Op 12 juli 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende verzoeken om voorlopige voorzieningen. De zaak betreft een verkeersbesluit van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, dat het gebruik van een parkeerstrook door keurmerktaxi’s heeft opgeheven, waardoor deze strook tussen 18.00 en 08.00 uur als gewone parkeergelegenheid kan worden gebruikt. De burgemeester heeft daarnaast toestemming verleend aan een horecagelegenheid om deze parkeergelegenheid tijdelijk in gebruik te nemen als terras. Een derde partij, verzoekster, is het hier niet mee eens en heeft de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken op 4 juli 2024 behandeld. Tijdens de zitting is gebleken dat het verkeersbesluit niet is genomen met het oog op verkeersbelangen, maar voornamelijk om economische redenen, namelijk het mogelijk maken van een terras. De voorzieningenrechter oordeelt dat het college niet aannemelijk heeft gemaakt dat met het verkeersbesluit een verkeersbelang wordt gediend. Daarom heeft de voorzieningenrechter besloten om de bestreden besluiten en het verkeersbesluit te schorsen tot de uitspraak op het beroep. Tevens zijn de burgemeester en het college veroordeeld tot betaling van proceskosten aan verzoekster.
De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de betrokken partijen, aangezien het gebruik van de parkeerstrook als terras voorlopig is stopgezet. De voorzieningenrechter benadrukt dat het oordeel voorlopig is en niet bindend voor een eventueel bodemgeding.