In deze zaak vordert Stichting Havensteder betaling van huurachterstand van gedaagden, die zelf procederen. De huurachterstand bedraagt € 3.444,94, maar Havensteder heeft een oneerlijke huurprijswijzigingsbepaling toegepast, waardoor de huurverhogingen ongeldig zijn verklaard. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurprijs die bij het aangaan van de overeenkomst is afgesproken, nog steeds geldt. De partijen hebben een betalingsregeling afgesproken, waarbij gedaagden de huurachterstand in termijnen kunnen betalen, mits zij zich aan deze regeling houden. Indien gedaagden zich niet aan de betalingsregeling houden, kan de huurovereenkomst worden ontbonden en moeten zij de woning ontruimen. De kantonrechter heeft de proceskosten aan de zijde van Havensteder vastgesteld op € 1.226,97 en het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De rechter heeft ook geoordeeld dat de huurprijswijzigingsbepaling oneerlijk is, omdat deze de verhuurder te veel bevoegdheden geeft ten opzichte van de huurder. Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Poiesz en in het openbaar uitgesproken op 12 juli 2024.