Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 200 uur subsidiair 100 dagen hechtenis met aftrek van voorarrest en een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van twaalf maanden, waarvan zes maanden en twee dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander wordt gedood;
overtreding van artikel 7, eerste lid, onderdeel c van de Wegenverkeerswet 1994.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
taakstraf voor de duur van 200 (tweehonderd) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
188 (honderdachtentachtig) urente verrichten taakstraf resteert;
94 dagen;
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de tijd van
360 (driehonderdzestig) dagen;
178 (honderdachtenzeventig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzijde rechter later anders mocht gelasten;
2 (twee) jaren;