Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 107 dagen, met aftrek van voorarrest.
4.Waardering van het bewijs
ter zakevan de rechtmatige uitoefening van zijn
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregel
€ 2.500,00 aan materiële schade, eveneens vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
€ 250,00 (zegge: tweehonderdvijftig euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij] te betalen
€ 250,00 (hoofdsom, zegge: tweehonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 oktober 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
5 (vijf) dagen;
€ 2.469,41 (zegge: tweeduizend vierhonderdnegenenzestig euro en eenenveertig eurocent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 14 februari 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;