ECLI:NL:RBROT:2024:6521

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 juli 2024
Publicatiedatum
15 juli 2024
Zaaknummer
C/10/681780 / HA RK 24-609
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek buiten behandeling gesteld wegens evident misbruik van recht

Op 9 juli 2024 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Rotterdam een wrakingsverzoek van een verzoeker buiten behandeling gesteld. Dit verzoek was gericht tegen mr. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten, die eerder op 5 juli 2024 het verzoek van de verzoeker tot wraking niet-ontvankelijk had verklaard. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek tot wraking evident misbruik van recht was, aangezien verzoeker bekend moest zijn met de regels omtrent wraking en het feit dat een wraking na een uitspraak te laat is. De wrakingskamer heeft in overeenstemming met het Wrakingsprotocol van de rechtbank besloten om het verzoek zonder behandeling ter zitting niet-ontvankelijk te verklaren. Bovendien werd bepaald dat een volgend wrakingsverzoek van verzoeker in de hoofdzaak of in deze wrakingsprocedure niet in behandeling zou worden genomen. De beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Wrakingskamer
zaak- en rekestnummer: C/10/681780 / HA RK 24-609
Beslissing van 9 juli 2024
van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoeker],
woonplaats: [woonplaats],
hierna te noemen: verzoeker,
strekkende tot de wraking van
de meervoudige wrakingskamer die uitspraak heeft gedaan op het wrakingsverzoek van verzoeker gericht tegen mr. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten.

1.De beoordeling

1.1.
Deze meervoudige wrakingskamer heeft verzoeker bij beslissing van 5 juli 2024 niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking van mr. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten. Vervolgens heeft verzoeker deze wrakingskamer bij e-mail van 5 juli 2024 gewraakt.
1.2.
In artikel 8, tweede lid, aanhef en onder h, van het Wrakingsprotocol van deze rechtbank is bepaald, voor zover hier van belang, dat de wrakingskamer een verzoek tot wraking zonder behandeling ter zitting aanstonds niet-ontvankelijk kan verklaren indien het een verzoek tot wraking van de wrakingskamer of één of meer van haar leden betreft en sprake is van evident misbruik van recht. In het derde lid van dit artikel is bepaald dat de wrakingskamer een tegen haar of één van haar leden gericht verzoek tot wraking buiten behandeling kan laten als zij van oordeel is dat de onder h. genoemde omstandigheid zich voordoet.
1.3.
Naar het oordeel van de wrakingskamer doet de onder h. bedoelde omstandigheid zich voor. Verzoeker moet er uit hoofde van eerdere wrakingsverzoeken mee bekend zijn dat een wraking die wordt gedaan nadat uitspraak is gedaan, te laat is. Verder lijkt verzoeker al met het inleidende wrakingsverzoek feitelijk een hoger beroep tegen de beslissing in het kort geding te willen bereiken, waarvoor een wraking niet bedoeld is.
1.4.
De wrakingskamer stelt het verzoek tot wraking van de wrakingskamer daarom buiten behandeling.
1.5.
Om dezelfde reden bepaalt de wrakingskamer met toepassing van artikel 39, vierde lid van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering dat een volgend wrakingsverzoek niet in behandeling wordt genomen. Verdere correspondentie daarover van verzoeker blijft onbeantwoord.

2.De beslissing

De rechtbank:
2.1.
stelt het verzoek tot wraking buiten behandeling;
2.2.
bepaalt dat een volgend wrakingsverzoek van verzoeker in de hoofdzaak met zaak- en rolnummer C/10/658586 / KG ZA 23-449 of in deze wrakingsprocedure niet in behandeling wordt genomen.
Deze beslissing is gegeven door mr. dr. P.G.J. van den Berg, voorzitter, mr. drs. J. van den Bos en mr. G.A. Bouter-Rijksen, rechters, in aanwezigheid van de griffier, en in het openbaar uitgesproken op 9 juli 2024.
De griffier is buiten staat deze uitspraak
mede te ondertekenen.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.