovereenkomst is na de Initiële looptijd ieder moment geheel of gedeeltelijk opzegbaar en zonder opgaaf van redenen middels een aangetekend schrijven door Sodexo met inachtneming van een opzegtermijn van drie (3) maanden. Omdat dit een beëindiging is, treedt bijlage C1 in werking.
[…]
Artikel 5 Overgangsperiode na beëindiging Accountovereenkomst
5.1
Bij beëindiging van de Accountovereenkomst door opzegging of ontbinding zullen partijen te goeder trouw samenwerken om de overeengekomen Diensten uit de Accountovereenkomst op geleidelijke en correcte wijze over te dragen aan Sodexo of een door Sodexo aangewezen derde gedurende een nader overeen te komen overgangsperiode. […]
Artikel 11 Afnameverplichting
11.1
Indien de Diensten op zodanige wijze verminderd worden, dat niet meer alle van de bijlage c2 opgenomen medewerkers benodigd is, geldt dit als een gedeeltelijke beëindiging van de Accountovereenkomst en treedt bijlage C1 punt 2 in werking.
[…]
APPENDIX C1 Personeel en Suppletiekosten
Securitas verplicht zich tot overname van de Unilever medewerkers die zijn opgenomen in Appendix C2 van deze Accountovereenkomst. Securitas verplicht zich tot naleving van de afspraken gemaakt tussen bonden en Unilever zoals verwoord in “Protocol Arbeidsvoorwaardelijke Gevolgen” d.d. 11 april 2013 (zie Appendix C3) indien en voor zover Securitas volledig wordt gecompenseerd voor de kosten die daar voor haar uit voortvloeien.
[…]
Uitgangspunten voor de nadere afspraken zullen zijn:
1.
[…]
2.
Het verschil in personeelskosten tussen de CAO beveiliging en het “Protocol Arbeidsvoorwaardelijke Gevolgen” moet nog worden berekend. Het verschil is door Opdrachtnemer in rekening te brengen bij Sodexo. Wijze en termijn van de verrekening is nog nader af te stemmen.
3.
Indien de Accountovereenkomst eindigt, dan is Sodexo verplicht om de in Bijlage C2 opgenomen medewerkers, terug in dienst te nemen, althans is zij verplicht om te bewerkstelligen dat de opvolgende leverancier van de Diensten deze medewerkers in dienst neemt, uiterlijk op de laatste dag waarop de Accountovereenkomst eindigt. […]
APPENDIX C2 Overzicht voormalig Unilever medewerkers
[…] [persoon A]
[…] [persoon B] […]
APPENDIX C3 Protocol Arbeidsvoorwaardelijke Gevolgen
[…]
RAB
Sodexo past na overgangsdatum de Unilever RAB systematiek toe. De RAB wordt aangepast naar een vaste eindejaarsuitkering van 6% en de RAB zal derhalve in die gewijzigde vorm worden toegepast. Sodexo berekent deze 6% RAB eindejaarsuitkering over zelfde methode en over dezelfde salarisbestanddelen als Unilever de RAB berekent. […]
2.2.
Securitas hanteert voor (onder meer) de oud-Unilevermedewerkers [persoon A] en [persoon B] de arbeidsvoorwaarden die door Unilever werden gehanteerd. Deze voorwaarden zijn voor de medewerkers financieel gunstiger dan de arbeidsvoorwaarden die Securitas gewoonlijk hanteert. De meerkosten voor Securitas bestaan uit hogere salariskosten (hierna: de suppletievergoeding) en een eindejaarsuitkering in de vorm van een bonus (hierna: de RAB).
2.3.
Op 20 september 2019 heeft Sodexo een brief gestuurd aan Securitas met de volgende tekst:
Het facilitaire contract met onze klant Unilever expireert per 31-12-2019. Unilever heeft een internationale tender uitschreven, waarbij Sodexo uiteraard in 2020 de dienstverlening hoopt te kunnen verlengen. Gezien voorgenoemde situatie beëindigen wij alle inkoopopdrachten en eventueel bovenliggende accountovereenkomst(en) met uw firma per voorgenoemde datum. Deze opzegging geldt voor de locaties: Vlaardingen (sluiting), Weena, Nassaukade fabriek (Upfield) en Hellendoorn. Inzake Unilever vestigingen Oss en Nassaukade deBrug/deKade wordt u separaat geïnformeerd, indien relevant voor uw firma.
Wij moeten echter een beroep doen op uw flexibiliteit inzake de vestigingen Weena, Nassaukade fabriek (Upfield) en Hellendoorn:
Unilever geeft aan dat zij eind december de uitslag van de tender naar de inschrijvers zullen communiceren. Zodra wij zijn geïnformeerd, zullen wij u direct informeren over uw dienstverlening op het Unilever account in 2020, in de wetenschap dat Unilever bij Sodexo voor minimaal drie maanden zal moeten verlengen om ruimte te bieden aan een eventuele transitie. In voorgenoemd geval zullen wij ook de dienstverlening bij u met gelijke duur verlengen. Bij gunning aan Sodexo kunnen we in gesprek voor verlening voor langere duur.
Graag ontvangen wij bevestiging van deze beëindiging en uw onvoorwaardelijke flexibele opstelling rondom een tijdelijke verlenging uiterlijk vrijdag 11 oktober a.s. per e-mail via [...]
2.4.
Per e-mail van 1 november 2019 schreef Securitas aan Sodexo:
Wij hebben jullie schrijven betreffende beëindiging van de account overeenkomst van Unilever per 31-12-2019 in goede orde ontvangen.
Uiteraard kan Sodexo rekenen op onze flexibiliteit voor een verlenging na 31/12/19. […]
2.5.
Per e-mail van 19 november 2019 schreef Sodexo aan Securitas:
[…]
Tenslotte, met het oog op continuïteit van dienstverlening bij de klant is het voor alle partijen (en medewerkers) belangrijk dat Securitas meewerkt aan de verlenging van het Unilevercontract. Het Securitas contract met Sodexo loopt voor onbepaalde tijd en biedt Securitas een mogelijkheid tot beëindiging met een opzegtermijn van 12 maanden. We zullen dus sowieso ons partnership in 2020 een gezamenlijk succes moeten maken, eea totdat Unilever duidelijkheid geeft over de toekomst.
2.6.
In 2020 zijn de beveiligingsdiensten van Securitas op drie van de vier bedrijfslocaties afgeschaald dan wel beëindigd. Dit leidde tot een gedeeltelijke beëindiging van de accountovereenkomst. Sodexo heeft in dit kader aangeboden dat Securitas eventuele ontslagvergoedingen van oud-Unilevermedewerkers die voortkwamen uit de krimp van de te leveren dienstverlening in rekening mocht brengen bij Sodexo.
2.7.
De overige (vierde) bedrijfslocatie betreft de Nassaukade te Rotterdam. Deze locatie bestaat uit een kantoor en een fabriek. Het kantoor sloot in juli 2020. De fabriek wordt door partijen ook aangeduid als “Upfield locatie”. Sodexo beschreef en bevestigde per e-mail van 1 juli 2020 aan Securitas de afspraken die zij een week daarvoor hadden gemaakt over “de nieuwe set up van de dienstverlening voor Upfield”.
2.8.
Bij e-mail van 13 juni 2022 berichtte Securitas Sodexo als volgt:
De afgelopen periode hebben we meerdere keren contact gehad over de sluiting van de locatie Upfield en het maken van concrete afspraken over de vervolgstappen richting de twee medewerkers die dit treft. Ondanks meerdere overleggen en e-mailcorrespondentie tussen mijn collega’s […] en jouw collega’s […] is het tot op heden onduidelijk of Sodexo deze twee medewerkers (conform de afspraken uit de Accountovereenkomst) een dienstverband zal aanbieden per 1 december 2022 dan wel opteert voor een beëindigingsregeling. Dit zorgt sinds medio 2021 voor de nodige stress bij de twee medewerkers die werkzaam zijn op de locatie Upfield.
Zoals je weet, hebben in 2020 vergelijkbare casussen plaatsgevonden. Sodexo heeft er toen voor gekozen om de medewerkers geen dienstverband aan te bieden en Securitas verzocht om – voor rekening van Sodexo – beëindigingsregelingen te treffen met de bewuste medewerkers. Securitas heeft vervolgens in nauw overleg met Sodexo […] een vaststellingsovereenkomst gesloten met een aantal medewerkers, waarbij de beëindigingsvergoedingen door Sodexo zijn voldaan. Om voor Securitas onduidelijke redenen, weigert Sodexo nu al enige tijd ten aanzien van de twee medewerkers op de locatie Upfield om een keuze te maken tussen het aanbieden van een dienstverband dan wel het treffen van een beëindigingsregeling.
[…]
Vanuit Securitas moeten wij nu daarom op zeer korte termijn weten welke kant Sodexo op wil. Zoals eerder besproken, zien wij 3 opties:
-
Sodexo biedt de twee medewerkers een dienstverband aan per de sluitingsdatum van de locatie Upfield (naar verwachting 1 december 2022);
-
Securitas zal op instructie van Sodexo regelingen treffen in verband met de beëindiging van de dienstverbanden van de twee medewerkers. De kosten van de afvloeiingsregelingen komen (net als in 2020) volledig voor rekening van Sodexo;
-
Securitas behoudt de twee medewerkers en Sodexo voldoet tot einde dienstverband de overeengekomen suppletie.
[…]
2.9.
De fabriek aan de Nassaukade sloot op 1 december 2022.
2.10.
De heren [persoon B] en [persoon A] waren tot 1 december 2022 als beveiligingsmedewerkers werkzaam in de fabriek aan de Nassaukade.
2.11.
In de periode van 1 december 2022 tot en met 27 februari 2023 heeft [persoon B] geen werkzaamheden uitgevoerd voor Securitas. Hij heeft nadien drie dagen gewerkt bij een nieuwe opdrachtgever en is op 6 maart 2023 een ‘inleerperiode’ gestart bij een andere opdrachtgever, waarna hij zich op 30 maart 2023 ziek heeft gemeld. Op 27 september 2023 heeft Securitas met hem een vaststellingsovereenkomst gesloten ter beëindiging van zijn dienstverband. Op basis daarvan is [persoon B] per 1 januari 2024 niet meer in dienst bij Securitas. Het beëindigingsbedrag dat Securitas aan [persoon B] heeft voldaan is € 74.959,00.
2.12.
[persoon A] heeft in de periode van 1 december 2022 tot en met 22 januari 2023 geen werkzaamheden uitgevoerd voor Securitas. Op 23 januari 2023 is hij gestart met een ‘ínleerperiode’ bij een nieuwe opdrachtgever. Op 22 november 2023 heeft hij zijn dienstverband bij Securitas opgezegd tegen 1 april 2024. Zijn dienstverband bij Securitas eindigde per 31 maart 2024.

3.Het geschil

3.1.
Securitas vordert – na wijziging van eis – bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad (enigszins verkort weergegeven):
te verklaren voor recht dat Sodexo is tekortgeschoten in de nakoming van de met Securitas gesloten accountovereenkomst en dat Sodexo aansprakelijk is voor de in dat verband door Securitas geleden schade;
Sodexo te veroordelen tot betaling aan Securitas van € 200.782,30 (bestaande uit € 167.756,67 voor geleden schade in verband met de heer [persoon B] en € 33.025,63 voor geleden schade in verband met de heer [persoon A] ), te vermeerderen met wettelijke rente;
Sodexo te veroordelen tot betaling aan Securitas van € 6.775,00 aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
Sodexo te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
Sodexo voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van Securitas in haar vorderingen althans tot afwijzing van die vorderingen, met veroordeling van Securitas in de proceskosten met wettelijke rente. Indien aansprakelijkheid wordt aangenomen verzoekt Sodexo de rechtbank de vordering van Securitas te matigen tot € 33.915,53.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Securitas legt aan haar vorderingen ten grondslag dat Sodexo is tekortgeschoten in de nakoming van de accountovereenkomst. Deze tekortkoming bestaat er volgens Securitas ten eerste uit dat Sodexo de beveiligingsmedewerkers [persoon B] en [persoon A] niet heeft overgenomen van Securitas. Ten tweede heeft Sodexo haar contractuele plicht om Securitas schadeloos te stellen voor alle kosten in verband met de oud-Unilevermedewerkers niet nageleefd.
4.2.
Sodexo verweert zich primair door aan te voeren dat zij de accountovereenkomst op 20 september 2019 heeft opgezegd. Door die opzegging heeft Sodexo geen verplichtingen meer jegens Securitas uit hoofde van de accountovereenkomst. Subsidiair voert Sodexo aan dat zij niet tekortschiet in de nakoming van haar verplichtingen onder de accountovereenkomst.
Accountovereenkomst
4.3.
Het geschil spitst zich in eerste instantie toe op de vraag of de accountovereenkomst is opgezegd bij brief van 20 september 2019, zoals Sodexo in haar meest verstrekkende verweer heeft aangevoerd. De rechtbank is van oordeel dat de accountovereenkomst niet is opgezegd en dat de overeenkomst (dus) ook na 31 december 2019 van kracht is gebleven. Daartoe overweegt de rechtbank dat de tekst van de brief van 20 september 2019 niet eenduidig is en dat partijen ook na 31 december 2019 conform de in de overeenkomst vastgelegde afspraken zijn blijven handelen.
4.3.1.
De brief van 20 september 2019 bevat enerzijds het voornemen om de accountovereenkomst op te zeggen en anderzijds het verzoek om flexibiliteit gezien een mogelijke verlenging van de dienstverlening. De boodschap is zodoende dubbelzinnig. De zin die Securitas redelijkerwijs aan de brief mocht toekennen is dan ook niet dat Sodexo de intentie had om de accountovereenkomst daadwerkelijk en definitief te beëindigen. Bovendien blijkt uit de e-mail van 19 november 2019 dat (ook) Sodexo er kennelijk niet van uitging dat de overeenkomst was opgezegd, nu hierin onder meer is vermeld dat de overeenkomst voor onbepaalde tijd loopt en Sodexo ernaar streeft om de samenwerking in 2020 een gezamenlijk succes te maken. Sodexo heeft aangevoerd dat haar medewerker die deze e-mail heeft verzonden niet bekend was met de formele opzegging van twee maanden eerder waardoor hij per abuis de status van de accountovereenkomst onvolledig heeft benoemd. Dit kan echter niet worden tegengeworpen aan Securitas. Securitas heeft, gezien de dubbelzinnige boodschap van de brief van 20 september 2019 en gezien het feit dat de email van 19 november 2019 niet is gerectificeerd, terecht de brief van 20 september 2019 niet als opzegging geïnterpreteerd.
4.3.2.
Dat partijen na 31 december 2019 de accountovereenkomst hebben gecontinueerd blijkt ten aanzien van de heren [persoon B] en [persoon A] , om wie het in deze zaak gaat, uit het feit dat beide heren sindsdien nog bijna drie jaar in de fabriek aan de Nassaukade hebben gewerkt onder hoofdzakelijk dezelfde arbeidsvoorwaarden als daarvoor.
Sodexo heeft zich op het standpunt gesteld dat vanaf 1 januari 2020 een overgangsperiode van start is gegaan in de zin van artikel 5 van de accountovereenkomst. Zij heeft in dit kader aangevoerd dat de ten behoeve van die overgangsperiode gemaakte afspraken in de e-mail van 1 juli 2020 in de plaats zijn getreden van de accountovereenkomst. Dat verweer slaagt niet. De nieuwe afspraken die met die e-mail zijn bevestigd zijn gedetailleerd en van praktische aard en vormen slechts een gedeeltelijke aanpassing van de bestaande dienstverlening naar aanleiding van een lagere personele bezetting. Het is redelijkerwijs te verwachten dat tijdens de looptijd van een duurovereenkomst specifieke onderdelen wijzigen; de rechtbank kan voornoemde e-mail niet anders begrijpen dan een aanpassing aan gewijzigde omstandigheden. Sodexo heeft dan ook niet redelijkerwijs mogen begrijpen dat die e-mail met de omvang van één A4-tje in de plaats zou komen van de omvangrijke accountovereenkomst. Daarbij is tevens van belang dat in de e-mail niet wordt benoemd dat de nieuwe afspraken in de plaats komen van de accountovereenkomst of dat specifieke afspraken uit die accountovereenkomst niet (meer) gelden. De omstandigheid dat (details uit) de accountovereenkomst en appendices niet genoemd worden in de gedeeltelijk gewijzigde afspraken betekent niet dat partijen overeen zijn gekomen dat deze niet meer van toepassing zijn.
4.4.
Sodexo heeft verder nog aangevoerd dat Securitas de opzeggingsbrief heeft bevestigd. Dit zou volgens haar blijken uit een e-mail van Securitas van 1 november 2019 (zie 2.4). Dit ziet de rechtbank anders. Voornoemde e-mail is slechts een bevestiging van ontvangst van de brief, om welke bevestiging in de brief ook wordt verzocht. Het is geen bevestiging van een (ondubbelzinnige) opzegging. Bovendien wordt in de e-mail van 1 november 2019 vooruitgeblikt op een verlenging van de overeenkomst.
4.5.
Per 1 december 2022 sloot de fabriek aan de Nassaukade en waren de heren [persoon B] en [persoon A] niet meer op die locatie werkzaam. Hiermee eindigde de feitelijke uitvoering van de accountovereenkomst ten aanzien van die locatie. Daarmee is ook de accountovereenkomst zelf geëindigd voor zover het die werknemers en locatie betreft, nu niet valt in te zien dat de overeenkomst zonder feitelijke uitvoering zou worden gecontinueerd.
Tekortkoming
4.6.
Securitas heeft aangevoerd dat met de beëindiging van de accountovereenkomst ten aanzien van de fabriek aan de Nassaukade op 1 december 2022 appendix C1 in werking trad. Onder punt 3 daarvan is de verplichting voor Sodexo opgenomen om, indien de accountovereenkomst eindigt, de in appendix C2 opgenomen medewerkers terug in dienst te nemen, althans om te bewerkstelligen dat een opvolgende leverancier deze medewerkers in dienst neemt. Deze verplichting is Sodexo volgens Securitas niet nagekomen: [persoon B] is tot en met december 2023 bij Securitas in dienst gebleven en [persoon A] tot en met maart 2024.
4.7.
Sodexo heeft als subsidiair verweer aangevoerd dat zij niet is tekortgeschoten in de nakoming van de accountovereenkomst. Volgens Sodexo is de bedoeling van de accountovereenkomst niet geweest dat Securitas nooit hogere salariskosten zou hebben in verband met de oudUnilevermedewerkers. Zij baseert dit standpunt op punt 2 van appendix C1, waarnaar artikel 11.1 van de accountovereenkomst verwijst, en waarin is opgenomen dat de wijze en termijn van de verrekening nog nader af te stemmen is in het geval van een gedeeltelijke beëindiging van de accountovereenkomst, zoals hier aan de orde is. Sodexo zou vervolgens meermaals meer dan redelijke voorstellen hebben gedaan die door Securitas van de hand zijn gewezen zonder redelijk tegenvoorstel, waardoor juist Securitas is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen onder punt 2 van appendix C1, aldus nog steeds Sodexo.
4.8.
Dit verweer van Sodexo slaagt niet. De rechtbank is van oordeel dat uit de accountovereenkomst en de appendices evident blijkt dat Securitas slechts bereid was om conform de arbeidsvoorwaarden van Unilever (in plaats van die van haarzelf) beveiligingsdiensten te leveren indien zij volledig gecompenseerd zou worden voor de (voor haar) hogere kosten die daar het gevolg van zouden zijn. De tekst van de eerste alinea van appendix C1 laat weinig ruimte voor een andere interpretatie en ook in de tekst bij punt 2 van die appendix is benoemd dat het verschil in personeelskosten door Securitas in rekening wordt gebracht bij Sodexo, waaruit expliciet de insteek van partijen blijkt. Dat, zoals benoemd in datzelfde punt, de wijze en termijn van de verrekening nog nader af te stemmen was, betreft slechts de praktische uitwerking van die insteek en maakt de gedachte die aan de afspraken ten grondslag ligt dan ook niet anders. De concrete afstemming heeft er kennelijk toe geleid dat de hogere personeelskosten bestaan uit de suppletiekosten en de RAB, en dat Securitas die bij Sodexo in rekening brengt. Bovendien hebben partijen jarenlang conform deze zienswijze gehandeld. Op Sodexo rust zodoende de verplichting om Securitas te compenseren voor de extra personeelskosten die de afspraken in de accountovereenkomst haar opleverden.
4.9.
Ook bestaat er naar het oordeel van de rechtbank geen ruimte voor een andere interpretatie ten aanzien van de bij punt 3 van appendix C1 opgenomen verplichting voor Sodexo dan dat de in appendix C2 genoemde medewerkers, waaronder de heren [persoon B] en [persoon A] , terug in dienst moeten worden genomen dan wel dat moet worden bewerkstelligd dat een opvolgende leverancier deze medewerkers in dienst neemt, indien de accountovereenkomst zou eindigen. Sodexo heeft in dit kader aangevoerd dat punt 3 van appendix C1 niet van toepassing zou zijn omdat dat punt is bedoeld voor de situatie van opvolging van dienstverlening, en daar is geen sprake van. Het kan volgens Sodexo niet de bedoeling zijn geweest dat zij beveiligers in dienst zou nemen, omdat Sodexo geen vergunning heeft tot het leveren van beveiligingsdiensten. Ook dit verweer slaagt niet. Als Sodexo, zoals zij stelt, geen beveiligers in dienst mag nemen, had het op haar weg gelegen om haar afspraken met Securitas anders vorm te geven dan expliciet overeen te komen dat zij verplicht is om die medewerkers in dienst te nemen. Bovendien had zij conform de afspraak de mogelijkheid om Securitas te compenseren voor de kosten en de dienstverbanden af te kopen, een mogelijkheid waar Sodexo met betrekking tot andere locaties waar de accountovereenkomst betrekking op had meermaals gebruik van heeft gemaakt. Toen heeft de stelling van Sodexo dat zij geen beveiligers in dienst mag nemen kennelijk niet aan een oplossing van financiële aard in de weg gestaan.
4.10.
Het feit dat Sodexo de dienstverbanden van de heren [persoon B] en [persoon A] niet heeft overgenomen van Securitas na 1 december 2020 en Securitas ook niet anderszins heeft gecompenseerd voor de extra personeelskosten die hier sindsdien voor Securitas uit voortvloeiden, is dus in strijd met haar contractuele verplichtingen. De rechtbank komt zodoende tot de tussenconclusie dat Sodexo is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen op grond van de accountovereenkomst en dat Sodexo de schade die Securitas hierdoor lijdt dient te vergoeden. De vordering onder A zal dan ook worden toegewezen.
Schade
4.11.
De tekortkoming van Sodexo verplicht haar om de schade die Securitas hierdoor lijdt te vergoeden. Het uitgangspunt bij de berekening van de omvang van de schadevergoedingsplicht is dat Securitas zo goed mogelijk in de toestand wordt gebracht waarin zij zou hebben verkeerd indien de tekortkoming van Sodexo niet zou hebben plaatsgevonden. De huidige situatie, waarin Securitas de heren [persoon B] en [persoon A] ook na 1 december 2022 in dienst heeft gehad, dient aldus te worden vergeleken met de hypothetische situatie dat Sodexo zou hebben bewerkstelligd dat Securitas in die periode geen kosten voor deze werknemers had gemaakt.
Schade - [persoon B]
4.12.
Securitas vordert met betrekking tot de heer [persoon B] een schadevergoeding van in totaal € 167.756,67. Dit bedrag bestaat uit:
  • € 88.907,17 aan loonkosten van december 2022 tot en met december 2023;
  • € 74.959,00 aan transitievergoeding in het kader van de vaststellingsovereenkomst;
  • € 2.890,50 aan overheadkosten;
  • € 1.000,00 aan kosten voor de bedrijfsarts.
4.13.
Ten aanzien van de loonkosten overweegt de rechtbank als volgt. Omdat Sodexo in december 2022 de heer [persoon B] niet zelf in dienst nam of bewerkstelligde dat hij elders in dienst zou treden, heeft Securitas voor [persoon B] sindsdien loonkosten betaald die het gevolg zijn van de tekortkoming van Sodexo. De gevorderde loonkosten zijn zodoende in beginsel toewijsbaar.
4.14.
Sodexo heeft aangevoerd dat Securitas eerder duidelijkheid had moeten verschaffen aan de heer [persoon B] omdat zij al eerder wist van de aankomende beëindiging van de accountovereenkomst. Dit verweer slaagt niet. Uit de correspondentie tussen partijen komt het beeld naar voren dat het aan Sodexo is te wijten dat de situatie lang heeft voortgesleept. Ondanks vragen van Securitas over wat te doen met de afwikkeling van de dienstverbanden, bleef Sodexo onduidelijk op dit punt en heeft zij Securitas als het ware laten zwemmen. Securitas heeft diverse voorstellen gedaan maar kreeg daarop geen constructief antwoord van Sodexo. Anderzijds mocht echter van Securitas worden verwacht dat zij op enig moment zelf het initiatief nam om het dienstverband met [persoon B] te beëindigen om de loonkosten niet verder te laten oplopen. Dat was het geval toen Securitas duidelijk was althans had moeten zijn dat zij van Sodexo geen medewerking te verwachten had: toen had zij tot beëindiging van het dienstverband met [persoon B] kunnen (en moeten) overgaan. In die zin is Securitas’ schade mede een gevolg van een omstandigheid die aan haar kan worden toegerekend (namelijk het uitblijven van genoemd initiatief) en dient de vergoedingsplicht van Sodexo ex artikel 6:101 BW te worden verminderd door de schade over partijen te verdelen in evenredigheid met de mate waarin de aan beide partijen toe te rekenen omstandigheden tot de schade hebben bijgedragen.
Genoemd moment, dat als kantelpunt kan worden gezien, is niet exact te duiden. De rechtbank komt tegen de achtergrond van de in het voorgaande geschetste feiten echter tot het oordeel dat de aan Securitas toe te rekenen omstandigheden causaal voor de helft aan de gevorderde loonkosten hebben bijgedragen. Voor toepassing van een billijkheidscorrectie acht de rechtbank geen termen aanwezig. Daarom zal de rechtbank 50% van het gevorderde bedrag aan loonkosten toewijzen. Het beroep dat Sodexo heeft gedaan op eigen schuld van Securitas treft dus in zoverre doel. De berekening van de loonkosten als zodanig wordt inhoudelijk niet betwist door Sodexo, waardoor de toe te wijzen loonkosten inzake de heer [persoon B] € 44.453,59 bedragen.
4.15.
Ten aanzien van de transitievergoeding overweegt de rechtbank als volgt. Voorop wordt gesteld dat, zoals hiervoor overwogen, Sodexo Securitas heeft laten zwemmen door geen duidelijkheid te bieden over de gewenste afwikkeling van de lopende dienstverbanden. Securitas kreeg geen antwoord op haar (herhaaldelijk gestelde) vraag hoe Sodexo de beëindiging van de accountovereenkomst wilde vormgeven. Aan Securitas dient onder die omstandigheden ruimte worden toegekend om naar eigen inzicht de arbeidsovereenkomst met de heer [persoon B] te beëindigen. Hier komt bij dat Securitas heeft onderbouwd dat een transitievergoeding op basis van het sociaal plan van Unilever zou zijn neergekomen op een aanzienlijk hogere vergoeding van € 320.913,00. Sodexo voert nog aan dat Securitas vanwege haar gebrekkige communicatie met de heer [persoon B] in hoge mate zou hebben bijgedragen aan zijn ziekteverloop. Op basis van de overgelegde correspondentie en in overweging nemende dat Sodexo jegens Securitas geen duidelijkheid verschafte, is naar het oordeel van de rechtbank echter niet vast te stellen wie van partijen in welke mate heeft bijgedragen aan het ziekteverloop zodat dit onderwerp geen onderdeel van de overwegingen ten aanzien van de voor schadevergoeding in aanmerking komende transitievergoeding vormt. Het bedrag dat Securitas vordert aan transitievergoeding zal dan ook worden toegewezen.
4.16.
Ten aanzien van de overheadkosten en de kosten voor de bedrijfsarts overweegt de rechtbank als volgt. De uren waarvan vergoeding wordt gevorderd zijn gemaakt door medewerkers van Securitas dan wel – in het geval van de bedrijfsarts – door een partner van Securitas die zij op regelmatige basis inschakelt voor haar werknemers. Die mensen zijn dus bij Securitas in dienst of worden op basis van bestaande afspraken voor hun diensten betaald door Securitas. Tegen die achtergrond had het op de weg van Securitas gelegen om nader te onderbouwen dat de betreffende medewerkers en bedrijfsarts de uren waarvan vergoeding wordt gevorderd ook daadwerkelijk aan de kwestie van de heer [persoon B] hebben besteed. Tegenover de gemotiveerde betwisting van Sodexo heeft Securitas haar stelling onvoldoende onderbouwd. De gevorderde vergoeding voor deze kosten zal dan ook worden afgewezen.
Schade - [persoon A]
4.17.
Securitas vordert met betrekking tot de heer [persoon A] een schadevergoeding van in totaal € 33.025,63. Dit bedrag bestaat uit:
  • € 6.432,48 aan loonkosten van december 2022 tot en met 22 januari 2023;
  • € 26.593,15 aan suppletiekosten en RAB over de periode van 1 december 2022 tot en met 31 maart 2024.
4.18.
Net als ten aanzien van de heer [persoon B] is overwogen, geldt voor de heer [persoon A] dat het doorbetalen van de loonkosten door Securitas schade betreft die het gevolg is van de tekortkoming van Sodexo die eruit bestaat dat zij in december 2022 de heer [persoon A] niet zelf in dienst heeft genomen of bewerkstelligde dat hij elders in dienst zou treden. De gevorderde loonkosten, waarvan de berekening niet is betwist, zullen dan ook worden toegewezen.
4.19.
Daarnaast is van belang dat, zoals eerder overwogen, in de accountovereenkomst is vastgelegd dat Securitas slechts bereid was om suppletiekosten en RAB te betalen voor de oud-Unilevermedewerkers indien en voor zover zij voor deze meerkosten door Sodexo zou worden gecompenseerd. Als onbetwist staat vast dat Securitas over de periode van 1 december 2022 tot en met 31 maart 2024 de gevorderde meerkosten aan [persoon A] heeft betaald. Dit betreft voor Securitas schade die het gevolg is van het feit dat Sodexo in strijd met haar contractuele verplichtingen de heer [persoon A] niet in dienst heeft genomen per 1 december 2022 en ook niet Securitas anderszins heeft gecompenseerd voor genoemde personeelskosten. Daarmee vormen deze kosten schade die voor vergoeding in aanmerking komt. De gevorderde schadevergoeding met betrekking tot de heer [persoon A] zal worden toegewezen.
Schade – conclusie
4.20.
De vordering onder B wordt gedeeltelijk toegewezen. Sodexo zal worden veroordeeld tot betaling aan Securitas van € 119.412,59 voor geleden schade in verband met de heer [persoon B] en € 33.025,63 voor geleden schade in verband met de heer [persoon A] . Deze bedragen leiden gezamenlijk tot een betalingsveroordeling van € 152.438,22. De gevorderde wettelijke rente over dit bedrag zal worden toegewezen vanaf de dag van dagvaarding.
Buitengerechtelijke kosten
4.21.
Securitas vordert een bedrag van € 6.775,00 aan buitengerechtelijke kosten. Ter onderbouwing van dit bedrag verwijst zij naar de staffel behorend bij het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De rechtbank constateert dat Securitas de staffel onjuist heeft geïnterpreteerd, aangezien het door haar gevorderde bedrag aan incassokosten in de staffel correspondeert met een hoofdsom van (ten minste) € 1.000.000,00 en niet met de door haar bij dagvaarding opgevoerde hoofdsom van € 200.000,00.
4.22.
Deze onjuiste interpretatie daargelaten, overweegt de rechtbank dat de vorderingen van Securitas vallen buiten de reikwijdte van het Besluit. De vorderingen zijn gegrond op een tekortkoming in de nakoming van een verbintenis (artikel 6:74 BW) en het Besluit is daarop niet van toepassing. De rechtbank beoordeelt de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn daarom aan de hand van het Rapport BGK-integraal.
4.23.
Ingevolge het Rapport BGK-integraal komen buitengerechtelijke kosten alleen voor vergoeding in aanmerking indien zij betrekking hebben op verrichtingen die meer omvatten dan een enkele aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op de gebruikelijke wijze samenstellen van een dossier. Securitas stelt weliswaar dat zij kosten heeft gemaakt omdat haar advocaat brieven heeft geschreven maar heeft ter onderbouwing slechts een enkele formele aansprakelijkstelling van haar advocaat overgelegd. Ook stelt Securitas dat veel tijd is besteed aan het voeren van correspondentie en het houden van besprekingen, maar deze stelling wordt slechts onderbouwd door reguliere emails tussen partijen over hun geschil; het opstellen daarvan kan niet worden gekwalificeerd als incassowerkzaamheden. De rechtbank zal de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten (vordering C) om deze redenen afwijzen.
Proceskosten
4.24.
Sodexo wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten (inclusief nakosten). Deze kosten aan de zijde van Securitas worden begroot op:
  • dagvaarding € 109,44
  • griffierecht € 2.837,00
  • advocaatkosten € 4.822,50 (2,5 punten x tarief V ad € 1.929,00)
  • nakosten
Totaal € 7.946,94
4.25.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
verklaart voor recht dat Sodexo is tekortgeschoten in de nakoming van de met Securitas gesloten accountovereenkomst en dat Sodexo aansprakelijk is voor de in dat verband door Securitas geleden schade;
5.2.
veroordeelt Sodexo tot betaling aan Securitas van € 152.438,22, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van volledige betaling;
5.3.
veroordeelt Sodexo in de proceskosten van € 7.946,94, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als Sodexo niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet Sodexo € 92,00 extra betalen, plus de kosten van betekening;
5.4.
veroordeelt Sodexo in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan;
5.5.
verklaart dit vonnis voor zover het de bij 5.2 tot en met 5.4 genoemde beslissingen betreft uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.A. Baggerman. Het is ondertekend door de rolrechter en door deze in het openbaar uitgesproken op 10 juli 2024.
3533/2537