Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 11 maart 2024, met bijlagen;
- het antwoord;
- de repliek, met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 28 juni 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Directlease B.V. en een gedaagde die zelf procedeert. De eiseres, Directlease, heeft een vordering ingesteld tot betaling van onbetaalde facturen, die voortvloeien uit een leaseovereenkomst voor een Peugeot 208. De overeenkomst is beëindigd na een ongeval waarbij de auto total loss is geraakt. Directlease vordert betaling van € 500,-, bestaande uit diverse onbetaalde facturen en bijkomende kosten.
De gedaagde betwist de vordering, met name het eigen risico, en stelt dat hij geen schuld had aan het ongeval. Hij heeft eerder een betalingsregeling geprobeerd, maar kon deze niet nakomen vanwege loonbeslag. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet heeft gereageerd op de nadere stellingen van Directlease en dat er geen voldoende ernstige schending van informatieverplichtingen is aangetoond die de betalingsverplichting zou kunnen vernietigen.
De kantonrechter heeft de eis van Directlease toegewezen en geoordeeld dat de gedaagde € 500,- moet betalen, inclusief incassokosten en rente. De gedaagde heeft verzocht om een betalingsregeling, maar de kantonrechter kan hier geen uitspraak over doen. De proceskosten zijn eveneens voor rekening van de gedaagde gesteld. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Directlease het vonnis onmiddellijk kan uitvoeren, ook als de gedaagde in hoger beroep gaat.