Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 6 november 2023, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen;
- de brief van 15 april 2024 van Hef Wonen, met aanvullende producties 17 tot en met 22;
- productie 23 van Hef Wonen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 28 juni 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Hef Wonen en Stichting Veritas Vertegenwoordiging, die optreedt als bewindvoerder over de goederen van [naam 1]. Hef Wonen heeft de ontbinding van de huurovereenkomst geëist en de ontruiming van de woning van [naam 1] vanwege ernstige overlast die door hem en zijn bezoekers werd veroorzaakt. De overlast, die al sinds 2020 aanhoudt, omvat luid praten, schreeuwen, het afspelen van muziek, en andere verstoringen die de omwonenden in hun woongenot aantasten. Ondanks herhaalde verzoeken van Hef Wonen om de overlast te stoppen, heeft [naam 1] geen adequate maatregelen genomen om de situatie te verbeteren.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat [naam 1] tekort is geschoten in zijn verplichtingen als huurder, zoals vastgelegd in de huurvoorwaarden. De rechter heeft overwogen dat de belangen van Hef Wonen, als verhuurder en toegelaten instelling, zwaarder wegen dan het belang van [naam 1] bij het behoud van zijn woning, vooral gezien zijn psychische problemen en de aanhoudende overlast. De huurovereenkomst is ontbonden en [naam 1] is veroordeeld om binnen twee maanden na betekening van het vonnis de woning te ontruimen. Tevens is de bewindvoerder verplicht om een gebruiksvergoeding te betalen en de proceskosten te vergoeden. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook als er hoger beroep wordt aangetekend.