ECLI:NL:RBROT:2024:632

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 januari 2024
Publicatiedatum
2 februari 2024
Zaaknummer
C/10/671479 / FA RK 24-75
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 9 januari 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam een mondelinge beslissing genomen over de voortzetting van een crisismaatregel voor betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis met katatone kenmerken. De officier van justitie had op 5 januari 2024 verzocht om voortzetting van de crisismaatregel die op 4 januari 2024 was opgelegd. Tijdens de mondelinge behandeling werd vastgesteld dat betrokkene in een ernstige crisissituatie verkeerde, met een aanzienlijk risico op levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel. Betrokkene had zijn medicatie niet ingenomen en vertoonde zorgwekkend gedrag, wat leidde tot de conclusie dat de situatie niet kon worden afgewacht tot een zorgmachtiging was verleend.

De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk was om het ernstig nadeel af te wenden. De voorgestelde maatregelen omvatten het toedienen van medicatie, medische controles, beperking van de bewegingsvrijheid en opname in een accommodatie. De rechtbank wees andere door de officier verzochte vormen van zorg af, omdat deze niet voldoende gemotiveerd waren. Betrokkene verzet zich tegen de voorgestelde zorg, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende vertrouwen was dat betrokkene zonder deze zorg naar huis kon gaan.

De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die geldig is tot en met 30 januari 2024. Deze beslissing werd mondeling gegeven door rechter S.L. Raphael en is op 18 januari 2024 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/671479 / FA RK 24-75
Referentienummer: VCM/IND/126656
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 9 januari 2024 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[betrokkene01],
geboren op [geboortedatum01], [geboorteplaats01] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [woonplaats01] ,
op dit moment verblijvende in [naam instelling01] te [plaats01] ,
advocaat mr. J.J. van Santbrink te Rotterdam.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 5 januari 2024, heeft de officier verzocht om voortzetting van de op 4 januari 2024 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 4 januari 2024;
  • de medische verklaring opgesteld door [naam01] , psychiater, van 4 januari 2024;
  • de gegevens over de eerder afgegeven machtiging op grond van de Wet Bopz;
  • de relevante politiegegevens van betrokkene;
  • het bericht dat er geen relevante strafvorderlijke en justitiële gegevens van betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 9 januari 2024. Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam02] , psychiater, verbonden aan [naam instelling01] .
1.3.
De officier is niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2.Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel.
Betrokkene is ’s nachts de woning waar hij verbleef via een hoog balkon ontvlucht. Een week voorafgaand aan de beoordeling door de onafhankelijk psychiater was er sprake van een urineweg infectie. Betrokkene heeft zijn antibiotica niet genomen en at en dronk beperkt. Een dag voor de medische beoordeling dronk en at betrokkene helemaal niet meer en was er geen urine productie. Betrokkene lag de hele dag op bed en sprak niet. Lichamelijk was er sprake van een stijve indruk. Naast het bed van betrokkene stond een emmer met urine die afwijkend oogde.
2.2.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van een psychose met katatone kenmerken in het kader van bekende schizofrenie.
2.3.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.4.
Op basis van de medische verklaring en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling, acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • toedienen van medicatie;
  • het verrichten van medische controles;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, inhoudende het accepteren en nakomen van ambulante behandelafspraken;
  • het opnemen in een accommodatie.
2.5.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten het toedienen van vocht, het toedienen van voeding, het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening, het insluiten, het uitoefenen van toezicht op betrokkene, het onderzoek aan kleding of lichaam, het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedragsbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen, het controleren op de aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen en het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek, worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.6.
Uit de stukken blijkt dat betrokkene volgens zijn moeder en huisarts sinds maanden geen medicijnen meer gebruikt. Namens betrokkene wordt verzocht de voortzetting crisismaatregel af te wijzen. Betrokkene heeft de afgelopen dagen een ontwikkeling doorgemaakt. Hij kan en wil naar huis met ambulante zorg in het vrijwillig kader. Tijdens de mondelinge behandeling verklaart de psychiater dat de psychose nog niet voldoende is behandeld en de waanideeën nog heel levendig zijn. Als betrokkene naar huis zou gaan, zou hij terugvallen in zijn wanen. De situatie van betrokkene is nog erg pril en het is te vroeg om nu al met ontslag te gaan, aldus de psychiater. De rechtbank oordeelt dat er nog onvoldoende vertrouwen is dat als betrokkene naar huis gaat, dat het dan goed gaat. Betrokkene moet sterker zijn voordat hij naar huis kan. In die zin verzet betrokkene zich tegen de benodigde zorg, waaronder de opname. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.7.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.8.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na vandaag.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [betrokkene01] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.4. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 30 januari 2024;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 9 januari 2024 mondeling gegeven door mr. S.L. Raphael, rechter, in tegenwoordigheid van S.M. Plaisier-van Welie, griffier, en op 18 januari 2024 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.