ECLI:NL:RBROT:2024:6567
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om verlof voor conservatoir beslag en de beoordeling van proportionaliteit en subsidiariteit
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 7 juni 2024 een verzoek tot het leggen van conservatoir beslag afgewezen. Het verzoek was ingediend door SERA EUROPE B.V., vertegenwoordigd door haar advocaat mr. H.C. Uittenbogaart, tegen een verweerster die in een echtscheidingsprocedure verwikkeld is met de meerderheidsaandeelhouder van SERA. De voorzieningenrechter ontving het verzoekschrift op 23 mei 2024 en heeft partijen op 5 juni 2024 gehoord. De vordering van SERA, ter hoogte van € 3.072.054, was erkend door de verweerster, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat het verzoek niet voldeed aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit. De verweerster zou ernstig nadeel ondervinden van het beslag, wat haar maandelijkse inkomen zou aantasten. Bovendien was de vordering ontstaan vóór het huwelijk van de verweerster en haar echtgenoot, die ook hoofdelijk aansprakelijk was voor de schuld. De voorzieningenrechter concludeerde dat SERA niet voldoende had aangetoond dat er geen minder bezwarende verhaalsmogelijkheden waren ten laste van de echtgenoot. Daarom werd het verzoek tot beslaglegging afgewezen.