ECLI:NL:RBROT:2024:6391
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van aanmaningskosten bij naheffingsaanslag parkeerbelasting en de bekendmaking daarvan via MijnOverheid
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 10 juli 2024, in de zaak ROT 22/5759, wordt het beroep van eiser tegen de aanmaning van 4 oktober 2022 met betrekking tot de naheffingsaanslag parkeerbelasting van 11 augustus 2022 beoordeeld. De invorderingsambtenaar van de gemeente Rotterdam had het bezwaar van eiser ongegrond verklaard. Tijdens de zitting op 23 november 2023 was de gemachtigde van eiser afwezig, terwijl de gemachtigden van de invorderingsambtenaar wel aanwezig waren. De rechtbank heeft het onderzoek heropend en inlichtingen opgevraagd bij Logius, de beheerder van MijnOverheid.
De rechtbank concludeert dat de invorderingsambtenaar terecht aanmaningskosten in rekening heeft gebracht. Eiser had zich aangemeld voor MijnOverheid en had aangegeven berichten van de gemeente Rotterdam via deze weg te willen ontvangen. De rechtbank stelt vast dat de naheffingsaanslag op 17 augustus 2022 op de juiste wijze bekend is gemaakt. Eiser was in verzuim omdat hij niet binnen de gestelde termijn had betaald. De rechtbank oordeelt dat de aanmaningskosten van € 8,- terecht zijn opgelegd en dat het beroep van eiser ongegrond is. Eiser moet de aanmaningskosten betalen en krijgt geen griffierecht of proceskosten vergoed.
De uitspraak benadrukt het belang van correcte bekendmaking van belastingaanslagen en de rechten en plichten van belastingplichtigen in het kader van elektronische communicatie.