ECLI:NL:RBROT:2024:6412

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 mei 2024
Publicatiedatum
10 juli 2024
Zaaknummer
10/022910-24
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Straatroof van een iPhone 15 met geweld, mededaderschap en bewijswaardering

Op 16 mei 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van straatroof. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 19 januari 2024 in Bleiswijk, waar de aangever, een verkoper van een iPhone 15, door twee jongens werd beroofd. De verdachte, die op dat moment als chauffeur van de vluchtauto fungeerde, werd beschuldigd van medeplichtigheid aan de straatroof. De officier van justitie eiste vrijspraak voor de primair en subsidiair ten laste gelegde feiten, maar wel een veroordeling voor het meer subsidiaire feit van witwassen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte een significante rol had gespeeld in de beroving, aangezien hij de vluchtauto bestuurde en de gestolen goederen in zijn bezit had. De rechtbank oordeelde dat de verdachte als medepleger van de straatroof kan worden aangemerkt, maar sprak hem vrij van het gebruik van geweld met een mes, omdat er onvoldoende bewijs was dat hij hiervan op de hoogte was. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 10 maanden op, rekening houdend met de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die geen eerdere veroordelingen had voor soortgelijke feiten. De in beslag genomen iPhone 15 werd teruggegeven aan de aangever, die als rechthebbende werd aangemerkt.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/022910-24
Datum uitspraak: 16 mei 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2002,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres] , [postcode] te [woonplaats] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de P.I. [naam PI] , locatie [detentielocatie] ,
raadsvrouw mr. L.A. Versteegh, advocaat te 's-Gravenhage.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 2 mei 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. N. van der Meij heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het onder primair en subsidiair ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van het onder meer subsidiair ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van twee weken met aftrek van voorarrest;
  • opheffing van de voorlopige hechtenis.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering
4.1.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de verdachte geen wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan de straatroof en dus niet als mededader van de straatroof kan worden aangemerkt en, zo hij de vluchtauto al zou hebben bestuurd, ten aanzien van de verdachte de voor medeplichtigheid vereiste dubbele opzet niet bewezen kan worden. Verdachte moet daarom worden vrijgesproken van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde feit. Wel kan het meer subsidiaire ten laste gelegde feit, witwassen, wettig en overtuigend worden bewezen. De verdachte heeft de gestolen goederen voorhanden gehad en deze verstopt. Gelet op de wijze van verstoppen van de goederen moet hij hebben geweten dat deze goederen van diefstal afkomstig waren.
4.1.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit ten aanzien van de primair en subsidiair ten laste gelegde feiten. De verdachte is niet op de hoogte geweest van het voornemen om het slachtoffer van zijn telefoon te beroven. Hij is niet betrokken geweest bij de (verkoop)afspraken die zijn gemaakt met het slachtoffer en heeft ook nooit fysiek contact met hem gehad. De gedragingen van de verdachte kunnen ook niet als medeplegen worden gekwalificeerd. Er is immers geen sprake van een intellectuele en/of materiele bijdrage van voldoende gewicht. Vanwege het ontbreken van dubbel opzet is medeplichtigheid evenmin aan de orde. Wat betreft het meer subsidiair ten laste gelegd feit refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank.
4.1.3.
Beoordeling
De rechtbank gaat op grond van de bewijsmiddelen van het volgende uit.
In de avond van 19 januari 2024 tussen 20.00 uur en 21.00 uur is de aangever in Bleiswijk op straat door twee jongens beroofd van de door hem te koop aangeboden iPhone15 voorzien van het serienummer [serienummer] en het IMEI-nummer [IMEI-nummer] .
Een week eerder had de aangever die telefoon op Marktplaats te koop aangeboden, waarna zich op 19 januari 2024 een zekere [naam] als koper had gemeld. Zij hebben toen afgesproken elkaar nog diezelfde avond bij de Lidl in Bleiswijk te treffen.
Rond 20.00 uur is de aangever op de afgesproken plaats door twee jongens aangesproken. Zij hebben de iPhone15 met doos en de bijbehorende factuur bekeken en zijn onder het mom van verificatie even weggegaan. Toen zij even later weer bij de aangever terugkwamen hebben zij de aangever geduwd en een mes van ca. 30 centimeter op zijn buik gehouden en hebben de telefoon en de aankoopbon van de aangever afgepakt en zijn vervolgens weggerend.
Op grond van de verklaringen van de aangever en de getuige [getuige] , in combinatie met camerabeelden, concludeert de rechtbank dat de twee daders vanaf de Lidl over de Hoefweg naar de kruising met de Heulslootweg zijn weggerend, achtervolgd door de aangever.
De getuige [getuige] ziet één van de twee achtervolgde jongens in de buurt van de plaats delict in een auto met kenteken [kentekennummer] stappen en plaatsnemen achter de bestuurder. Deze auto stond op dat moment midden op de Heulslootweg geparkeerd, hield daarmee het overige verkeer op en reed nadat de jongen was ingestapt met hoge snelheid weg in de richting van Zoetermeer.
Op grond van de plaats waar de auto stond te wachten en de wijze waarop de auto onmiddellijk is weggereden nadat de rennende jongen was ingestapt, concludeert de rechtbank dat deze auto als vluchtauto heeft gediend ten behoeve van de daders van de beroving.
Het kenteken van de auto staat op naam van de verdachte en de politie treft om 20.48 uur, dus kort na de beroving in Bleiswijk, deze auto aan voor de woning van de verdachte. Verbalisanten constateren dat de uitlaat dan nog warm aanvoelt, terwijl de buitentemperatuur op dat moment rond het vriespunt lag. In de woning treffen verbalisanten vervolgens de verdachte aan in het gezelschap van de twee medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] .
De verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij met zijn auto in Bleiswijk vrienden heeft opgehaald. Eerder, namelijk bij de rechter-commissaris, had hij verklaard dat zij toen met in totaal drie personen in de auto hadden gezeten.
Uit onderzoek van de politie is gebleken dat de telefoons van de verdachte en van medeverdachte [medeverdachte 2] tussen 19.36 uur en 20.25 uur hebben aangestraald op een zendmast in Bleiswijk in de buurt van de plaats delict.
Bij de fouillering van verdachte [verdachte] valt vervolgens een prop papier uit een pijp van zijn boxershort. Dit blijkt de aankoopbon van de gestolen iPhone15 te zijn. Op aanwijzing van de verdachte is vervolgens in de voering van een bureaustoel ook de gestolen iPhone15 (nog in de doos) aangetroffen. Serienummer en IMEI-nummer matchen met de telefoon waarvan de aangever kort tevoren was beroofd.
Uit deze feiten en omstandigheden leidt de rechtbank af dat de verdachte de chauffeur is geweest van de vluchtauto en dat de vrienden waarover hij heeft gesproken de twee bij hem thuis aangetroffen medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] betreffen.
Beiden voldoen ook aan het signalement dat door de aangever en de getuige [getuige] is doorgegeven, waarbij met name de Moncler muts van [medeverdachte 1] in het oog springt.
Uit het feit dat de verdachte met de auto midden op de weg stond te wachten en onmiddellijk met hoge snelheid wegreed toen zijn vrienden aan kwamen rennen en instapten leidt de rechtbank af dat de verdachte op de hoogte is geweest van het feit dat direct daarvoor een strafbaar feit (beroving) had plaatsgevonden en men zich spoorslags uit de voeten moest maken. Dat de verdachte een significante rol bij dit strafbare feit heeft gehad, wordt niet alleen bevestigd door het feit dat hij als de chauffeur van de vluchtauto is opgetreden, maar ook dat men naar zijn huis is gereden en hij de beschikking had over de buit. De gestolen factuur bevond zich immers in zijn onderbroek en de telefoon was in zijn bureaustoel verstopt. Hiermee is sprake van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de twee personen die de feitelijke beroving hebben uitgevoerd, waarbij de verdachte een bijdrage van zodanig gewicht aan de straatroof heeft geleverd dat hij als medepleger daarvan kan worden aangemerkt.
Het dossier bevat onvoldoende aanknopingspunten om te kunnen concluderen dat de verdachte wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat zijn medeverdachten bij de beroving ook een mes zouden gaan gebruiken. De verdachte zal van dit onderdeel dan ook worden vrijgesproken.
De verdachte heeft iedere betrokkenheid bij de beroving ontkend en stelt daartoe dat hij enkel op verzoek van iemand op een adres in Bleiswijk vrienden moest op gaan halen. Echter, vragen over wie hem dat had gevraagd, wie hij in Bleiswijk moest ophalen, naar welk adres hij moest gaan, over de wijze waarop hij is weggereden en tot slot over het bij hem aantreffen van de gestolen iPhone15 en aankoopbon heeft verdachte niet willen beantwoorden. De rechtbank acht dan ook het door de verdachte geschetste alternatieve scenario in het licht van het vorenstaande niet aannemelijk geworden.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op 19 januari 2024 te Bleiswijk, gemeente Lansingerland,
tezamen en in vereniging met anderen, op de openbare weg, te weten de Hoefweg,
een smartphone (merk: Apple, type: iPhone 15) en/ de bijbehorende factuur, die aan [slachtoffer] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, van geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij
betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf
hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te
verzekeren, door
- die [slachtoffer] een duw tegen het lichaam te geven.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
diefstal, voorafgegaan van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heter daad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich samen met twee anderen schuldig gemaakt aan het op straat beroven van de verkoper van een iPhone. Een straatroof is een ernstig feit en heeft een flinke impact op het leven van het slachtoffer. De verdachte en zijn mededaders hebben niet alleen misbruik gemaakt van het vertrouwen van het slachtoffer die dacht met bonafide kopers te maken te hebben, maar zij hebben ook zijn gevoel van veiligheid ernstig aangetast; hij vreesde voor zijn leven. De verdachte laat hiermee zien dat hij geen respect heeft voor andermans eigendommen en lichamelijke integriteit. Daarnaast zorgen dit soort feiten voor een algemeen gevoel van onveiligheid op straat, een gevoel dat impact heeft op de hele samenleving. De rechtbank neemt de verdachte dit kwalijk, evenals het feit dat hij ter zitting geen enkele verantwoordelijkheid voor zijn daden heeft willen nemen.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 20 maart 2024, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van het feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. De rechtbank heeft in strafmatigende zin rekening gehouden met het blanco strafblad van de verdachte.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.

8.In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen telefoon te geven aan aangever, die ten aanzien van dit voorwerp redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft geen verweer gevoerd.
8.3.
Beoordeling
De in beslag genomen iphone15 zal worden teruggegeven aan degene die redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt. Uit het dossier blijkt dat [slachtoffer] als rechthebbende moet worden aangemerkt.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op artikel 312 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het primair ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
gelast de teruggave aan
[slachtoffer]van:
- de Apple iPhone 15, registratienummer: [IMEI-nummer] , serienummer: [serienummer] , goednummer: [beslagnummer] .
Dit vonnis is gewezen door mr. G.P. van de Beek voorzitter,
en mrs. C.G. van de Grampel en G.B. Plomp rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D.R. Kroonbergs griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 19 januari 2024 te Bleiswijk, gemeente Lansingerland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, op de openbare weg, te weten de Hoefweg,
een smartphone (merk: Apple, type: iPhone 15) en/of de bijbehorende factuur, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in
elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s)
toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of
gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het
oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij
betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf
hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te
verzekeren, door
- die [slachtoffer] een duw tegen het lichaam te geven, en/of
- ( vervolgens) een mes te tonen en/of
- ( vervolgens) het mes tegen de buik, althans tegen het lichaam, van die [slachtoffer] te zetten/drukken;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meerdere onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks 19 januari 2024 te Bleiswijk, gemeente Lansingerland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, op de openbare weg, te weten de Hoefweg,
een smartphone (merk: Apple, type: iPhone 15) en/of de bijbehorende factuur, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander dan aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meerdere onbekend gebleven perso(o)n(en) en/of zijn/hun mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemers aan dat misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren door
- die [slachtoffer] een duw tegen het lichaam te geven, en/of
- ( vervolgens) een mes te tonen en/of
- ( vervolgens) het mes tegen de buik, althans tegen het lichaam, van die [slachtoffer] te zetten/drukken,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 19 januari 2024 te Bleiswijk, gemeente Lansingerland opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
- zijn die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meerdere onbekend gebleven perso(o)n(en) met een auto naar de plaats delict te brengen, en/of
- klaar te staan met een vluchtauto, en/of
- die vluchtauto te besturen, en/of
- zijn die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meerdere onbekend gebleven perso(o)n(en) met behulp van de vluchtauto weg te rijden van de plaats delict, en/of
- die weggenomen goederen heeft verstopt en/of verstopt gehouden;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 19 januari 2024 te Zoetermeer, althans in Nederland,
(van) een smartphone van het merk Apple, type iPhone 15, althans een of meer voorwerpen
Sub a
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en) was/waren, en/of
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp(en) voorhanden had(den)
Sub b
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of
- gebruik heeft gemaakt
terwijl hij, verdachte, wist, dan wel redelijkerwijs moest vermoeden, dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf