Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 10 juli 2024 in de zaak tussen
[eiser], uit [plaatsnaam], eiser,
de korpschef van Politie, de korpschef
Inleiding
1 februari 2017 in schaal 9, trede 14, van het Besluit bezoldiging politie (Bbp) ingeschaald met OVW-periodieken naar schaal 10, trede 14, van het Bbp (herstelbesluit).
Achtergrond
Beoordeling door de rechtbank
“Daarnaast zijn aan jouw functie 24 of meer Onvermijdelijk Verzwarende Werkomstandigheden punten toegekend. Op grond hiervan kun je, wanneer je op de periodiekdatum minimaal 1 jaar op het maximum van je salarisschaal bent bezoldigd, in aanmerking komen voor OVW-periodieken in de naast hogere schaal.”.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit I ongegrond voor zover dat ziet op de niet-ontvankelijk verklaring van eisers bezwaar tegen de salarisspecificatie van mei 2023;
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit I gegrond voor zover dat op het afwijzingsbesluit ziet;
- vernietigt het bestreden besluit I en herroept het afwijzingsbesluit voor zover daarin eisers verzoek is aangemerkt als een verzoek om op een in rechte vaststaand besluit terug te komen en dat verzoek is afgewezen;
- vat eisers verzoek op als een verzoek om naleving van het aanstellingsbesluit en wijst dat verzoek toe voor zover dat op de inschaling ziet en wijst dat verzoek af voor zover het op OVW-periodieken ziet;
- bepaalt dat eiser met ingang van 1 februari 2017 in schaal 10, trede 14, van het Bbp is ingeschaald;
- verklaart het beroep tegen het besluit bestreden II gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit II en herroept het herstelbesluit;
- bepaalt dat de korpschef het griffierecht van € 184,- aan eiser moet vergoeden.
mr. J.J.R. Lautenbach, leden, in aanwezigheid van mr.P.F.H.M. Terstegge, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 10 juli 2024.