ECLI:NL:RBROT:2024:653

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 februari 2024
Publicatiedatum
2 februari 2024
Zaaknummer
10-215989-23; 10-174083-23; 10-176700-23 en 10-342687-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor meerdere winkeldiefstallen en mishandeling met geweld

Op 5 februari 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van zes winkeldiefstallen, waarvan één met geweld en mishandeling. De geweldshandeling bestond uit bijten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De zaak omvatte meerdere parketnummers, waaronder 10-215989-23, 10-174083-23, 10-176700-23 en 10-342687-23, waarbij de feiten zich hebben voorgedaan tussen juli en augustus 2023 in Schiedam en Vlaardingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mishandeling van een winkelmedewerker en aan diefstal van goederen uit verschillende winkels, waaronder Kruidvat en Lidl. De rechtbank heeft de verklaringen van de aangevers en getuigen als bewijs gebruikt en de verdediging van de verdachte verworpen, waarbij werd gesteld dat er onvoldoende bewijs was voor de mishandeling. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk geweld had gebruikt en dat de diefstallen wettig en overtuigend bewezen konden worden. De verdachte heeft geen verweer gevoerd dat tot vrijspraak leidde. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen bij het bepalen van de straf.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummers: 10-215989-23; 10-174083-23; 10-176700-23 en 10-342687-23 (ttz gev.)
Datum uitspraak: 5 februari 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] ( [geboorteland01] ) op [geboortedatum01],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres01] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de
[detentieadres01] ,
raadsman mr. G.W. Wurpel, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 22 januari 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen met parketnummers 10-215989-23; 10-174083-23; 10-176700-23 en 10-342687-23.
Het ten laste gelegde feit op de dagvaarding met parketnummer 10-174083-23 betreft een mishandeling op 12 juli 2023 te Schiedam. Het ten laste gelegde feit op de dagvaarding met parketnummer 10-176700-23 betreft een winkeldiefstal op 17 juli 2023 te Schiedam. De feiten op de tenlastelegging met parketnummer 10-215989-23 betreffen diefstal met geweld (meermaals, op 24 juli 2023 en 21 augustus 2023) en winkeldiefstal (op 2 en 14 augustus 2023) bij Kruidvatwinkels in Vlaardingen en Schiedam. Het ten laste gelegde feit op de dagvaarding met parketnummer 10-342687-23 betreft een winkeldiefstal op 27 juli 2023 te Maassluis.
De dagvaardingen met parketnummers 10-215989-23 en 10-342687-23 zijn op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie gewijzigd.
De tekst van de (gewijzigde) tenlasteleggingen is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. K.P. Mandos heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het feit ten laste gelegd onder parketnummer 10-174083-2 (mishandeling);
  • bewezenverklaring van de in de zaak met parketnummer 10-215989-21 ten laste gelegde feiten 1 primair, 2, 3, 4 primair, het in de zaak met parketnummer 10-176700-23 ten laste gelegde feit en het in de zaak met parketnummer 10-342687-23 ten laste gelegde feit;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van negen maanden met aftrek van voorarrest.

4.Bewijs

4.1.
Waardering van het bewijs
4.1.1.
Parketnummer 10-174083-23 – mishandeling op 12 juli 2023
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft aangevoerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is voor de mishandeling en de verdachte om die reden vrijgesproken dient te worden.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft bepleit dat de verdachte vrijgesproken dient te worden. Hiertoe is aangevoerd dat de verdachte verbaasd was door het optreden van het winkelpersoneel en dat hij zich enkel uit de situatie heeft willen bevrijden. Er is onvoldoende bewijs dat de verdachte die dag een diefstal heeft gepleegd in de winkel. De verdachte had geen opzet op het toebrengen van pijn en letsel. De verdediging doet subsidiair een beroep op putatief noodweer omdat de verdachte in de veronderstelling verkeerde dat hij zich kon en mocht verdedigen tegen de wederrechtelijke aanranding door het winkelpersoneel.
Beoordeling door de rechtbank
Aangever [aangever01] heeft verklaard dat de verdachte op 12 juli 2023 in de Albert Heijn in Schiedam was en door hem in de gaten werd gehouden omdat hij hem herkende van eerdere winkeldiefstallen. Hij heeft de verdachte aangesproken en naar een personeelskamer gebracht, waar de verdachte begon te vechten. Nadat hij onder controle was gebracht en rustig werd, wilde hij weglopen en heeft hij aangever in zijn gezicht gekrabd en in zijn elleboog gebeten. De politie heeft het letsel van aangever (een wond op zijn arm en rode krassen) waargenomen. Het bijten en krabben van een persoon is naar uiterlijke verschijningsvorm dusdanig gericht op het toebrengen van lichamelijk letsel, dat het niet anders kan dan dat het opzet van de hier op was gericht. De mishandeling kan dan ook wettig en overtuigend bewezen worden.
Door de verdediging is onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de verdachte de hem verweten gedragingen – het krabben en het bijten - heeft verricht in een noodweersituatie. Als de verdachte rustig was gebleven en na een gesprek duidelijk was geworden dat hem niets te verwijten viel, zoals hij zelf heeft aangevoerd, dan had hij de winkel weer ongehinderd kunnen verlaten. De rechtbank verwerpt dat verweer.
4.1.2.
Parketnummer 10-176700-23 – diefstal op 17 juli 2023 bij Lidl
Het laste gelegde feit is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.1.3.
Parketnummer 10-215989-23 (feiten 1 t/m 4) bij verschillende Kruidvatwinkels
Feit 1 (primair) – diefstal op 24 juli 2023
Standpunt verdediging
De verdachte dient vrijgesproken te worden. Er is onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat de verdachte een goed uit de winkel heeft weggenomen. Medewerkers hebben naar aanleiding van het bekijken van camerabeelden verklaard dat de verdachte uit een winkelmandje goederen in zijn broek zou hebben gedaan. Dit wordt niet gezien door de verbalisant die dezelfde camerabeelden heeft bekeken. De officier van justitie heeft ter terechtzitting aangevoerd dat de verdachte een goed in zijn jas zou hebben gestopt, maar hier verklaren de winkelmedewerkers niet over en bovendien is het niet duidelijk wat hij in zijn jas zou hebben gestopt. Er kan niet vastgesteld worden dat het een product uit de winkel is. Er is daarnaast onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voor het bijten in de arm van aangever. Getuigen hebben het bijten niet gezien. De politie heeft geen letsel geconstateerd bij aangever. Wat hierover in de aangifte wordt gezegd, lijken de woorden van aangever te zijn en niet van de politie.
Beoordeling door de rechtbank
Op de camerabeelden van het Kruidvat aan het [straatnaam01] te Schiedam van 24 juli 2023 is te zien dat de verdachte een artikel uit zijn winkelmandje in zijn zak stopt. Een winkelmedewerker verklaart dat de verdachte vervolgens bij de kassa enkel een chocoladereep heeft afgerekend, hetgeen door verdachte wordt bevestigd.
Het product dat de verdachte in zijn zak is gestopt, is niet afgerekend door de verdachte. Door in de winkel, voor de kassa, een (ander) artikel in zijn zak te stoppen is voor het personeel niet langer zichtbaar dat hij ook iets bij zich draagt dat nog betaald moet worden en is er sprake van een voltooide diefstal. Van een voltooide diefstal is dus niet pas sprake op het moment dat iemand met een opzettelijk niet betaald artikel naar buiten is gegaan.
De verklaring van verdachte dat hij iets van zichzelf in zijn jaszak stopte (een telefoon of een portemonnee) is niet aannemelijk, omdat op de camerabeelden te zien is dat hij het betreffende goed uit zijn winkelmandje pakt. Dat hij in dat mandje zijn telefoon en/of portemonnee heeft meegedragen, ligt niet voor de hand.
Toen de verdachte door het winkelpersoneel werd aangesproken, is er een worsteling ontstaan. Aangever heeft verklaard dat hij toen door de verdachte in zijn arm is gebeten, waarna de verdachte heeft kunnen wegkomen. Deze verklaring wordt ondersteund door getuige [getuige01] , die het letsel (inclusief tandafdruk) bij aangever heeft waargenomen.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de diefstal met geweld wettig overtuigend bewezen kan worden.
Feit 2 – diefstal op 2 augustus 2023
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich ten aanzien van de dit feit gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Op de camerabeelden van het Kruidvat aan [straatnaam02] te Vlaardingen van 2 augustus 2023 is te zien dat de verdachte een product onder zijn shirt stopt en daarmee zonder te betalen de winkel is uitgelopen. Op deze wijze heeft hij zich het product, dat aan de Kruidvat toebehoort, feitelijk onder zijn heerschappij gebracht. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de diefstal wettig overtuigend bewezen kan worden.
Feit 3 - diefstal op 14 augustus 2023
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich ten aanzien van dit feit gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank en daarbij opgemerkt dat op de beelden niet te zien is of en zo ja, wat de verdachte uit het winkelmandje in de big shopper heeft gestopt.
Beoordeling door de rechtbank
De verdachte is op 14 augustus 2023 het Kruidvat geleden aan de [straatnaam03] te Vlaardingen binnengaan. Hij heeft daar producten, in elk geval een goed, uit zijn winkelmandje in een big shopper gestopt en heeft daarna de winkel zonder voor de producten te betalen met de big shopper verlaten. Op deze wijze heeft de verdachte zich de feitelijke heerschappij over het goed verschaft.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat de diefstal wettig overtuigend bewezen kan worden. Dat niet vastgesteld kan worden welk product de verdachte heeft weggenomen, doet hier niet aan af.
Feit 4 (primair) – diefstal op 21 augustus 2023
Standpunt officier van justitie
Het primair ten laste gelegde feit, diefstal met geweld, kan wettig en overtuigend worden bewezen. De verdachte heeft ervoor gekozen om een product in zijn tas te stoppen in plaats van in zijn winkelmandje. Hij heeft toen hij werd aangesproken niet aangegeven dat hij het product wilde kopen en heeft ook geen verklaring afgelegd over waarom het in zijn tas zat en niet in zijn winkelmandje. Nadat hij is aangesproken lijkt hij de winkel te willen verlaten. Hij verzet zich bij zijn staandehouding waardoor het uit de hand loopt. Aangever wordt hierbij door de verdachte zijn vinger gebeten.
Standpunt verdediging
De verdediging stelt zich op het standpunt dat de diefstal en de geweldshandeling los van elkaar moeten worden gezien. De verdediging refereert zich ten aanzien van de diefstal en heeft aangevoerd dat de verdachte vrijgesproken dient te worden van diefstal
met geweld. Nadat de verdachte in de winkel is gevraagd het product uit zijn tas te halen en de verdachte deze heeft teruggegeven aan de vrouwelijke medewerker en de verdachte de winkel wil verlaten, is de situatie rondom diefstal beëindigd.
Er is bij de daaropvolgende geweldshandelingen geen oogmerk meer aanwezig om bij betrapping op heterdaad, hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren. Het gestolen goed is dan immers al teruggegeven en de verdachte moest de winkel verlaten. De situaties (diefstal en mishandeling) moeten daarom los van elkaar worden gezien en beoordeeld worden.
Beoordeling door de rechtbank
Op de camerabeelden van het Kruidvat aan de [straatnaam04] te Schiedam op 21 augustus 2023 is te zien dat de verdachte een product in zijn tas stopt, terwijl hij ook een winkelmandje in zijn hand heeft. Aangever verklaart dat hij ziet dat de verdachte het product, als hij wordt aangesproken, uit zijn tas haalt. Op de camerabeelden is te zien dat verdachte daadwerkelijk iets uit zijn tas haalt als hij wordt aangesproken. Door het product in zijn tas te stoppen en niet in zijn winkelmandje, heeft de verdachte het goed aan de feitelijke heerschappij van de winkel onttrokken waardoor de wegneming van het goed als voltooid kan worden beschouwd. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de diefstal wettig en overtuigend bewezen kan worden.
Dat de geweldshandelingen die daarop volgden zijn gepleegd met het oogmerk de vlucht van de verdachte mogelijk te maken of het bezit van het gestolen goed te verzekeren blijkt echter niet. Dat verdachte, naast wat hij had teruggegeven, nog meer spullen in bezit had, die hij alsnog zonder betaling wilde meenemen, blijkt niet uit de bewijsmiddelen. Evenmin blijkt dat hij, toen hij wegliep, door personeel zou zijn tegengehouden. De verschillende verklaringen en camerabeelden geven geen uitsluitsel over de directe aanleiding voor het handgemeen dat vervolgens is ontstaan.
Dit betekent dat de rechtbank de verdachte vrij zal spreken van diefstal met geweld en enkel tot een bewezenverklaring van diefstal zal komen. Omdat (een deel van) het primair ten laste gelegde feit bewezen wordt verklaard, komt de rechtbank niet toe aan een beoordeling van de subsidiair ten laste gelegde feiten.
4.1.4.
Parketnummer 10-342687-23 – diefstal op 27 december 2023
Het laste gelegde feit is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het bij parketnummer 10-215989-23 onder 1 primair, 2, 3, 4 primair en het bij parketnummer 10-174083-23 ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het bij parketnummers 10-176700-23 en 10-342687-23 ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
Parketnummer 10-174083-23
hij op 12 juli 2023 te Schiedam, [slachtoffer01] heeft mishandeld door die [slachtoffer01] een of meermalen
- in de nek en/of het gezicht te krabben en
- in de elleboog te bijten;
Parketnummer 10-176700-23
hij op 17 juli 2023 te Schiedam meerdere blikken Red Bull en Milka chocolade,
diegeheel aan de Lidl, gelegen aan [adres02] , toebehoorden heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Parketnummer 10-215989-23
1
hij op 24 juli 2023 te Schiedam enig goed, dat geheel aan Kruidvat ( [straatnaam01] ), in elk geval aan een ander toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd gevolgd van geweld tegen [slachtoffer02] ,
gepleegd met het oogmerk om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld bestond uit:
- het in de rechterpols of in de armen, van voornoemde [slachtoffer02] te bijten;
2
hij op of omstreeks 02 augustus 2023 te Vlaardingen enig goed, dat geheel aan de Kruidvat ( [straatnaam02] ), toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3
hij op 14 augustus 2023 te Vlaardingen enig goed, dat geheel aan de Kruidvat ( [straatnaam03] ), i toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
4
hij op 21 augustus 2023 te Schiedam, heeft weggenomen enig goed, geheel toebehorende aan de Kruidvat ( [straatnaam05] ), met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
Parketnummer 10-342687-23
hij 27 december 2023 te Maassluis
winkelgoederen (o.a. blikjes mixdranken en chocolade),
die geheel aan de Jumbo,
toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in
cursiefverbeterd. De verdachte is hierdoor niet geschaad in de verdediging.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
Parketnummer 10-174083-23
Mishandeling
Parketnummer 10-176700-23
Diefstal
Parketnummer 10-215989-23
Diefstal, gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren
Diefstal
Diefstal
Diefstal
Parketnummer 10-342687-23
Diefstal
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een mishandeling en zes winkeldiefstallen, waarvan één met geweld. De mishandeling was gericht tegen winkelpersoneel dat hem verdacht van (een poging tot) diefstal. De verdachte heeft bij beide geweldsfeiten het slachtoffer gebeten.
Diefstallen benadelen winkeliers. Niet alleen verliezen zij daarmee inkomsten, maar er moeten ook extra kosten worden gemaakt voor beveiliging en toezicht. De verdachte heeft zich bovendien agressief opgesteld tegen personeel dat hem aansprak over (vermeende) diefstallen en daarbij letsel veroorzaakt. De rechtbank neemt het de verdachte met name kwalijk dat hij heeft gebeten, omdat slachtoffers van bijtwonden – naast de pijn die dat veroorzaakt – zich ook geruime tijd zorgen zullen maken over infectiegevaar.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 30 december 2023, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Wel heeft de verdachte op 16 januari 2023 een voorwaardelijk sepot gekregen voor een winkeldiefstal. Ook is het feit dat onder parketnummer 10-342687-23 ten laste is gelegd gepleegd terwijl de voorlopige hechtenis van de verdachte in de zaak met parketnummer 10-215989-23 voorwaardelijk was geschorst.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd.
De verdediging heeft verzocht een deels voorwaardelijke straf aan de verdachte op te leggen. Echter de eerder aan de verdachte verleende voorwaardelijke schorsing van zijn voorlopige hechtenis en het voorwaardelijk sepot hebben hem er niet van weerhouden opnieuw winkeldiefstallen te gaan plegen en daarbij personeel te mishandelen. Er is, zoals verdachte zelf ook heeft verklaard, sprake van een verslaving aan harddrugs. Er is geen reclasseringsrapport. Of de verdachte geschikt en bereid zou zijn zich te laten begeleiden en welke begeleiding passend zou zijn om herhaling te voorkomen blijkt nergens uit. Hij spreekt alleen Pools en nauwelijks een andere taal, wat de communicatie bemoeilijkt.
Tot slot heeft hij sterk de neiging de oorzaak van de problemen, waarin hij door zijn diefstallen terechtkomt, vooral buiten zichzelf te leggen. De rechtbank ziet dus geen meerwaarde in een voorwaardelijk strafdeel.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 57, 300, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de bij parketnummer 10-215989-23 (feit 1 primair, feit 2, feit 3 en feit 4 primair); 10-174083-23; 10-176700-23 en 10-342687-23 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van de dag waarop de totale duur van de tot dan toe ondergane verzekering en voorlopige hechtenis gelijk zal zijn aan die opgelegde gevangenisstraf.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. van der Leeden, voorzitter,
en mrs. A.P. Hameete en M.A.M. Dekkers, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.M. Grubben, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst (gewijzigde) tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
Parketnummer 10-174083-23
hij op of omstreeks 12 juli 2023 te Schiedam, [slachtoffer01] heeft mishandeld door die [slachtoffer01] een of meermalen
- in/op de nek en/of het gezicht te krabben en/of
- in de elleboog te bijten.
Parketnummer 10-176700-23
hij op of omstreeks 17 juli 2023 te Schiedam meerdere blikken Red Bull en/of Milka chocolade, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan de Lidl, gelegen aan [adres02] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Parketnummer 10-215989-23
1
hij op of omstreeks 24 juli 2023 te Schiedam een of meer parfumflesje(s), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Kruidvat ( [straatnaam01] ), in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer02] ,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of bedreiging met geweld bestond(en) uit:
- het in de rechterpols en/of in de armen, althans het lichaam van voornoemde [slachtoffer02] te bijten;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 24 juli 2023 te Schiedam, [slachtoffer02] heeft mishandeld door voornoemde [slachtoffer02] één of meerdere malen, in de rechterpols en/of in de armen, althans het lichaam te bijten;
2
hij op of omstreeks 02 augustus 2023 te Vlaardingen één of meerdere gezichtsproduct(en), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de Kruidvat ( [straatnaam02] ), in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3
hij op of omstreeks 14 augustus 2023 te Vlaardingen één of meer parfumflesje(s), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de Kruidvat ( [straatnaam03] ), in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
4
hij op of omstreeks 21 augustus 2023 te Schiedam, heeft weggenomen een parfumflesje, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Kruidvat( [straatnaam05] ), in elk geval aan een ander dan aan verdachte, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer03] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het geslotene te verzekeren, welk geweld en/of bedreiging met geweld bestond(en) uit:
- het in de vinger en/of in de hand, althans het lichaam van voornoemde [slachtoffer03] te bijten, terwijl dit feit zwaar lichamelijk letsel bij die [slachtoffer03] ten gevolge heeft gehad, te weten :
- één of meerdere bijtwond(en) in de vinger en/of in de hand, althans het lichaam en/of
- één of meerdere gebroken en/of verbrijzelde vingerkootje(s);
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op 21 augustus 2023 te Schiedam, aan [slachtoffer03] opzettelijk zwaar
lichamelijk letsel, te weten
- één of meerdere bijt(wond)en in de vinger en/of in de hand althans het lichaam en/of
- één of meerdere gebroken en/of verbrijzelde vingerkootje(s)
heeft toegebracht door (met kracht) in de vinger en/of in de hand, althans het
lichaam van die voornoemde [slachtoffer03] te bijten;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht
of zou kunnen leiden:
hij op 21 augustus 2023 te Schiedam [slachtoffer03] heeft mishandeld door
die [slachtoffer03] (met kracht) in de vinger en/of in de hand, althans in het
lichaam te bijten.
Parketnummer 10-342687-23
hij of omstreeks 27 december 2023 te Maassluis
winkelgoederen(o.a. blikjes mixdranken en/of chocolade), in elk geval enig goed,
dat/die geheel of ten dele aan de Jumbo, in elk geval aan een ander
toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.