ECLI:NL:RBROT:2024:6456

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 juli 2024
Publicatiedatum
11 juli 2024
Zaaknummer
11004959 CV EXPL 24-7953
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van vorderingen inzake onbetaalde zorgpremie en incassokosten

In deze zaak heeft Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde die een zorgverzekering bij hen had afgesloten. De eiseres stelt dat de gedaagde de zorgpremie over september 2022 niet heeft betaald en vordert naast de hoofdsom ook buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. De totale vordering bedraagt € 195,92. De gedaagde heeft erkend dat de zorgpremie niet is betaald, maar betwist de bijkomende kosten, omdat zij nooit eerder brieven of aanmaningen heeft ontvangen.

De kantonrechter heeft de vorderingen van Zilveren Kruis toegewezen. De hoofdsom van € 143,54 voor de zorgpremie wordt toegewezen, evenals de incassokosten van € 48,40. De kantonrechter oordeelt dat de incassokosten terecht zijn gevorderd, omdat de gedaagde niet heeft weersproken dat zij de veertiendagenbrief per e-mail heeft ontvangen. Daarnaast wordt de wettelijke rente van € 3,98 toegewezen, omdat de gedaagde in verzuim is met de betaling van de premie.

De gedaagde wordt ook veroordeeld in de proceskosten, die door de kantonrechter zijn begroot op € 367,39. Dit bedrag is opgebouwd uit dagvaardingskosten, griffierecht, salaris voor de gemachtigde en nakosten. Het vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Zilveren Kruis dat heeft geëist en de gedaagde hierop niet heeft gereageerd. De uitspraak is gedaan door mr. V.F. Milders en is openbaar uitgesproken op 12 juli 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11004959 CV EXPL 24-7953
datum uitspraak: 12 juli 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.,
vestigingsplaats: Leiden,
eiseres,
gemachtigde: Flanderijn Incasso Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: [woonplaats],
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Zilveren Kruis’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 4 maart 2024, met bijlagen;
  • het antwoord;
  • de repliek, met bijlagen.
1.2.
[gedaagde] is in de gelegenheid gesteld om te reageren op de repliek, maar van die mogelijkheid heeft zij geen gebruik gemaakt.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
[gedaagde] heeft bij Zilveren Kruis een zorgverzekering afgesloten. Volgens Zilveren Kruis heeft zij de zorgpremie over september 2022 niet betaald. Omdat [gedaagde] niet op tijd heeft betaald, worden ook buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente gevorderd. Het gaat in totaal om € 195,92. Verder wil Zilveren Kruis dat [gedaagde] in de proceskosten wordt veroordeeld. Zij erkent dat de zorgpremie niet is betaald, maar is het niet eens met de bijkomende kosten. Zij heeft namelijk nooit eerder brieven of aanmaningen ontvangen.
2.2.
De vorderingen van Zilveren Kruis worden toegewezen. Hierna wordt uitgelegd waarop deze beslissing is gebaseerd.
Premie september 2022
2.3.
[gedaagde] heeft erkend dat zij de premie voor september 2022 moet betalen. Dit betekent dat de gevorderde hoofdsom van € 143,54 wordt toegewezen.
Incassokosten
2.4.
De incassokosten van € 48,40 worden toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 van het Burgerlijk Wetboek (BW)). [gedaagde] betwist dat zij de brief waarin de incassokosten zijn aangezegd, heeft ontvangen. Zilveren Kruis heeft echter gesteld dat deze ook naar haar mailadres is gestuurd. Omdat [gedaagde] dit niet heeft weersproken, wordt ervan uit gegaan dat zij die brief in ieder geval per mail heeft ontvangen.
Wettelijke rente
2.5.
De wettelijke rente van € 3,98 wordt toegewezen, omdat [gedaagde] de premie niet op tijd heeft betaald. Zij is daarom op grond van artikel 6:119 BW wettelijke rente verschuldigd over de tijd dat zij met de betaling van de premie in verzuim is. Zilveren Kruis heeft gesteld dat dat tot 4 maart 2024 € 3,98 is en [gedaagde] heeft dat niet betwist.
Proceskosten
2.6.
[gedaagde] moet de proceskosten betalen omdat zij ongelijk krijgt. De proceskosten zijn namelijk niet ten onrechte gemaakt. Op het moment van het uitbrengen van de dagvaarding had [gedaagde] de premie nog niet betaald, terwijl zij dat wel had moeten doen. Zilveren Kruis heeft haar ook nog aangemaand om te betalen. Omdat ook daarna niet is betaald, is Zilveren Kruis deze rechtszaak gestart. De kantonrechter begroot de proceskosten aan de kant van Zilveren Kruis op € 137,39 aan dagvaardingskosten,
€ 130,- aan griffierecht, € 80,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 40,-) en € 20,- aan nakosten. Dat is in totaal € 367,39. Hier kan nog een bedrag bijkomen als dit vonnis wordt betekend.
Uitvoerbaar bij voorraad
2.7.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Zilveren Kruis dat eist en [gedaagde] daar niet op heeft gereageerd (artikel 233 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Zilveren Kruis te betalen € 195,92 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 143,54 vanaf 4 maart 2024 tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, die aan de kant van Zilveren Kruis worden begroot op € 367,39;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.F. Milders en in het openbaar uitgesproken.
53954