Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het incidenteel vonnis van 6 september 2023 en de daaraan ten grondslag liggende processtukken, waaronder de dagvaarding van 10 mei 2023 en de conclusie van antwoord;
- de spreekaantekeningen van [eiser01] en [eiseres01] ;
- de spreekaantekeningen van [gedaagde01] .
2.De beoordeling
De feiten in het kort
.Elke rechtsvordering op grond van het gevoerde beheer verjaart echter door verloop van vijf jaren na de dag waarop de executele is geëindigd (artikelen 4:151, 4:161 BW en 1:377 BW). [gedaagde01] stelt dat de executele in 2010 is geëindigd, omdat zij toen de aanslag inkomstenbelasting 2008 had afgerond en daarmee haar taken als executeur voltooid waren. [eiser01] en [eiseres01] onderbouwen onvoldoende dat dit later moet zijn geweest of dat de executele nog niet formeel beëindigd is. Dat er geen aanslag erfbelasting is, betekent niet dat de executele niet geëindigd kan zijn. Gelet hierop is de genoemde termijn van vijf jaren ruimschoots verstreken, zodat de vorderingen zijn verjaard. Dit betekent dat de eerste twee vorderingen van [eiser01] en [eiseres01] worden afgewezen.