ECLI:NL:RBROT:2024:6323
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens ontbreken procesbelang na akkoord betalingsregeling
Op 11 juli 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en het UWV. Eiseres had eerder een verzoek ingediend bij het UWV voor kwijtschelding van openstaande vorderingen, welke was afgewezen. Na een bezwaarprocedure en een zitting op 4 april 2024, heeft het UWV een voorstel voor een betalingsregeling gedaan, waar eiseres schriftelijk mee akkoord ging. Dit voorstel werd vastgelegd in een gewijzigde beslissing op bezwaar op 15 april 2024, waarin het UWV bevestigde dat bij betaling van een maandelijks bedrag van € 429, het openstaande bedrag op 1 januari 2028 zou worden kwijtgescholden.
Eiseres heeft op 13 mei 2024 aangegeven in te stemmen met het bestreden besluit en verzocht om dit in een beschikking van de rechtbank op te nemen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres geen belang meer had bij een inhoudelijk oordeel over haar beroep, aangezien zij met het UWV een schikking had bereikt. Hierdoor werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van procesbelang. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor vergoeding van griffierecht of proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 11 juli 2024.