Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- schuldenares;
- de heer M. Klarenbeek, waarnemend bewindvoerder;
- mevrouw S. Gerde, beschermingsbewindvoerder.
Rechtbank Rotterdam
Op 8 juli 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak met nummer FT EA 20-869, waarbij de voordracht tot tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling is afgewezen. De bewindvoerder had op 16 april 2024 verzocht om de schuldsaneringsregeling tussentijds te beëindigen, waarop de rechter-commissaris op 16 mei 2024 instemde. Tijdens de zitting op 1 juli 2024 zijn de schuldenares, de waarnemend bewindvoerder M. Klarenbeek en de beschermingsbewindvoerder S. Gerde gehoord. De rechtbank constateerde dat de tekortkomingen in de nakoming van de informatieplicht door de schuldenares zijn hersteld en dat nieuwe schulden bij de Belastingdienst, ter waarde van € 1.522,-, zijn betaald. De rechtbank oordeelde dat de tekortkomingen in de nakoming van de inspanningsverplichting niet aan de schuldenares kunnen worden toegerekend, aangezien zij een behandelplan had overgelegd dat haar arbeidsongeschiktheid onderbouwde. De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was om de schuldsaneringsregeling tussentijds te beëindigen en wees de voordracht af.