Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- Het tussenvonnis van 19 april 2024 en de daarin genoemde stukken;
- de akte van [gedaagde], met bijlagen;
- de akte van [eiseres], met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, is op 12 juli 2024 een eindvonnis uitgesproken na een eerder tussenvonnis van 19 april 2024. De zaak betreft een conflict tussen twee partijen, die een relatie hebben gehad, over schade aan roerende zaken, waaronder een auto en spullen die in een garagebox stonden. De eiseres in conventie, vertegenwoordigd door mr. M. Ahmadi, en de gedaagde in conventie, vertegenwoordigd door mr. L.A. Alderlieste, hebben over en weer vorderingen ingesteld. De gedaagde heeft schadeposten ingediend ter waarde van € 23.620,-, maar de eiseres betwistte de waardering van deze spullen.
De kantonrechter heeft in het tussenvonnis geoordeeld dat de gedaagde de schade niet voldoende had onderbouwd, maar heeft in het eindvonnis besloten dat, gezien de omstandigheden, de schadevergoeding op € 12.500,- wordt vastgesteld. Daarnaast is de gedaagde in het gelijk gesteld wat betreft de afgifte van de auto, met een verbeurte van een dwangsom van € 100,- per dag bij niet-nakoming. De eiseres is veroordeeld in de proceskosten, die aan de kant van de gedaagde zijn begroot op € 677,-. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.
De beslissing van de kantonrechter omvat de veroordeling van de eiseres tot afgifte van de Chrevolet Avalanche aan de gedaagde binnen twee weken na betekening van het vonnis, alsook de schadevergoeding en de proceskosten. Alle overige vorderingen zijn afgewezen.