ECLI:NL:RBROT:2024:6561

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 juni 2024
Publicatiedatum
15 juli 2024
Zaaknummer
10-019558-24 vordering TUL VV: 09-094476-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van de verdachte in een zaak van beroving van een koerier van edelmetalen met geweld

In de zaak tegen de verdachte, die op 16 januari 2024 een koerier van edelmetalen zou hebben beroofd, heeft de rechtbank Rotterdam op 26 juni 2024 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van diefstal in vereniging met geweld op de openbare weg. Tijdens de zitting op 12 juni 2024 werd het bewijs tegen de verdachte besproken, waaronder camerabeelden en getuigenverklaringen. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte als medepleger van de beroving aan te wijzen. De herkenning door een verbalisant was niet voldoende om de betrokkenheid van de verdachte bij de beroving vast te stellen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de ten laste gelegde diefstal met geweld, omdat de bewijsvoering niet voldeed aan de eisen van wettigheid en overtuigendheid.

Daarnaast was er een vordering van de benadeelde partij, een bedrijf dat materiële schade van € 25.950,77 vorderde. Deze vordering werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte niet was veroordeeld. De rechtbank wees ook de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf af, omdat de verdachte niet schuldig was bevonden aan het nieuwe feit. Het vonnis werd uitgesproken door een meervoudige kamer van de rechtbank, met de oudste rechter buiten staat om te ondertekenen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10-019558-24
Parketnummer vordering TUL VV: 09-094476-21
Datum uitspraak: 26 juni 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres],
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd
in [detentieadres],
raadsman mr. R.P.A. Kint, namens mr. S.M. Hoogenraad, beiden advocaat in Zoetermeer.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 12 juni 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. M.A. van Rijswijk heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde, te weten diefstal in vereniging met geweld op de openbare weg;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van negen maanden met aftrek van voorarrest;
  • tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 09-094476-21, te weten een gevangenisstraf voor de duur van negenentwintig dagen.

4.Beoordeling

De volgende feiten en omstandigheden zijn, voor zover relevant, uit het dossier en het verhandelde ter zitting naar voren gekomen.
Op 16 januari 2024 omstreeks 09.30 uur is een koerier van edelmetalen slachtoffer geworden van een beroving op de [straatnaam] in Rotterdam. Na de bezorging van een pakket werd hij aangevallen door twee mannen die hem sloegen en schopten. Hierna zag het slachtoffer dat de twee mannen in zijn bedrijfsauto stapten en daarmee wegreden. Omdat de auto van het slachtoffer over ingebouwde camera’s en GPS-systemen beschikte kon onderweg live meegekeken worden naar de positie van de auto. Daardoor werd gezien dat de auto ergens werd geparkeerd en dat twee mannen uitstapten. De auto werd vervolgens onder observatie gehouden door de politie en omstreeks 12.05 uur werd gezien dat een van de portieren van de bedrijfsauto werd geopend door een man, die instapte, gevolgd door een andere man. Beide mannen waren afkomstig uit een Toyota Aygo die in de directe nabijheid van de bedrijfsauto parkeerde. De twee mannen reden hierna met de bedrijfsauto weg. Zij werden kort daarna aangehouden. Een van de mannen bleek de verdachte te zijn.
Behalve de bedrijfsauto zijn meerdere goederen van het slachtoffer en van zijn werkgever weggenomen bij de beroving.
De rechtbank dient de vraag te beantwoorden of wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte als medepleger betrokken is geweest bij de ten laste gelegde diefstal met geweld.
Een van de verbalisanten heeft gerelateerd dat op zijn diensttelefoon twee foto’s werden gedeeld waarop twee mannen te zien waren. Kennelijk heeft de verbalisant daarmee bedoeld dat de foto’s afkomstig waren van de camerabeelden gemaakt tijdens de beroving. Tijdens de observatie van de geparkeerde bedrijfsauto herkende de verbalisant de mannen die uit de Toyota Aygo stapten als de mannen op de aan hem verstrekte foto’s. Een van hen bleek later de verdachte te zijn. De verbalisant heeft echter geen onderscheidende kenmerken genoemd op basis waarvan hij tot herkenning van de verdachte is gekomen. Het enkel vermelden dat de verdachte voldeed aan het door hemzelf aan de hand van de foto’s opgestelde signalement is onvoldoende. De rechtbank kan op basis daarvan niet met de vereiste mate van zekerheid vaststellen dat de verdachte één van de twee daders is geweest die op de beelden van de beroving te zien zijn.
Ook de herkenning van de verdachte door de verbalisant in samenhang bezien met de overige bewijsmiddelen brengt de rechtbank niet tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de hem ten laste gelegde beroving. Het feit dat de verdachte enkele uren na de beroving samen met een ander in de gestolen bedrijfsauto is gestapt, is daarvoor onvoldoende. Daaruit blijkt immers nog niet zijn betrokkenheid bij die beroving. Dat geldt ook ten aanzien van de bij de verdachte aangetroffen portemonnee van het slachtoffer. Op geen enkele wijze is immers vastgesteld kunnen worden hoe en wanneer de verdachte deze portemonnee heeft verkregen. Verder is de pet van de verdachte aangetroffen in de bedrijfsauto, maar hieruit blijkt enkel dat de verdachte op enig moment in die auto is geweest, hetgeen hij ook erkent. Ook dit levert geen bewijs op dat de verdachte betrokken is geweest bij de beroving van het slachtoffer op de [straatnaam].
De verdachte zal dan ook worden vrijgesproken van de ten laste gelegde diefstal met geweld.

5.Vordering benadeelde partij

[naam bedrijf] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd ter zake van het ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 25.950,77 aan materiële schade.
De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu aan de verdachte geen straf of maatregel wordt opgelegd en artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht geen toepassing vindt.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.

6.Vordering tenuitvoerlegging

Bij vonnis van 20 december 2021 van de politierechter in de rechtbank Den Haag is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertig dagen, waarvan negenentwintig dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren.
De rechtbank zal de vordering na voorwaardelijke veroordeling afwijzen, omdat de verdachte wordt vrijgesproken en niet is gebleken dat hij zich voor het einde van de proeftijd schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit.

7.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

8.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart de benadeelde partij [naam bedrijf] niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
wijst af de gevorderde tenuitvoerlegging van de bij vonnis van 20 december 2021 van de politierechter in de rechtbank Den Haag aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Hello, voorzitter,
en mrs. M.C. Franken en J.L. Luiten, rechters,
in tegenwoordigheid van D.J. Boogert, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij
op of omstreeks 16 januari 2024 te Rotterdam
op de openbare weg, te weten: de [straatnaam], in elk geval op of aan de openbare weg,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een mobiele
telefoon (merk/type: Samsung Galaxy S22) en/of een portemonnee en/of een
rijbewijs op naam van [slachtoffer] en/of een ID-kaart op naam van [slachtoffer]
en/of een bankpas op naam van [slachtoffer] en/of een
portofoon en/of sleutels en/of een (bedrijfs)voertuig (merk/type: Opel Combo)
en/of meerdere pakketten (met edelmetalen) en/of een tablet, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer] en/of [naam bedrijf], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd
voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met
geweld tegen die [slachtoffer] gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te
bereiden en/of
gemakkelijk te maken en/of bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan
(een) andere deelnemer(s) van vermeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken,
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of zijn mededader(s)
- op die [slachtoffer] (die bij zijn (bedrijfs)voertuig stond) is/zijn
aflopen en/of
- die [slachtoffer] bij de hals en/of (om) de nek heeft/hebben vastgepakt
en/of
- die [slachtoffer] (meermalen) in het gezicht, althans op/tegen het hoofd
heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of
- in het bijzijn van die [slachtoffer] tegen elkaar hebben gezegd: "Pak
zijn telefoon, pak zijn sleutels. Pak alles" en/of
- die [slachtoffer] naar de grond heeft/hebben getrokken/gewerkt en/of
- in de broekzakken van die [slachtoffer] heeft/hebben gevoeld en/of
- ( terwijl die [slachtoffer] op de grond lag) die [slachtoffer] (meermalen)
op/tegen een/de be(e)n(en) en/of het lichaam heeft/hebben geschopt en/of
getrapt en/of geslagen en/of gestompt.