ECLI:NL:RBROT:2024:6108

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 juli 2024
Publicatiedatum
2 juli 2024
Zaaknummer
C/10/671925 / HA ZA 24-50
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident tot afgifte van documenten op grond van artikel 843a Rv in een civiele zaak tussen NAILA B.V. en ALLIANZ BENELUX N.V.

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 3 juli 2024 uitspraak gedaan in een incident dat was ingesteld door NAILA B.V. tegen ALLIANZ BENELUX N.V. NAILA vorderde op basis van artikel 843a Rv inzage in bepaalde documenten die relevant waren voor een schadeclaim die voortvloeide uit een inbraak in 2019. De inbraak had plaatsgevonden in een opslagplaats in Zweden, waarbij goederen van Jabino Trading B.V. waren gestolen. NAILA, die de vorderingen van Jabino had overgenomen, stelde dat zij rechtmatig belang had bij de gevraagde documenten om haar bewijspositie te versterken. ALLIANZ verweerde zich door te stellen dat NAILA geen rechtmatig belang had en dat de gevraagde stukken niet in het bezit van ALLIANZ waren.

De rechtbank overwoog dat NAILA onvoldoende had onderbouwd dat ALLIANZ over de gevraagde documenten beschikte of kon beschikken. De verwijzing naar een brief van de schade-expert Dekra was niet voldoende om aan te tonen dat de stukken aan ALLIANZ ter beschikking waren gesteld. Bovendien had NAILA niet voldoende feiten en omstandigheden gesteld die haar rechtmatig belang bij de inzage in de documenten onderbouwden. De rechtbank wees de vordering van NAILA af en veroordeelde haar in de proceskosten van het incident, die op € 792,00 werden begroot. De beslissing werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

De zaak zal op 14 augustus 2024 weer op de rol komen voor conclusie van antwoord in de hoofdzaak.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/671925 / HA ZA 24-50
Vonnis in incident van 3 juli 2024
in de zaak van
NAILA B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. G.A.M.F. Spera te Maastricht-Airport,
tegen
ALLIANZ BENELUX N.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. O.B. Zwijnenberg te Rotterdam.
Partijen zullen hierna Naila en Allianz genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met incidentele vordering tot afgifte van stukken op grond van
artikel 843a Rv, met producties 1 tot en met 46;
- de conclusie van antwoord in het incident.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De feiten

2.1.
Jabino Trading B.V. (hierna: Jabino) voerde een onderneming gericht op de groothandel van elektronische apparaten, zoals mobiele telefoons, televisies en laptops.
2.2.
Trans Zeker is een assurantietussenpersoon.
2.3.
Met ingang van 6 november 2017 sloot Jabino door tussenkomst van Trans Zeker een goederen-/transportverzekering met Allianz.
2.4.
Op 31 augustus 2019 heeft er een inbraak plaatsgevonden in een opslagplaats - van Safe Carrier Logistics - in Zweden. Bij die inbraak werden ook goederen (onder meer Iphones) van Jabino gestolen. Van deze inbraak en de schade is melding gemaakt bij Trans Zeker.
2.5.
Trans Zeker heeft het schadegeval op 2 september 2019 bij Allianz gemeld. Allianz heeft vervolgens schade-expert Dekra (hierna: Dekra) ingeschakeld om onderzoek te doen naar de inbraak en de omvang van de schade.
2.6.
Bij brief van 15 november 2019 heeft Allianz de dekking onder de goederen-/transportverzekering afgewezen. In die brief staat voor zover hier relevant:
“(…) In het kader van het onderzoek naar aanleiding van de diefstal is ons gebleken van
feiten en omstandigheden waarmee wij niet bekend waren ten tijde van het afsluiten van de
verzekeringsovereenkomst. Zouden wij daarmee wel bekend zijn geweest, dan zouden wij de verzekeringsovereenkomst niet hebben gesloten.
Zo is bij de totstandkoming van de verzekeringsovereenkomst medegedeeld dat het zou gaan om zendingen die (ten tijde van het transport) reeds verkocht waren. De goederen zouden vervolgens (eventueel) tijdelijk worden opgeslagen in afwachting van de betaling van de koper. Gebleken is evenwel dat voor de gestolen iPhones en iPads nog geen koper gevonden was, en dat de zaken in afwachting van een potentiële koper opgeslagen waren. Dit leidt tot een verhoogd risico, hetgeen wij onder de gegeven omstandigheden niet zouden hebben geaccepteerd zouden wij daarmee bekend zijn geweest.
Daarnaast is bij de totstandkoming gemeld dat de transporten geregeld zouden worden door DL Freight (te Vlaardingen), waarbij gebruik gemaakt zou worden van dedicated vervoerder. Er zou "uiteraard" geen, gebruik worden gemaakt van groupagevervoer. Gebleken is dat het transport van de iPhones er iPads niet door DL Freight is georganiseerd noch door haar dedicated vervoerders. Daarnaast is gebleken dat er toch gebruik is gemaakt van groupagevervoer. Ook deze risico's zouden wij onder de gegeven omstandigheden niet hebben verzekerd indien wij daarmee ten tijde van het afsluiten van de verzekering bekend zouden zijn geweest.
Gelet op het voorgaande menen wij dan ook dat wij niet gehouden zijn om enige uitkering onder de verzekeringsovereenkomst te doen. Daaraan voegen wij toe dat indien het onderzoek dat nog loopt daartoe aanleiding geeft, wij ons het recht voorbehouden om ons standpunt aan te vullen. (…)”
2.7.
Jabino heeft op 1 december 2019 al haar vorderingen op Allianz voortvloeiende uit de verzekeringsovereenkomst middels een akte van cessie overgedragen aan [naam 1], de toenmalig bestuurder van Jabino. Op 19 december 2021 heeft [naam 1] de vorderingen gecedeerd aan [naam 2]. De beide cessies zijn bij brieven van 6 en 20 januari 2022 medegedeeld aan Allianz. [naam 2] heeft op 1 februari 2022 de vorderingen middels een akte van cessie overgedragen aan Naila. Van deze cessie is bij brief van 10 maart 2022 mededeling gedaan aan Allianz.
2.8.
Bij brief van 12 mei 2023 heeft Dekra gesteld dat zij haar onderzoek niet kan afronden vanwege het ontbreken van gegevens. In die brief staat onder meer:
“(…) Door Safe Carrier, het bedrijf dat de opslag van de goederen verzorgde, is ten aanzien van de 300 iPads een inspectierapport opgemaakt op zaterdag 31 augustus 2019 (de dag na de inbraak). [naam 3] van Safe Carrier (voorzover ons bekend thans niet meer werkzaam bij Safe Carrier) zou hier nader onderzoek naar doen omdat niet gewerkt wordt op zaterdag. Tot op heden hebben wij geen informatie ontvangen.
Op de inspectierapporten staat bovendien vermeld dat deze afkomstig moeten zijn van een specifiek emailadres van Safe Carrier. De e-mails waarbij de inspectierapporten zijn gevoegd zijn weliswaar verzonden met het e-mailadres van [naam 3] van Safe Carrier maar met een cc. naar het adres waarvan de e-mails afkomstig zouden moeten zijn (in plaats van andersom).
[naam 3] heeft verklaard dat Safe Carrier e-mails heeft ontvangen van Adviser [naam 4] uit Riga waarin werd aangegeven dat goederen van hen, bestemd voor Jabino Trading, bij Safe Carrier in Zweden zouden worden afgeleverd (shipping on hold for Jabino). Safe Carrier is dan ook van mening dat de goederen eigendom van Adviser [naam 4] uit Riga zijn. Naderhand is bekend geworden dat op Arlanda Airport (Stockholm in Zweden) een persoon is aangehouden met 66 iPhones in zijn bagage waarvan de serienummers overeenkomen met de nummers uit de partij die lag opgeslagen in de loods. Nadien zijn, op verschillende adressen, nog 4 iPhones teruggevonden.
(…)
Safe Carrier heeft voor de opslag van de iPhones en iPads elders ruimte gehuurd, te weten bij Axrob Tobacco Lager op het schade-adres. Deze loods was onder andere voorzien van beveiligingscamera's en een op een meldkamer aangesloten alarmsysteem. Ondanks herhaalde verzoeken zijn de camerabeelden nooit verstrekt.
Teneinde te bepalen wie de rechtmatige eigenaar van de goederen was ten tijde van de diefstal hebben wij tevens administratieve gegevens opgevraagd bij Master Logistics & Warehousing in Chotebus in Tsjechië. De goederen zijn namelijk vanuit Tsjechië naar Zweden vervoerd. Wij hebben documentatie opgevraagd waaruit blijkt in wiens opdracht het transport is verzorgd, door wie en met welke voertuigen de iPads en iPhones zijn getransporteerd, aan wie de kosten in rekening zijn gebracht en door wie de kosten uiteindelijk zijn betaald. Tot op heden hebben wij geen documentatie ontvangen. Jabino Trading B.V. heeft deze informatie evenmin overgelegd.
Financieel
Volgens informatie van Jabino Trading werd pas sinds 2019 zaken gedaan met Adviser [naam 4]. Jabino Trading heeft zowel verkoopfacturen van Jabino Trading aan Adviser [naam 4] als inkoopfacturen van Adviser [naam 4] aan Jabino Trading overgelegd. Volgens Jabino Trading en het administratiekantoor dat de financiële administratie voor Jabino Trading verzorgde, werden de facturen deels verrekend waardoor de bankbetalingen en ontvangsten niet direct te relateren zijn aan facturen. Het over en weer verzenden van creditfacturen maakt het geheel nog minder inzichtelijk. Voorts ontbreken saldobevestigingen vanuit de financiële administratie van Adviser [naam 4] te Riga op grond waarvan zou kunnen worden vastgesteld dat
de vorderingen en schulden (vice versa) in beide administraties overeenkomen.
Afgezien van het bovenstaande ten aanzien van verrekening van facturen en tussentijdse saldo
betalingen, ontbreekt de koppeling met de over en weer geleverde goederen. Door het ontbreken van documentatie waaruit de daadwerkelijke leveringen en ontvangsten van goederen blijken kan niet met zekerheid worden vastgesteld of aan de facturen daadwerkelijk transacties ten grondslag liggen. (…)”
2.9.
Bij e-mailbericht van 22 mei 2023 heeft Allianz haar standpunt met betrekking tot de afwijzing van de claim gehandhaafd.

3.Het geschil in de hoofdzaak

3.1.
Naila vordert - verkort weergegeven - om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. Allianz te veroordelen binnen 7 dagen na dagtekening van het vonnis, dan wel binnen 7 dagen na betekening van het vonnis, tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Naila te voldoen een bedrag van € 1.006.775,- te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;
II. Allianz te veroordelen in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met nakosten en wettelijke rente.
3.2.
Allianz concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, van Naila in de proceskosten, te vermeerderen met de nakosten en de wettelijke rente.

4.Het geschil in het incident

4.1.
Naila vordert in incident - verkort weergegeven - om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. Allianz te bevelen om Naila binnen 7 dagen na het vonnis een afschrift te verstrekken van de volgende documenten, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom:
i. de verklaring van [naam 3] dat er niet gewerkt werd op zaterdag;
ii. de e-mail met inspectierapporten verzonden met het e-mailadres van [naam 3] van Safe Carrier;
iii. de verklaring van [naam 3] dat Safe Carrier e-mails heeft ontvangen van Adviser [naam 4] uit Riga waarin werd aangegeven dat goederen van hen, bestemd voor Jabino, bij Safe Carrier in Zweden zouden worden afgeleverd (shipping on hold for Jabino);
iv. het volledige onderzoek met alle bescheiden dat door Dekra werd gevoerd naar aanleiding van de diefstal van 31 augustus 2019 met betrekking tot de schadeclaim van Jabino.
II. Allianz te veroordelen in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met nakosten en wettelijke rente.
4.2.
De conclusie van Allianz strekt tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, van Naila in de proceskosten, te vermeerderen met de nakosten en de wettelijke rente.
4.3.
Op de stellingen van partijen in het incident zal hierna, voor zover van belang, nader worden ingegaan.

5.De beoordeling in het incident

5.1.
Naila vordert dat Allianz wordt veroordeeld tot het verstrekken van diverse bescheiden aan Naila. Zij baseert haar vordering op artikel 843a Rv. Naila stelt dat Dekra in haar brief d.d. 12 mei 2023 (zie onder 2.8) verwijst naar een aantal e-mails en verklaringen om de gang van zaken bij Safe Carrier Logistics in twijfel te trekken. Naila wenst inzicht te krijgen in deze documenten. Zij heeft hier een rechtmatig belang bij aangezien de documenten worden gebruikt in een onderzoek en Allianz haar beslissing over de dekking op (de uitkomst van) dit onderzoek zal baseren. De documenten zijn voldoende gespecificeerd en tussen Naila en Allianz bestaat een rechtsverhouding die voortvloeit uit de cessie van de vordering van Jabino op Allianz uit hoofde van de verzekeringsovereenkomst.
5.2.
Allianz voert gemotiveerd verweer. Volgens haar heeft Naila geen rechtmatig belang bij inzage of afschrift van de stukken waarom wordt gevraagd. Naila heeft nagelaten om toe te lichten waarom de stukken van belang zouden zijn voor haar bewijspositie. En het valt ook niet in te zien welke belang Naila heeft bij afgifte nu de stukken zien op (eventueel) nog door Allianz te betrekken stellingen. Bovendien is Allianz niet in het bezit van de gevraagde stukken. Die stukken zijn, voor zover ze er al zijn, in het bezit van Dekra. Voor wat betreft de gevraagde onderzoeksbevindingen van Dekra stelt Allianz dat de belangrijkste onderzoeksbevindingen reeds met Naila zijn gedeeld en dat, nu het onderzoek nog niet is afgerond, er nog geen eindrapport is opgesteld. Verder geldt volgens Allianz dat adviserende delen van rapporten van experts niet onder een verzoek op grond van art. 843a Rv kunnen worden geschaard. Naila kan daarom niet om afgifte van alle stukken in het kader van het onderzoek van Dekra vragen.
5.3.
Op grond van artikel 843a Rv kan hij die daarbij rechtmatig belang heeft, op zijn kosten inzage, afschrift of uittreksel vorderen van bepaalde bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarin hij of zijn rechtsvoorgangers partij zijn, van degene die deze bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft.
5.4.
De rechtbank overweegt dat de afgifte van bescheiden alleen kan worden uitgeoefend met betrekking tot bescheiden die berusten onder de aangesproken partij of waarover die aangesproken partij kan beschikken. Naar het oordeel van de rechtbank heeft Naila - op wie in dit verband conform de hoofdregel van artikel 150 Rv de stelplicht en bewijslast rust - onvoldoende onderbouwd gesteld dat Allianz over de gevraagde bescheiden beschikt dan wel kan beschikken. De verwijzing naar de brief van Dekra van 12 mei 2023 is hiervoor niet genoeg, nu hieruit niet blijkt dat die stukken aan Allianz ter beschikking zijn gesteld. Er is enkel sprake van een aanname dat Dekra de stukken met Allianz heeft gedeeld, terwijl Allianz betwist over de gevorderde stukken te beschikken.
5.5.
Daarnaast geldt dat, als Allianz wel over de gevraagde stukken zou beschikken, Naila onvoldoende feiten en omstandigheden heeft gesteld waaruit haar rechtmatig belang blijkt. Onvoldoende in dit verband is haar stelling dat de gevraagde documenten worden gebruikt in een onderzoek dat door Allianz zal worden gebruikt voor haar dekkingsbeslissing. Zoals Allianz terecht stelt, valt eerst nog te bezien welke stellingen Allianz betrekt als verweer op de vordering van Naila en zal Allianz, in geval van betwisting van deze stellingen, deze dienen te onderbouwen. Het is dan aan Allianz welke stukken zij in dat verband eventueel in het geding wil brengen.
5.6.
In aanvulling op het voorgaande geldt voor wat betreft het gevraagde afschrift van het volledige onderzoek met alle bescheiden dat door Dekra werd gevoerd, bovendien nog dat het verzoek te onbepaald is, mede in aanmerking nemende dat het verzoek zo veelomvattend is dat het ook de afgifte van stukken kan bevatten die zien op de adviserende functie van Dekra in haar verhouding tot Allianz.
5.7.
De vordering zal daarom worden afgewezen.
Proceskosten
5.8.
Naila zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het incident.
5.9.
De rechtbank begroot de proceskosten aan de zijde van Allianz op:
- salaris advocaat € 614,00 (1 punt × tarief II € 614,00)
- nakosten € 178,00 (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 792,00
5.10.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

6.De beslissing

De rechtbank
in het incident
6.1.
wijst de vordering van Naila af,
6.2.
veroordeelt Naila in de kosten van het incident, aan de zijde van Allianz tot op heden begroot op € 792,00, te voldoen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als niet tijdig aan de veroordelingen wordt voldaan en het vonnis daarna wordt betekend, dan worden de proceskosten van € 792,00 verhoogd met een bedrag van € 92,00, plus de kosten van betekening,
6.3.
veroordeelt Naila in de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn voldaan,
6.4.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in de hoofdzaak
6.5.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
14 augustus 2024voor conclusie van antwoord;
6.6.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F. Koekebakker en in het openbaar uitgesproken op 3 juli 2024.
3645/1582