Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 4 april 2024, met bijlagen;
- het antwoord;
- de repliek tevens houdende een eisvermindering, met bijlagen;
- de dupliek, met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 19 juli 2024, staat de vordering van Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. centraal. De eiseres, Zilveren Kruis, heeft een zorgverzekering afgesloten met de gedaagde, die zelf procedeert. De gedaagde heeft de premie voor november 2023 niet betaald, wat heeft geleid tot de inschakeling van een incassobureau door Zilveren Kruis. Na de dagvaarding heeft de gedaagde de verschuldigde premie alsnog voldaan, maar Zilveren Kruis vordert nog steeds de buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde geen incassokosten hoeft te betalen, omdat niet is vastgesteld dat zij de veertiendagenbrief heeft ontvangen. De rechter benadrukt dat het op de weg van Zilveren Kruis ligt om te bewijzen dat de brief is ontvangen, wat niet is gebeurd. De gedaagde heeft gemotiveerd betwist de brief te hebben ontvangen, en de enkele verzending naar het adres van de gedaagde is onvoldoende bewijs.
Wel is de wettelijke rente van € 8,44 toegewezen, omdat Zilveren Kruis voldoende heeft gesteld dat deze moet worden betaald en de gedaagde dit niet heeft betwist. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 472,39. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Zilveren Kruis het vonnis onmiddellijk kan uitvoeren. De kantonrechter heeft het anders of meer gevorderde afgewezen.