Op 6 maart 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het telen van een grote hoeveelheid hennep en diefstal van elektriciteit. De verdachte had in de periode van 17 maart 2022 tot en met 31 maart 2022 te Vlaardingen een hennepkwekerij opgezet met ongeveer 1.115 hennepplanten. Daarnaast werd hij beschuldigd van het wegnemen van elektriciteit van Stedin. De officier van justitie vond dat de feiten bewezen konden worden en vorderde een taakstraf van 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de Opiumwet en diefstal heeft gepleegd. De rechtbank kon niet vaststellen of de telling van 1.115 hennepplanten door de politie juist was, maar ging uit van de berekening van de raadsvrouw, die stelde dat er maximaal 800 planten waren. De rechtbank vond de feiten ernstig, gezien de risico's voor de volksgezondheid en de criminaliteit die met de hennepteelt samenhangen. De verdachte had een gevaarlijke situatie gecreëerd voor de omgeving door de hennepkwekerij en de diefstal van elektriciteit.
De rechtbank hield rekening met het tijdsverloop sinds de aanhouding van de verdachte en zijn verklaring dat hij zijn verantwoordelijkheid neemt. Gezien de omstandigheden en het feit dat de verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten was veroordeeld, legde de rechtbank een taakstraf op van 100 uren, zonder voorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank achtte het niet nodig om een voorwaardelijke straf op te leggen, gezien de houding van de verdachte en het tijdsverloop sinds de feiten.