ECLI:NL:RBROT:2024:6209

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 juni 2024
Publicatiedatum
4 juli 2024
Zaaknummer
10/054298-24
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Witwassen, overtredingen van de Opiumwet en de Wet wapens en munitie met onvoorwaardelijke gevangenisstraf

Op 13 juni 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van witwassen, overtredingen van de Opiumwet en de Wet wapens en munitie. De verdachte werd verdacht van het voorhanden hebben van harddrugs en vuurwapens, waaronder een Kalasjnikov AK47, en het witwassen van een aanzienlijk geldbedrag van ongeveer 38.000 euro. Tijdens de doorzoeking van de woning van de verdachte op 14 februari 2024 werden niet alleen harddrugs aangetroffen, maar ook vijf vuurwapens en een grote hoeveelheid contant geld, wat leidde tot de verdenking van criminele activiteiten. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 48 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, maar de rechtbank oordeelde dat de verdachte onvoorwaardelijk 42 maanden gevangenisstraf moest ondergaan. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het voorhanden hebben van vuurwapens en harddrugs, en dat het aangetroffen geld vermoedelijk van misdrijf afkomstig was. De rechtbank wees de vrijspraak toe voor enkele onderdelen van de tenlastelegging, maar bevestigde de bewezenverklaring van de belangrijkste feiten. De verdachte had eerder soortgelijke strafbare feiten gepleegd, wat de rechtbank deed besluiten tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zonder bijzondere voorwaarden. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en het risico dat het bezit van vuurwapens en harddrugs met zich meebracht voor de maatschappij.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/054298-24
Datum uitspraak: 13 juni 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres],
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in [detentieadres],
raadsman mr. O.J. Much, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 31 mei 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. N. Snoep gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • partiële vrijspraak van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde medeplegen en de onder 3 ten laste gelegde horloges, kentekens en politiegoederen (met uitzondering van de politielogo’s);
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 8 voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar, met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door Reclassering Nederland.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak zonder nadere motivering
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen het onder 3 ten laste gelegde, voor zover dat ziet op de horloges, blanco kentekenplaten en politiegoederen (met uitzondering van de politiebadges). De verdachte zal daarvan zonder nadere motivering worden vrijgesproken. Dat geldt ook voor het onderdeel medeplegen zoals onder 1, 2 en 3 ten laste is gelegd.
4.2.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
De verdachte bekent het onder 2 en 4 ten laste gelegde. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.3.
Bewijswaardering
4.3.1.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit voor het voorhanden hebben van de Kalasjnikov. Verdachte wist niet dat dit vuurwapen in zijn schuur lag. Er is geen sprake van voorwaardelijk opzet. De aanwezigheid van de vier Glock’s betekent niet dat verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de Kalasjnikov in zijn schuur zou worden verstopt.
Voorts heeft de raadsman vrijspraak bepleit voor het voorhanden hebben van de Glock, die op een stoel in de woonkamer is aangetroffen. Het vinden van een DNA-mengspoor op dit wapen is onvoldoende voor bewezenverklaring. Het DNA van de verdachte is mogelijk via de doek die om deze Glock was gewikkeld indirect op het wapen overgedragen.
Ook moet verdachte worden vrijgesproken van het witwassen. Verdachte heeft dit geld verdiend met gokken, werken en zwart bijklussen.
4.3.2.
Beoordeling
AlgemeenBij de politie is de verdachte ambtshalve bekend als een drugsdealer, die is aangehouden nadat hij harddrugs had geleverd aan een drugsgebruiker. Bij de doorzoeking van de woning van de verdachte heeft de politie harddrugs gevonden, maar ook 5 vuurwapens met munitie, en een bundel bankbiljetten ter waarde van ca. 38000 euro verstopt achter de koelkast. Ook zijn goederen aangetroffen die bij de politie in gebruik zijn en kentekenplaten. De combinatie van drugshandel, het voorhanden hebben van diverse vuurwapens, de aangetroffen verdachte voorwerpen, en een grote hoeveelheid contant geld zijn in onderlinge samenhang elkaar versterkende aanwijzingen voor het verrichten van activiteiten en het onderhouden van criminele relaties in het drugscircuit.
Met betrekking tot afzonderlijke onderdelen van de beschuldiging overweegt de rechtbank voorts als volgt.
Kalasjnikov AK47
Op 14 februari 2021 is de woning van verdachte doorzocht. Tijdens deze doorzoeking is onder andere een Kalasjnikov AK47 in kelderbox van verdachte aangetroffen. Volgens de verdachte zijn de wapens in zijn vakantie door anderen, van wie hij de namen niet wil noemen, in de kelderbox gelegd. De verdachte zou de Kalsjnikov niet hebben gezien en wist niet dat dit wapen daar lag.
Voor het voorhanden hebben van een wapen zoals bedoeld in artikel 26 van de Wet Wapens en munitie is vereist dat de verdachte het wapen min of meer bewust aanwezig heeft gehad. De verdachte is zich ervan bewust geweest dat er wapens in zijn woning zijn gelegd. Hij heeft verklaard dat hij de sleutel van zijn woning aan anderen heeft gegeven en ook wist dat anderen diverse wapens in zijn woning hadden gelegd. Hij is voorts in de kelderbox geweest om de Glock’s daar weg te halen en heeft deze verplaatst met – naar zijn verklaring - de intentie deze weg te gooien. De Kalasjnikov lag in een niet afgesloten kast in de kelder. Op die kast is een ander wapen aangetroffen. Volgens vaste rechtspraak hoeft de bewustheid door de bewoner van wapens in zijn woning zich niet uit te strekken tot de precieze eigenschappen van het wapen of de exacte locatie ervan. In de omstandigheden van dit geval heeft de verdachte door zijn gedragingen medewerking verleend aan de plaatsing van wapens in zijn woning en daarmee minst genomen voorwaardelijk opzet gehad op het voorhanden hebben daarvan en dus ook van de Kalasjnikov.
Witwassen:
Tijdens de doorzoeking is er ook een groot geldbedrag van een kleine veertigduizend euro aangetroffen [1] . Een groot deel van het geld was gebundeld in een pakket van 688 bankbiljetten van €50 en achter de koelkast verstopt. Het is in het algemeen ongebruikelijk om een dergelijk groot bedrag op die wijze te bewaren. Daar komt bij dat diverse vormen van criminaliteit, waaronder de verkoop van drugs, gepaard gaan met het aanwezig hebben van grote hoeveelheden geld. Daarnaast blijkt uit onderzoek van het iCOV dat met het inkomen van verdachte het niet mogelijk is dat hij op legale wijze het bedrag van bijna
€ 40.000 heeft verkregen. Van de verdachte mag daarom worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van het geld. Verdachte heeft op zitting verklaard dat het zijn spaargeld was en dat hij geld heeft verdiend als elektromonteur en met zwart klusjes doen, en ook heeft verkregen met gokken. Deze verklaring is echter op geen enkele wijze onderbouwd, terwijl de verdachte dat wel had kunnen doen. In samenhang bezien met de in de woning aangetroffen wapens, drugs en politiegoederen, acht de rechtbank de verklaring van verdachte ongeloofwaardig. De rechtbank is van oordeel dat de feiten en omstandigheden zoals in het dossier en op zitting naar voren zijn gekomen het vermoeden rechtvaardigen dat het aangetroffen geld niet anders kan zijn dan van enig misdrijf afkomstig.
4.3.3.
Conclusie
Het ten laste gelegde is wettig en overtuigend bewezen, met uitzondering van het medeplegen zoals onder 1,2 en 3 ten laste is gelegd en het witwassen van de onder 3 genoemde horloges, de blanco kentekenplaten en het zwaailicht. De verdachte zal daar partieel van worden vrijgesproken.
4.4.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 3 ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 en 4 ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
1
hij op 14 februari 2024 te Maassluis,
- vier wapens als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie III onder 1º van de Wet wapens en munitie, te weten vier vuurwapens in de zin van artikel 1, onder 3º van die wet in de vorm
van een pistool, van het merk Glock, type 45, 17, 19X en/of 19, kaliber 9 mm, en
- een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie II onder 2º van de Wet wapens en munitie,
te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3º van die wet, geschikt om automatisch te vuren, van het merk Kalasjnikov, type AK 47, kaliber 7.62x39 mm, en
- munitie in de zin van art. 1 onder 4º van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in art. 2 lid 2 van die wet, van de Categorie III te weten meerdere kogelpatronen, kaliber 9mm en meerdere kogelpatronen, kaliber 7.62x39 mm,
voorhanden heeft gehad;
2
hij op 14 februari 2024 te Maassluis,
opzettelijk
aanwezig heeft gehad
ongeveer 24,0 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne, en
ongeveer 8,7 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne
(telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3
hij op 14 februari 2024,
te Maassluis, in Nederland,
van een geldbedrag (in totaal
bijna40.000 euro), meerdere
bedruktekentekenplaten en meerdere politiegoederen (tas met politielogo's ),
- de werkelijke aard en de herkomst en/ de vindplaats heeft verborgen en/of heeft verhuld, wie de rechthebbende op deze voorwerpen zijn, en deze voorwerpen,
- voorhanden heeft gehad
terwijl hij wist dan wel redelijkerwijs moest vermoeden, dat die voorwerpen, geheel of gedeeltelijk, onmiddellijk of middellijk, afkomstig waren uit enig (eigen) misdrijf;
4
hij op 14 februari 2024 te Maassluis,
opzettelijk
heeft verkocht en verstrekt en vervoerd,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
een hoeveelheid van een materiaal zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet (ook) daarvan worden vrijgesproken.
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan is gegrond op de redengevende inhoud van het voorgaande en op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende tot bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud dan wel de opgave van de bewijsmiddelen.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:

1. handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie II en categorie III, meermalen gepleegd;

2. opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder c van de Opiumwet gegeven verbod;

3.witwassen;

4. opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
5.1.
Strafbaarheid
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan verboden wapen- en munitiebezit, het voorhanden hebben harddrugs, dealen in harddrugs en het witwassen van bijna € 40.000,-. Dit is een buitengewoon zorgelijke combinatie van zeer ernstige feiten. Het aanwezig hebben van vuurwapens, waaronder bij misdrijven veel gebruikte Glocks, een zwaar automatisch wapen van het merk Kalasjnikov type AK47, en munitie, vormt een onaanvaardbaar risico voor de maatschappij. Dat geldt ook voor harddrugs. Cocaïne en heroïne zijn niet alleen schadelijk voor de volksgezondheid. De handel in en het gebruik van verdovende middelen gaan gepaard met vele andere vormen van criminaliteit, zoals het gebruik van vuurwapens, en overlast. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het witwassen van geld. Het witwassen van criminele gelden vormt een bedreiging van de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 18 april 2024, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages
Reclassering Nederland, heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 30 april 2024. Dit rapport houdt het volgende in. De reclassering ziet risicofactoren op de leefgebieden huisvesting, sociaal netwerk en psychosociaal functioneren, welke als recidive verhogend kunnen worden aangemerkt. Verdachte heeft eerder onder toezicht van de reclassering gestaan. Het eerder opgelegde toezicht en daarbij behorende behandelvoorwaarden hebben een positieve uitwerking op hem gehad. Desondanks is verdachte weer in beeld gekomen voor vergelijkbare strafbare feiten. De reclassering schat de kans op herhaling in als gemiddeld. Het risico op letsel en onttrekking wordt ingeschat als laag. De reclassering adviseert bij een veroordeling een (deels) voorwaardelijke straf met daaraan verbonden bijzondere voorwaarden van een meldplicht (na afspraak) en het deelnemen aan de gedragsinterventie cognitieve vaardigheden (CoVa-training).
De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gezien de ernst van de feiten, waarbij het zwaartepunt ligt op het vuurwapenbezit, kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. In de persoonlijke omstandigheden van verdachte ziet de rechtbank, ondanks het advies van de reclassering, geen aanleiding om in deze zaak een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen. Verdachte is eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten. Destijds heeft de verdachte met een voorwaardelijk strafdeel en toezicht van de reclassering een kans gekregen om zijn leven weer op het rechte pad te krijgen. Dit heeft kennelijk niet geresulteerd in het maken van andere keuzes en de rechtbank is er niet van overtuigd dat met het opleggen van bijzondere voorwaarden daar nu wel verandering in zal komen. Met deze stand van zaken acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf met de mogelijkheid van voorwaardelijke invrijheidstelling doelmatiger. De nadruk op gedragsverandering, waar de verdachte zelf verantwoordelijk voor is, begint dan al in de detentiefase. Als verdachte niet voldoende inzet toont, komt zijn voorwaardelijke vrijheidsstelling in gevaar. Als het de verdachte tijdens zijn detentie lukt om andere keuzes te maken, dan kan hij daardoor beter voorbereid zijn om dit vol te houden als hij weer buiten (de gevangenis) komt.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf, waaronder de hieronder besproken verbeurdverklaring, passend en geboden. Bij een succesvolle vervroegde invrijheidstelling zou de daadwerkelijke tijd voor de verdachte in detentie 28 maanden kunnen zijn.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 Sv.

8.In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de het in beslag genomen geldbedrag van € 38.212,20 verbeurd te verklaren. en de twee Samsung telefoons terug te geven aan de verdachte, omdat de feiten niet met deze telefoons zijn gepleegd.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft geen standpunt ingenomen.
8.3.
Beoordeling
Geld totaal geldbedrag van €38.212,20
De rechtbank stelt vast dat op de beslaglijst sprake is van een reeks bedragen die opgeteld een totaal van €35.444,20 opleveren. Uit verschillende stukken in het dossier kan worden afgeleid dat er (in totaal) meer geldbedragen in beslag zijn genomen dan de op deze beslaglijst genoemde. De rechtbank gaat ervan uit dat het door de officier van justitie genoemde bedrag kennelijk mede deze tevens in beslag genomen geldbedragen omvat. Van het in beslag genomen geld kan worden gezegd dat de aangetroffen geldbedragen aan de verdachte toebehoren en geheel of grotendeels door middel van of uit de baten van het onder 2, 3 en 4 bewezenverklaarde zijn verkregen.
Dit genoemd totaalbedrag zal zij verbeurd verklaren.
Het bewezen verklaarde feit 3 (witwassen) is met betrekking tot dit geld begaan.
Twee Samsung telefoons
Ten aanzien van deze in beslag genomen voorwerpen zal een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op artikelen 33, 33a, 57 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht, artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie en artikelen 2 en 10 van de Opiumwet.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan en spreekt de verdachte vrij van het overige;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden (zegge: tweeënveertig)
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, alsmede de overige bedragen van het beslag voorzover niet op deze lijst geplaatst, als volgt:
verklaart verbeurd als bijkomende straf voor de feiten:
een bedrag van €38212,20 (zegge: achtendertigduizendtweehonderdentwaalf euro en twintig cent)
gelast de teruggave aan de verdachte van:
1. STK Telefoonautomaat [proces-verbaalnummer 1], Blauw, merk: Samsung
1. STK Telefoonautomaat [proces-verbaalnummer 2], Zwart, merk: Samsung
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Bade, voorzitter,
en mrs. J.J. Klomp en D. van Putten, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D.R. Kroonbergs, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 14 februari 2024 te Maassluis,
tezamen met een of meer anderen, althans alleen,
- vier wapens als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie III onder 1º van de Wet wapens en munitie, te weten vier vuurwapens in de zin van artikel 1, onder 3º van die wet in de vorm
van een pistool, van het merk Glock, type 45, 17, 19X en/of 19, kaliber 9 mm, en/of
- een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie II onder 2º van de Wet wapens en munitie,
te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3º van die wet, geschikt om automatisch te vuren, van het merk Kalasjnikov, type AK 47, kaliber 7.62x39 mm, en/of
- munitie in de zin van art. 1 onder 4º van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in art. 2 lid 2 van die wet, van de Categorie III te weten meerdere kogelpatronen, kaliber 9mm en/of meerdere kogelpatronen, kaliber 7.62x39 mm,
voorhanden heeft gehad;
2
hij op of omstreeks 14 februari 2024 te Maassluis,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
aanwezig heeft gehad
ongeveer 24,0 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne, en/of
ongeveer 8,7 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne
(telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3
hij op of omstreeks 14 februari 2024,
te Maassluis, in Nederland,
tezamen en in vereniging met één of meer anderen, atlhans alleen,
van een geldbedrag (in totaal 40.000 euro), meerdere kentekenplaten, meerdere horloges (Rolex) en/of meerdere politiegoederen (tas met politielogo's en/of zwaailicht),
- de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld en/of heeft verborgen en/of heeft verhuld, wie de rechthebbende op deze voorwerpen zijn, en/of deze voorwerpen,
- heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of daarvan gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij wist dan wel redelijkerwijs moest vermoeden, dat die voorwerpen, geheel of gedeeltelijk, onmiddellijk of middellijk, afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf;
4
hij op of omstreeks 14 februari 2024 te Maassluis,
opzettelijk
heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

Voetnoten

1.De officier gaat uit van € 38.212,20