Beoordeling door de voorzieningenrechter
2. Verzoekster woont op het adres [adres]. Zij woont daar samen met haar minderjarige dochter [naam 1] en haar meerderjarige zoon [naam 2]. Stichting Hef Wonen is de eigenaar van deze woning.
3. Uit de bestuurlijke rapportage van de politie van 24 juni 2024 blijkt onder meer het volgende.
Verzoekster staat samen met haar 18-jarige zoon en 15-jarige dochter in de Basisregistratie personen op het adres van de woning ingeschreven. Bij de woning heeft op 24 juni 2024 omstreeks 00:20 uur een explosie plaatsgevonden. Als gevolg hiervan is het raam aan de straatzijde ernstig beschadigd geraakt en is het kozijn van het raam en de gevel zwartgeblakerd. Verder heeft er kort een brand gewoed.
Verzoekster heeft onder meer aan de politie verklaard dat zij kort voor de explosie
was thuisgekomen. Op het moment dat zij naar haar voordeur was gelopen, zou zij enkele
meters verderop een jongeman hebben gezien die zich opvallend zou hebben gedragen. Verzoekster zou de woning in zijn gegaan en zou een buurvrouw hebben gebeld om haar
op de hoogte te brengen van de aanwezigheid van de jongeman. Op het moment dat verzoekster haar buurvrouw belde, hoorde zij een harde knal. Daarnaast zag zij dat er
via een raam aan de straatzijde vlammen de woning binnenkwamen.
Politiemedewerkers hebben op de locatie waar de jongeman zich zou hebben opgehouden,
een plastic tas aangetroffen met rollen transparant plakband. De tas is in beslag genomen en
veiliggesteld op sporen. Verder is uit sporenonderzoek gebleken dat er vermoedelijk een
Cobra tot ontploffing is gebracht, die was bevestigd aan een fles brandbare vloeistof.
Toen de politie de telefoon van de zoon in beslag wilde nemen, heeft hij zijn telefoon met kracht op de grond gegooid, kennelijk met het doel dit toestel onklaar te maken.
Verder blijkt uit de bestuurlijke rapportage dat op 29 januari 2023 op de [straatnaam] een auto in brand gestoken. Deze auto stond op naam van verzoekster. Bij de brand raakten ook twee andere auto’s beschadigd. Op 28 mei 2023 is wederom een auto op de [straatnaam] in
brand gestoken. Deze auto bleek op naam te staan van verzoekster.
Ten aanzien van de zoon van verzoeker zijn de afgelopen vijf jaren 125 eerdere registraties vastgelegd. Hij is onder meer als verdachte gekoppeld aan incidenten als heling, het bezit van softdrugs en vuurwapenbezit.
Waar gaat het in deze zaak om?
4. Naar aanleiding van de bestuurlijke rapportage heeft de burgemeester besloten om verzoeksters woning te sluiten voor een maand. Verzoekster is het hier niet mee eens. Zij wil met het verzoek om een voorlopige voorziening bereiken dat zij weer toegang krijgt tot haar woning. De burgemeester heeft te kennen gegeven niet bereid te zijn de woning open te houden totdat uitspraak is gedaan op het verzoek om voorlopige voorziening.
Wat vindt de voorzieningenrechter van deze zaak?
5. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
Heeft verzoekster een spoedeisend belang?
6. Een procedure bij de voorzieningenrechter is een spoedprocedure. Een voorlopige voorziening kan alleen worden getroffen als er een spoedeisend belang is, waardoor iemand niet kan wachten op een beslissing op zijn bezwaar- of beroepschrift. De voorzieningenrechter dient eerst te bepalen of er sprake is van een spoedeisend belang, voordat de zaak inhoudelijk kan worden beoordeeld.
7. De voorzieningenrechter vindt dat het spoedeisend belang voldoende aannemelijk is. Als er geen voorlopige voorziening wordt getroffen, heeft verzoekster, samen met haar twee kinderen, immers gedurende een maand geen toegang tot haar woning.
Was de burgemeester bevoegd om de woning te sluiten?
8. De burgemeester is op grond van artikel 174a, eerste lid, aanhef en onder b, van de Gemeentewet, zoals dat sinds 1 januari 2024 luidt, bevoegd om een woning te sluiten als door ernstig geweld of bedreiging daarmee, in of in de onmiddellijke nabijheid van de woning de openbare orde rond de woning ernstig wordt verstoord of ernstige vrees bestaat voor het ontstaan van een zodanige verstoring.
9. Verzoekster betwist de bevoegdheid van de burgemeester niet. Wel verschillen partijen van mening over de vraag of de burgemeester in redelijkheid van deze bevoegdheid heeft kunnen maken.
Was er een noodzaak om de woning te sluiten?
10. Verzoekster voert aan dat de bestuurlijke rapportage te vaag is. Verzoekster heeft niets te maken met criminaliteit of de drugswereld. Niet is gebleken dat de zoon van verzoekster of een andere bewoner betrokken zou zijn geweest bij zware criminaliteit of een conflict in de onderwereld. Daarbij heeft verzoekster opgemerkt dat haar zoon inmiddels elders verblijft.
11. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft de burgemeester van zijn bevoegdheid om de woning voor de duur van één maand te sluiten gebruik kunnen maken, omdat er in dit geval sprake is van een ernstige verstoring van de openbare orde. Op 24 juni 2024 heeft er immers een explosie bij de woning plaatsgevonden. Verder heeft de burgemeester kunnen meewegen dat er in 2023 twee autobranden zijn geweest. Deze auto’s stonden op naam van verzoekster. Ook heeft de burgemeester van belang kunnen achten dat de zoon van verzoekster veelvuldig voorkomt in de politiesystemen. De burgemeester heeft op basis van de bevindingen in de bestuurlijke rapportage kunnen aannemen dat er sprake is van een op de woning gerichte actie. Ook heeft de burgemeester, mede gelet op het grote aantal registraties van de zoon in de politiesystemen, kunnen aannemen dat er aanwijzingen zijn dat de zoon van verzoekster zich in het criminele circuit begeeft. Aangezien het politieonderzoek nog loopt, er nog geen verdachten zijn aangehouden en er nog geen duidelijkheid bestaat over de concrete toedracht van de aanslag, heeft de burgemeester zich op het standpunt kunnen stellen dat de vrees bestaat voor het (opnieuw) ontstaan van een verstoring van de openbare orde. Dat de zoon inmiddels elders zou verblijven maakt dat niet anders, nu het geweld zich (ook) tegen familieleden richt. Ook heeft de burgemeester bij de beoordeling kunnen betrekken dat het gebied [gebied], waar deze woning ligt, een veiligheidsrisicogebied is. De voorzieningenrechter ziet verder geen grond voor het oordeel dat de sluiting niet op de inhoud van de bestuurlijke rapportage kan worden gebaseerd.
12. Minder vergaande maatregelen dan een sluiting van de woning voor de duur van een maand - bijvoorbeeld cameratoezicht en surveillance - zouden volgens de burgemeester niet het gewenste effect hebben. De burgemeester heeft zich hierbij kunnen baseren op ervaringen uit de praktijk waaruit is gebleken dat minder verstrekkende maatregelen dergelijke incidenten niet hebben kunnen voorkomen. Onder deze omstandigheden heeft de burgemeester het noodzakelijk kunnen vinden om de woning onmiddellijk na de explosie voor de duur van één maand te sluiten om een einde te kunnen maken aan de verstoring van de openbare orde, om de openbare orde te herstellen en om herhaling te voorkomen.
Is de sluiting evenwichtig?
13. Als sluiting van een woning in beginsel noodzakelijk wordt geacht, neemt dat niet weg dat de sluiting ook evenwichtig moet zijn. Er moet evenwicht zijn tussen de bescherming van het algemeen belang, in dit geval het herstel van de openbare orde en het voorkomen van herhaling, en de te respecteren belangen van verzoekster. Een sluiting met veel nadelige gevolgen is niet per definitie onevenwichtig.
14. Verzoekster voert aan dat de sluiting niet evenwichtig en disproportioneel is, vooral voor de minderjarige dochter van verzoekster die hartproblemen heeft. Deze dochter dient regelmaat in haar leven te hebben. Ook heeft de dochter schooltoetsen en is van belang dat zij haar schooljaar haalt, in welk kader zij rustig moet kunnen leren. De burgemeester heeft niet geïnformeerd op welke wijze verzoekster en haar kinderen vervangende woonruimte kunnen krijgen. Er is enkel verwezen naar de Vraagwijzer. Verzoekster voelt zich aan haar lot overgelaten. Verzoekster en haar familie hebben tijdelijk opvang gevonden bij familie, maar dit is geen gezonde situatie voor het gezin, vooral niet voor de dochter van verzoekster.
15. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft de burgemeester meer gewicht kunnen toekennen aan het belang van de burgemeester bij sluiting van de woning dan aan het belang van verzoekster. Zoals hiervoor al is overwogen, is sprake van een ernstige verstoring van de openbare orde. Dat verzoekster en haar gezin momenteel niet in de woning kunnen verblijven, is inherent aan de sluiting en kan niet als bijzondere omstandigheid worden aangemerkt. De voorzieningenrechter is het met de burgemeester eens dat de situatie van de minderjarige dochter van verzoekster de sluiting niet onevenwichtig maakt. Uit de overgelegde medische informatie van het Erasmus MC blijkt niet van dermate ernstige gezondheidsproblemen dat de dochter in medisch opzicht aan de woning is gebonden. Ook de omstandigheid dat de dochter vanwege schooltoetsen rust en structuur nodig heeft, maakt niet dat de sluiting onevenwichtig is. Niet is gebleken dat de dochter van verzoekster in het geheel niet in staat is om zich voor te bereiden op schoolgerelateerde activiteiten. Ten overvloede ziet de voorzieningenrechter niet in dat de dochter niet elders, bijvoorbeeld op school of bibliotheek, zich zou kunnen voorbereiden op schooltoetsen. In het kader van de evenwichtigheid acht de voorzieningenrechter voorts de relatief korte duur van de sluiting (één maand) van belang.
Ook de stelling dat de burgemeester onvoldoende behulpzaam is geweest bij het vinden van alternatieve woonruimte leidt niet tot een ander oordeel. Zo is het Crisis Interventieteam in het kader van de sluiting ingeschakeld om het gezin te ondersteunen bij het vinden van (nood)opvang.