Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 juli 2024 in de zaak tussen
[eiseres], uit [plaatsnaam], eiseres
een onbekende verweerder.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
3. De behandeling van het beroep is door onbekende redenen niet voortgezet. Eiseres is hierover bij brief van 27 juli 2023 geïnformeerd. In deze brief geeft de rechtbank aan dat het beroepschrift alsnog in behandeling genomen wordt. Aan eiseres is verzocht binnen vier weken na de datum van verzending van deze brief aan te geven als zij inmiddels geen belang meer heeft bij het beroep. Ook wordt in de brief vermeld dat indien eiseres binnen vier weken geen reactie geeft, het verschuldigde griffierecht zal worden geïnd en dat zij op de hoogte zal worden gehouden van het verdere verloop van de procedure.
4. Bij e-mail van 14 maart 2024 heeft de rechtbank eiseres nogmaals de brief van
27 juli 2023 toegestuurd met het verzoek binnen twee weken te reageren. Eiseres heeft bij
e-mail van 20 maart 2024 aangegeven dat zij de behandeling van het beroep wenst voort te zetten.
Toetsingskader
Eiseres heeft bij e-mail van 8 april 2024 verzocht om uiterlijk 8 mei 2024 het griffierecht te betalen. Naar aanleiding hiervan heeft de rechtbank bij brief van 10 april 2024 aan eiseres meegedeeld dat zij een tweede termijn krijgt voor het betalen van het griffierecht als zij niet binnen de gestelde termijn van de eerste brief reageert en dat zij kort na het verlopen van de eerste termijn een aangetekende nota met daarin een nieuwe en laatste betaaltermijn krijgt. Hierbij is aangegeven dat als eiseres niet binnen die termijn betaald zij het risico loopt dat haar beroepschrift niet-ontvankelijk wordt verklaard.
Is het niet tijdig betalen verontschuldigbaar?
Conclusie en gevolgen
Beslissing
L. van Zuijlekom, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 18 juli 2024.