Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
8 juli 2024
Rechtbank Rotterdam
Op 8 juli 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak van mevrouw [verzoekster], die zich in een problematische schuldensituatie bevindt. Mevrouw [verzoekster] heeft verzocht om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De rechtbank heeft dit verzoek toegewezen, wat betekent dat mevrouw [verzoekster] nu onder de bescherming van de WSNP valt. Dit houdt in dat zij aan bepaalde verplichtingen moet voldoen, zoals het niet aangaan van nieuwe schulden en het afdragen van een deel van haar inkomen aan de schuldeisers. De rechtbank benoemt ook een bewindvoerder en een rechter-commissaris om toezicht te houden op de naleving van deze verplichtingen.
Daarnaast heeft mevrouw [verzoekster] verzocht om de ingangsdatum van de WSNP te bepalen op 1 maart 2024, vier maanden voor de datum van het vonnis. De rechtbank heeft dit verzoek afgewezen. De reden hiervoor is dat mevrouw [verzoekster] niet heeft voldaan aan de sollicitatieplicht die voortvloeit uit de WSNP. Ondanks dat zij arbeidsgeschikt is, heeft zij vanaf maart 2024 niet gesolliciteerd naar een fulltime baan, wat een vereiste is om in aanmerking te komen voor een eerdere ingangsdatum. De rechtbank heeft daarom de ingangsdatum van de WSNP vastgesteld op 8 juli 2024, de datum van het vonnis.
De rechtbank heeft verder bepaald dat de WSNP in principe 18 maanden duurt, met een einddatum op 8 januari 2026. Gedurende de eerste 13 maanden geldt een postblokkade, waarbij alle post naar de bewindvoerder gaat. De rechtbank heeft ook de verplichtingen van mevrouw [verzoekster] tijdens de WSNP uiteengezet, waaronder de informatieverplichting en de inspanningsverplichting. De beslissing is openbaar uitgesproken en mevrouw [verzoekster] heeft het recht om binnen acht dagen hoger beroep aan te tekenen tegen deze uitspraak.