ECLI:NL:RBROT:2024:6585
Rechtbank Rotterdam
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag energietoeslag op basis van inkomen boven de 140%-norm
Op 12 juli 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiseres uit Rotterdam en het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. De eiseres had een aanvraag ingediend voor een eenmalige energietoeslag, welke was afgewezen door het college op 25 augustus 2022. Het college verklaarde de bezwaren van de eiseres tegen deze afwijzing ongegrond in een besluit van 23 november 2023. Tijdens de zitting op 12 juli 2024 zijn zowel de eiseres als de gemachtigde van het college niet verschenen.
De rechtbank beoordeelde de afwijzing van de energietoeslag aan de hand van de beroepsgronden van de eiseres. Volgens artikel 35, vierde lid van de Participatiewet kan het college bijzondere bijstand verlenen in de vorm van een eenmalige energietoeslag, zonder dat de individuele behoefte van de aanvrager wordt beoordeeld. De rechtbank oordeelde dat het college bevoegd was om de energietoeslag toe te kennen en dat het college beleidsruimte had om te bepalen wie in aanmerking kwam voor deze toeslag.
De eiseres stelde dat haar inkomen 138,2% van de bijstandsnorm was, maar de rechtbank concludeerde dat haar inkomen van € 1.592,34 boven de 140%-norm lag. De rechtbank oordeelde dat de beroepsgronden van de eiseres niet slagen en dat het college in redelijkheid de aanvraag voor de energietoeslag mocht afwijzen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat de eiseres geen gelijk kreeg en geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontving. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door rechter mr. C.A. Hage, in aanwezigheid van griffier R.P. Evegaars.