In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 26 januari 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Wooncompas en de bewindvoerder van [naam01]. Wooncompas heeft de ontbinding van de huurovereenkomst geëist, omdat [naam01] ernstige overlast zou veroorzaken vanuit zijn huurwoning. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [naam01] sinds mei 2021 huurt van Wooncompas en dat er herhaaldelijk klachten zijn binnengekomen over zijn gedrag, waaronder intimidatie van buren, drugsgerelateerde overlast en het veroorzaken van een onveilige situatie voor andere bewoners. Ondanks meerdere waarschuwingen van Wooncompas heeft [naam01] zijn gedrag niet verbeterd.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de tekortkomingen van [naam01] ernstig zijn en dat de ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd is. De rechter heeft de ontruimingstermijn vastgesteld op drie maanden, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van [naam01] en de hulp die hij ontvangt. De bewindvoerder is veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 758,63. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Wooncompas direct kan overgaan tot ontruiming indien nodig.
De uitspraak benadrukt het belang van leefbaarheid en veiligheid in huurwoningen en de verantwoordelijkheden van huurders om zich als goede huurders te gedragen. De kantonrechter heeft ook rekening gehouden met de belangen van de huurder, maar heeft uiteindelijk besloten dat de overlast voor de omwonenden zwaarder weegt.