4.3.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder parketnummers 09/200286-23 en 10/047752-24 ten laste gelegde feiten heeft begaan op die wijze dat:
parketnummer 09/200286-23:
hij op 4 augustus 2023 te 's-Gravenhage,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen
opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht door een steen door de ruit van een
bedrijfspand van [naam bedrij] aan de [adres delict 1] te gooien en vervolgens
open vuur in aanraking te brengen met een Cobra C6 en vervolgens die Cobra C6 door
de ruit van voornoemd bedrijfspand te gooien, terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor voornoemd bedrijfspand en de
zich daarin bevindende auto's en de zich daarin bevindende inboedel en de
omliggende woningen en
- levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor
de zich in voornoemd bedrijfspand bevindende personen en de bewoners
van de omliggende woningen,
te duchten was;
parketnummer 10/047752-24:
1. primair
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of (een) (tot op heden) onbekend gebleven
perso(o)n(en) op 11 februari 2024 te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
opzettelijk en wederrechtelijk een gebouw, gelegen aan de [adres delict 2] , toebehorende aan een ander of anderen dan aan voornoemde perso(o)
n(en)
of verdachte, heeft/hebben beschadigd
door met een vuurwapen een projectiel af te vuren in de richting van
het raam van de woning aan de [adres delict 2] ,
welk strafbaar feit hij, verdachte in of omstreeks de periode van 1 februari 2024 tot
en met 11 februari 2024 te Rotterdam
opzettelijk heeft uitgelokt door giften, beloften, en het verschaffen van gelegenheid, middelen of
inlichtingen, te weten door
- de adresgegevens en een afbeelding van dit pand aan voornoemde [medeverdachte 1] te verstrekken, en
- 1000,- euro te noemen in een bericht naar voornoemde [medeverdachte 1] , dat zou worden betaald voor de beschieting van het gebouw en
- aan die [medeverdachte 1] te vragen hoe laat hij “die ding” ging klaren, en
- instructies te geven om op het raam van voornoemd gebouw te schieten , en
- instructies te geven waar de auto geparkeerd moest worden en waar moest
worden uitgestapt om daarna het pand te beschieten;
2. primair
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of (een) (tot op heden) onbekend gebleven
perso(o)n(en) op 11 februari 2024 te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
(familieleden van) de bewoners van de woning aan de [adres delict 2] hebben
bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht
door met een vuurwapen een projectiel af te vuren in de richting van
het raam van de woning aan de [adres delict 2] , toebehorende aan voornoemde
(familieleden van) de bewoners van die woning,
welk strafbaar feit hij, verdachte in of omstreeks de periode van 1 februari 2024 tot
en met 11 februari 2024 te Rotterdam
opzettelijk heeft uitgelokt door giften, beloften, en het verschaffen van gelegenheid, middelen of
inlichtingen, te weten door
- de adresgegevens en een afbeelding van dit pand aan voornoemde
[medeverdachte 1] te verstrekken, en
- 1000,- euro te noemen in een bericht naar voornoemde
[medeverdachte 1] , dat zou worden betaald voor de beschieting van het gebouw en
- aan die [medeverdachte 1] te vragen hoe laat hij “die ding” ging klaren, en
- instructies te geven om op het raam van voornoemd gebouw te schieten , en
- instructies te geven waar de auto geparkeerd moest worden en waar moest
worden uitgestapt om daarna het pand te beschieten.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.