ECLI:NL:RBROT:2024:6068

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3

Parketnummer: 10/165579-23

Datum uitspraak: 13 juni 2024

Tegenspraak

Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] ,

ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:

[adres] ,

ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in [detentieadres] ,

raadsvrouw mr. G. Vermaak, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 30 mei 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. C.C. Brandwijk heeft gevorderd:

bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3, en 4 ten laste gelegde;
veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, met aftrek van voorarrest, alsmede ter beschikkingstelling van de verdachte met voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd en een contactverbod met de slachtoffers;
oplegging van een maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr).

4.Ontvankelijkheid officier van justitie

4.1.

Standpunt verdediging

De raadsvrouw heeft bepleit dat de officier van justitie in de vervolging van de verdachte ten aanzien van “ [slachtoffer 1] ” niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Aangevoerd is dat in het geval van een verdenking van het onder 3 ten laste gelegde, het Openbaar Ministerie, ex artikel 167a Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv), de minderjarige in de gelegenheid dient te stellen zijn mening over het gepleegde feit kenbaar te maken. Van slachtoffer “ [slachtoffer 1] ” zijn geen gegevens bekend en er zijn geen inspanningen verricht om op een of andere manier een verklaring van “ [slachtoffer 1] ” te krijgen.

4.2.

Beoordeling

Ingevolge artikel 167a Sv stelt het Openbaar Ministerie ter zake van een misdrijf omschreven in artikel 248d Sr en gepleegd ten aanzien van een minderjarige die twaalf jaar of ouder is, de minderjarige zo mogelijk in de gelegenheid zijn of haar mening over het gepleegde feit kenbaar te maken. De zienswijze van de minderjarige wordt zodoende betrokken bij de vervolgingsbeslissing die de officier van justitie dient te nemen. De wetsbepaling beoogt hiermee te waarborgen dat strafrechtelijk optreden volgt waar dit geboden is en achterwege blijft indien de belangen van de minderjarige daartoe nopen.

De rechtbank stelt vast dat [slachtoffer 1] niet in het kader van artikel 167a Sv is gehoord. Het dossier bevat ook geen aanwijzing dat hij door het Openbaar Ministerie is uitgenodigd voor een dergelijk horen.

De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of het Openbaar Ministerie zich voldoende moeite heeft getroost om [slachtoffer 1] in de gelegenheid te stellen om van zijn hoorrecht gebruik te maken, en, bij niet voldoen aan deze inspanningsverplichting, daaraan de gevolgen te verbinden die in de gegeven situatie passend zijn. Dat kan onder omstandigheden de niet-ontvankelijkverklaring van de officier van justitie zijn.

Uit het dossier blijkt dat [slachtoffer 1] een vriendje/klasgenoot is van [slachtoffer 2] , een minderjarige die ook genoemd wordt in het ten laste gelegde feit 3, en die op het moment van de aangifte 12 jaar oud was. Door de moeder van [slachtoffer 2] is aangifte gedaan en [slachtoffer 2] is als getuige gehoord. Uit het dossier blijkt voorts dat de achternaam van [slachtoffer 1] bekend is. Een en andere leidt tot de conclusie dat het mogelijk moet zijn geweest om [slachtoffer 1] te identificeren en te vragen naar zijn zienswijze over een mogelijke vervolging van de verdachte.

Toch kan het niet voldoen aan deze inspanningsverplichting niet leiden tot de niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie. Immers, niet gezegd kan worden dat door dit verzuim het belang van [slachtoffer 1] , afgewogen tegen andere strafvorderlijke belangen, door het instellen van vervolging in ernstige mate is veronachtzaamd. Redengevend daarvoor is dat uit de aangifte door de moeder van [slachtoffer 2] en het verhoor van [slachtoffer 2] niet blijkt dat door vervolging van de verdachte ernstig tekort zou worden gedaan aan de belangen van [slachtoffer 2] en derhalve de verwachting gerechtvaardigd is dat ook de belangen van [slachtoffer 1] daardoor niet tekort zouden worden gedaan. Ook zonder het horen van [slachtoffer 1] heeft het Openbaar Ministerie dan ook in redelijkheid tot vervolging kunnen besluiten. Daarbij weegt de rechtbank mee dat dit verzuim niet kan worden aangemerkt als een verzuim van vormen als bedoeld in artikel 359a Sv omdat het niet de verdachte is die door de niet-naleving van dat voorschrift is getroffen in een belang dat die bepaling beoogt te beschermen.

4.3.

Conclusie

De officier van justitie is ontvankelijk.

5.Waardering van het bewijs

5.1.

Bewezenverklaring zonder nadere motivering (feiten 1, 3 en 4)

Het onder 1, 3 en 4 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.

5.2.

Bewijswaardering (feit 2)

5.2.1.

Standpunt verdediging

De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit omdat het seksueel corrumperen van [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] niet kan worden bewezen. [slachtoffer 3] heeft verklaard dat de verdachte zei dat hij foto’s ging sturen, maar dat hij dit niet heeft gedaan en er is geen bewijs aangetroffen dat die verklaring tegenspreekt. In het geval van [slachtoffer 2] kan niet worden vastgesteld dat de verdachte seksueel materiaal van zichzelf aan hem heeft toegestuurd. Daarnaast is aangevoerd dat van het uitnodigen of bewegen van [slachtoffer 2] tot bekijken van door de verdachte uitgevoerde seksuele handelingen geen sprake is.

5.2.2.

Beoordeling

Verweer met betrekking tot [slachtoffer 2]

Uit het dossier blijkt dat de verdachte gebruik heeft gemaakt van de communicatiedienst Snapchat onder de gebruikersnaam [gebruikersnaam 1] en zich daar voordeed als een anonieme jongen, soms van 16 jaar en soms van 18 jaar oud. Uit het dossier blijkt voorts dat [slachtoffer 2] via Snapchat contact heeft gehad met ene [gebruikersnaam 1] en dat hij dacht dat hij met een zestienjarige jongen aan het chatten was. Vastgesteld kan worden dat [slachtoffer 2] via Snapchat contact heeft gehad met de verdachte.

Via Snapchat vroeg de verdachte aan [slachtoffer 2] , in ruil voor geld, seksueel getinte foto’s en video’s. Uit onderzoek van de telefoon van de verdachte blijkt dat [slachtoffer 2] foto’s van zijn geslachtdeel en video’s waarop hij masturbeerde heeft toegestuurd aan de verdachte. Toen de verdachte aan [slachtoffer 2] vroeg of hij samen met hem via filmpjes wilde “rukken”, heeft [slachtoffer 2] via videobellen contact gezocht met de verdachte om te kijken of het wel echt was. Tijdens dit videobellen zag [slachtoffer 2] toen het blote onderlijf van de verdachte en zijn blote penis. De penis was stijf en hij was aan het masturberen. Op drie afbeeldingen die aangetroffen zijn op de telefoon van de verdachte is te zien dat er gevideobeld is met de verdachte omdat linksonder in beeld ook het geslachtsdeel van een andere persoon is te zien. Dit wordt ook ondersteund door de verklaring van de verdachte bij de politie dat hij heeft gevideobeld terwijl hij aan het masturberen was.

Gelet op het voorgaande verwerpt de rechtbank het verweer dat niet kan worden vastgesteld dat de verdachte seksueel getint materiaal van zichzelf aan [slachtoffer 2] heeft gestuurd. Daarbij geldt dat het op dergelijke wijze confronteren met videobeelden valt onder de delictsomschrijving van artikel 240a Sr omdat er geen reden is om dit artikel zo restrictief uit te leggen dat toegezonden beelden via videobellen niet als afbeeldingen kunnen worden beschouwd. Bovendien heeft [slachtoffer 2] daadwerkelijk het ontblote geslachtsdeel van de verdachte en het masturberen gezien.

Gelet op het voorgaande verwerpt de rechtbank eveneens het verweer dat geen sprake zou zijn van het bewegen tot het bekijken door de verdachte, omdat [slachtoffer 2] zelf het videobellen geïnitieerd zou hebben. [slachtoffer 2] heeft weliswaar zelf het videobellen geïnitieerd, maar was hierbij in de veronderstelling dat de verdachte een leeftijdsgenoot was. Het was geenszins de bedoeling van [slachtoffer 2] om geconfronteerd te worden met een (veel oudere) volwassen man die aan het masturberen was.

Verweer met betrekking tot [slachtoffer 3]

Nu [slachtoffer 3] heeft verklaard dat hij geen foto’s van de verdachte heeft ontvangen en in het dossier geen bewijs is aangetroffen die deze verklaring weerlegt, wordt dit verweer gehonoreerd en zal de verdachte partieel worden vrijgesproken met betrekking tot het seksueel corrumperen van [slachtoffer 3] .

5.2.3.

Conclusie

De verweren met betrekking tot [slachtoffer 2] worden verworpen. Het verweer met betrekking tot [slachtoffer 3] wordt gehonoreerd.

5.3.

Bewezenverklaring

In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan.

In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan.

De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:

hij op één of meer tijdstippen in de periode van 23 oktober 2021 tot en met 29 augustus 2023 te Maassluis, meermalen,

telkens een hoeveelheid afbeeldingen, en/of een hoeveelheid gegevensdragers, bevattende

afbeeldingen, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten:

- [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum 2] 2010) en/of

- [slachtoffer 3] (geboren op [geboortedatum 3] 2012) en/of

- een persoon genaamd [slachtoffer 4] (11 jaar, verdere gegevens tot op heden

onbekend gebleven) en/of

- [slachtoffer 5] (geboren op [geboortedatum 4] 2009) en/of

- [slachtoffer 6] (geboren op [geboortedatum 5] 2009) en/of

- een of meer tot op heden onbekend gebleven personen, is/zijn betrokken of

schijnbaar is/zijn betrokken,

heeft vervaardigd en/of verworven

welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:

het met de/een vinger(s) en/of hand(en) (laten) masturberen en/of betasten en/of

aanraken van het eigen geslachtsdeel van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 5]

en/of [slachtoffer 6]
en/ofeen of meer andere personen die kennelijk de leeftijd

van 18 jaar nog niet hadden bereikt

en/of

het door die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 4] en/of een of meer andere personen met

de/een vinger(s) en/of handen (laten) masturberen en/of betasten en/of aanraken

van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet

had bereikt

en/of

het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door die [slachtoffer 2] en/of

[slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of een of meer andere

personen die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hadden bereikt, waarbij deze

persoon/personen poseert/poseren in een erotisch getinte houding (op een wijze)

die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of door het camerastandpunt en/of de

(onnatuurlijke) pose en/of en/of de uitsnede van de foto's /film(s) nadrukkelijk het

(ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon/personen in

beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar

seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling,

en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;

hij op één of meer tijdstippen in de periode van 23 oktober 2021 tot en met 29 augustus 2023 te Maassluis, meermalen,

telkens [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum 2] 2010) van wie hij

wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van 16 jaren nog niet

had bereikt, met ontuchtig oogmerk ertoe heeft bewogen getuige te zijn van

seksuele handelingen, immers heeft verdachte:

die [slachtoffer 2] via Snapchat

foto's en/of filmpjes toegestuurd waarop zijn, verdachtes, geslachtsdeel zichtbaar is

en/of waarop hij, verdachte, zichzelf aan het masturberen is ;

hij op één of meer tijdstippen in de periode van 29 januari 2023 tot en

met 29 augustus 2023 te Maassluis, meermalen,

(telkens) door giften en/of beloften van geld en/of goed, en/of misleiding,

- [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2010, die de leeftijd van achttien

jaren nog niet had bereikt, en/of

- een persoon genaamd/bekend als [slachtoffer 1] (verdere gegevens tot op heden

onbekend gebleven), die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, en/of

- een persoon genaamd/bekend als [slachtoffer 4] (11 jaar oud, verdere gegevens

tot op heden onbekend gebleven), die de leeftijd van achttien jaren nog niet had

bereikt, en/of

-een of meer andere personen, die de leeftijd van achttien jaar nog niet had(den)

bereikt,

opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen, door:

- zich op Snapchat voor te doen als een jongen van 16 jaar met gebruikersnaam

' [gebruikersnaam 2] ' en/of ' [gebruikersnaam 1] ' en/of als een (minderjarig) meisje met gebruikersnaam

' [gebruikersnaam 3] ' en/of ' [gebruikersnaam 4] ' en/of als een minderjarig meisje met gebruikersnaam

' [gebruikersnaam 5] ' en/of

- die [slachtoffer 2] via Snapchat mede te delen dat hij geld kon verdienen als hij

naaktfoto's en/of naaktvideo's en/of masturbatievideo's zou toesturen aan hem,

verdachte, en/of

- die [slachtoffer 2] via Snapchat te vragen aan hem, verdachte, een of meer video's toe

te sturen waarin die [slachtoffer 2] en die [slachtoffer 1] elkaar aftrekken en/of die [slachtoffer 2]

mede de delen dat zij daarvoor extra geld zouden krijgen en/of

- die [slachtoffer 4] via Snapchat te bewegen en/of te vragen aan hem, verdachte, een

of meer video's toe te sturen waarin die [slachtoffer 4] en een tot op heden onbekend

gebleven andere minderjarige elkaar aftrekken;

hij op één of meer tijdstippen in de periode van 10 juli 2023 tot en met 29 augustus 2023 te Maassluis, meermalen,

telkens een hoeveelheid afbeeldingen en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen,

van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar

nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,

heeft verworven, in bezit gehad,

welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven -

bestonden uit:

het met een lichaamsdeel oraal, vaginaal en/of anaal penetreren

van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had

bereikt

en/of

het met een lichaamsdeel oraal, vaginaal en/of anaal penetreren

van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd

van 18 jaar nog niet had bereikt

en/of

het met een lichaamsdeel betasten en/of aanraken van het

geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van

18 jaar nog niet had bereikt

en/of

het met een lichaamsdeel betasten en/of aanraken van het

geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die

kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt

en/of

het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk

de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een

erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen

en/of waarbij door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de uitsnede van de foto's /film(s)

nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon

in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een

onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling

en/of

het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het gezicht en/of lichaam van een

persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt

en/of

(waarbij) de

afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt

tot seksuele prikkeling

en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.

Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

6.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:

1.
een afbeelding en een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen en verwerven, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt;

2.
een persoon, van wie hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt, met ontuchtig oogmerk ertoe bewegen getuige te zijn van seksuele handelingen;

3.
door giften of beloften van geld of goed en misleiding een persoon waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen;

4.
een afbeelding en een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, in bezit hebben , terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

7.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

8.Motivering straf en maatregel

8.1.

Algemene overweging

De straf en maatregel die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.

8.2.

Feiten waarop de straf en maatregel zijn gebaseerd

De verdachte heeft zich gedurende een periode van twee jaar bezig gehouden met kinderporno. De verdachte bewaarde in dat verband in totaal 647.995 foto’s en 7.505 filmpjes op gegevensdragers. Daarnaast heeft hij door zich aan minderjarigen voor te doen als een minderjarig meisje of jongen via communicatiediensten meerdere minderjarigen bewogen om naaktfoto’s en -filmpjes van zichzelf te versturen en foto’s en filmpjes waarin zij seksuele handelingen bij zichzelf of bij een andere minderjarige verrichten, te versturen. Een aantal van deze minderjarigen heeft hij geld beloofd in ruil voor de foto’s en/of filmpjes. Een aantal van de foto’s en filmpjes heeft hij ook verspreid via communicatiediensten en hij heeft deze gebruikt om zich tegenover andere minderjarigen voor te doen als een leeftijdsgenoot. Ook heeft hij een minderjarige jongen, die op verzoek van de verdachte seksuele foto’s en video’s aan de verdachte had toegestuurd en die hem via de communicatiedienst Snapchat videobelde, laten zien hoe hij zich aftrok. De minderjarige jongen was voorafgaand aan het videobellen er niet van op de hoogte dat de verdachte een volwassen man was, die vele malen ouder was dan hijzelf.

De verdachte heeft zich hiermee schuldig gemaakt aan zeer ernstige en verwerpelijke misdrijven. De verdachte heeft bijgedragen aan de instandhouding van een markt waarop kinderpornografisch materiaal wordt aangeboden en verspreid. Deze markt is onlosmakelijk verbonden met het voortbestaan van seksueel misbruik van (veelal zeer kwetsbare) kinderen. Het is algemeen bekend dat slachtoffers van seksueel misbruik, zeker minderjarigen, daarvan langdurig de nadelige gevolgen ondervinden. Zij worden hierdoor ernstig geschaad in hun (seksuele) ontwikkeling. De verdachte heeft eraan bijgedragen dat deze praktijken in stand worden gehouden. Hij heeft zijn eigen belang en lustgevoelens laten prevaleren boven de belangen van zijn minderjarige slachtoffers. De gevolgen hiervan voor de betrokken slachtoffers en hun families blijken ook uit de slachtofferverklaringen

8.3.

Strafmaatverweer

8.3.1.

Standpunt verdediging

De verdediging heeft bepleit dat sprake is van een onherstelbaar vormverzuim ex artikel 359a Sv en dat daarom strafvermindering op zijn plaats is. De verdachte is onder druk gezet om de toegangscodes van zijn gegevensdragers te geven.

8.3.2.

Standpunt officier van justitie

De officier van justitie concludeert dat er geen sprake is van een vormverzuim. De verbalisanten hebben gehandeld in overeenstemming met artikel 3 van de Politiewet 2012.

8.3.3.

Beoordeling

Uit het proces-verbaal van doorzoeking van de woning van de verdachte blijkt dat aan de verdachte op 10 juli 2023 is medegedeeld waarvan hij werd verdacht en dat hem door de hulpofficier van justitie de cautie is verleend. Vervolgens wordt hem om de toegangscodes van zijn telefoons en computer gevraagd. De verdachte wil deze niet geven. De verbalisanten maken uit een notitieboekje dat gevonden is op het nachtkastje van de verdachte op dat het niet goed gaat met de verdachte. Wanneer de verbalisanten dit de verdachte voorhouden wordt hij zichtbaar emotioneel en hij bevestigt dat het niet goed met hem gaat. Wanneer één van de aanwezige verbalisanten delen van een gesprek tussen de verdachte en zijn moeder opvangt, ontstaat bij hem de indruk dat de verdachte suïcidale gedachten heeft. Er ontstaan zorgen om de psychische gesteldheid van de verdachte en familievriend [naam 1] – tevens werkzaam voor de politie-eenheid Rotterdam – wordt op verzoek van de aanwezige verbalisanten ingeschakeld. Hij voert samen met de moeder van de verdachte een goed gesprek met de verdachte. Vervolgens wordt door de verdachte de wachtwoorden van zijn gegevensdragers verstrekt.

De rechtbank overweegt dat aan de verdachte de cautie is verleend voor aanvang van de doorzoeking en de vraag om zijn toegangscodes. Het gesprek tussen [naam 1] , de moeder van de verdachte en de verdachte wordt gevoerd naar aanleiding van zorgen over de psychische gesteldheid van de verdachte. Er is geen sprake van een verhoorsituatie en niet blijkt dat er sprake is van dwang. Na het gesprek is door de verdachte uit eigen beweging – zonder dat hiernaar nogmaals door de verbalisanten gevraagd wordt – de toegangscodes van zijn gegevensdragers verstrekt. De rechtbank is daarom van oordeel dat er geen sprake is van een vormverzuim in de zin van artikel 359a Sv. Het verweer wordt dan ook verworpen.

8.4.

Persoonlijke omstandigheden van de verdachte

8.4.1.

Strafblad

De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 14 november 2023, waaruit blijkt dat de verdachte reeds eerder maar wel langer dan vijf jaar geleden een schriftelijke waarschuwing en een voorwaardelijk sepot heeft gekregen voor soortgelijke strafbare feiten.

8.4.2.

Rapportages en verklaringen van deskundigen op de terechtzitting

Psychiater [naam 2] heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 17 november 2023. Dit rapport houdt, onder meer, het volgende in.

De verdachte lijdt aan een psychische stoornis. Er is sprake van een andere gespecificeerde dysruptieve, impulsbeheersings- of andere gedragsstoornis (hyperseksualiteit) en een overige gespecificeerde parafiele stoornis. Daarnaast is sprake van een aanpassingsstoornis met sombere en angstige stemming. De verdachte heeft een vermijdende copingstijl en een aantal kenmerken waardoor een persoonlijkheidsstoornis en een autismespectrumstoornis niet met zekerheid kunnen worden uitgesloten. De seksuele stoornissen waren ook aanwezig ten tijde van het tenlastegelegde. De aanpassingsstoornis is met name ontstaan toen de juridische gevolgen van het gedrag helder werden en was dus waarschijnlijk niet of in ieder geval minder duidelijk aanwezig ten tijde van het tenlastegelegde.

Als gevolg van de hyperseksualiteit was de verdachte veel met seks bezig en beheerste dit zijn hele leven. Ook waren er seksuele gevoelens voor jonge jongens. Verder waren er cognitieve vertekeningen over het seksuele contact met minderjarigen, waarbij de verdachte dacht dat dit contact in enige mate tot stand kwam op basis van gelijkwaardigheid.

De psychiater adviseert om de verdachte bij een eventuele bewezenverklaring het ten laste gelegde in een verminderde mate toe te rekenen.

De psychiater schat het risico op recidive als hoog in. Indien het de verdachte lukt om de hyperseksualiteit naar de achtergrond te laten gaan en een reëel zicht te krijgen op zijn seksuele gevoelens voor jeugdigen en de mate waarin zij kunnen instemmen met het contact, zal dit ervoor kunnen zorgen dat het recidiverisico wordt verlaagd. Daarbij bestaat wel altijd het risico dat de verdachte door zijn weerstand tegen behandeling niet openhartig zal zijn of dat de behandeling te veel aan de oppervlakte zal blijven, ondanks dat de verdachte dat zelf ook graag anders zou zien. Omdat de verdachte het moeilijk vindt om over seksualiteit te spreken, is de verwachting dat een ambulante behandeling niet afdoende zal zijn om het risico af te doen nemen. Ook eerder kon een ambulante behandeling bij De Waag niet voorkomen dat het seksuele delictgedrag snel weer terugkwam en ging het delictgedrag tijdens de meest recente ambulante behandeling door. Om deze reden acht de psychiater een klinische behandeling nodig.

De psychiater adviseert een terbeschikkingstelling met voorwaarden op te leggen, met als voorwaarden dat de verdachte klinische behandeling volgt en geen toegang heeft tot internet. Ook als de behandelaren medicatie adviseren in verband met hyperseksualiteit moet dit in de voorwaarden worden opgenomen. Daarnaast adviseert de psychiater om een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen om na te gaan of na het aflopen van de terbeschikkingstelling nog een aanvullend reclasseringstoezicht nodig is. Daarbij is de verwachting dat de problematiek van de verdachte langdurig zal blijven bestaan en een langdurig toezicht zal vragen.

Psycholoog [naam 3] heeft een rapport over de verdachte opgemaaktgedateerd 13 november 2023. Dit rapport houdt, onder meer, het volgende in.

Bij de verdachte is sprake van een vermijdende persoonlijkheidsstoornis, een andere gespecificeerde impulscontrolestoornis (i.c. hyperseksualiteit), een andere gespecificeerde parafilie (i.c. hebefilie) en een depressieve stoornis met angstige spanning. Ten tijde van het tenlastegelegde was er sprake van eenzelfde beeld en dat beïnvloedde de gedragskeuzes en gedragingen van de verdachte. De depressieve stoornis stond minder op de voorgrond.

De verdachte is door de jaren heen onvoldoende in staat geweest om zichzelf in zijn seksuele gedrag te begrenzen en voelt zich in seksueel opzicht tot minderjarige jongens aangetrokken. Bijkomend is er bij de verdachte sprake van persoonlijkheidsproblematiek van waaruit hij moeite heeft met het aangaan van sociale relaties en meer specifiek ook partnerrelaties. Hij voelt zich minderwaardig aan anderen en heeft zich van daaruit anoniem op het internet begeven. De inadequate coping heeft het probleemgedrag versterkt, waarbij de verdachte zijn toevlucht zocht tot anonieme seksuele (chat-)contacten in tijden van stress.

Van een volledige beperking omtrent de wilsvrijheid ten aanzien van gedragskeuzes was geen sprake. De psycholoog adviseert eveneens om de verdachte het ten laste gelegde bij een eventuele bewezenverklaring in verminderde mate toe te rekenen.

De psycholoog acht eveneens het recidiverisico hoog en adviseert de oplegging van een terbeschikkingstelling met voorwaarden. Een langer durend toezicht is - gezien de voorgeschiedenis van de verdachte en de rigiditeit van de problematiek - in dit geval wenselijk. In dat kader kan aanvullend nog aan een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel worden gedacht.

Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 11 april 2024. Dit rapport houdt, samengevat, het volgende in.

De onmacht die de verdachte naar eigen zeggen heeft gevoeld ten tijde van de onderhavige feiten heeft hem er niet van weerhouden om te stoppen met het grensoverschrijdende gedrag. De seksualiteitsbeleving van de verdachte is enigszins duidelijk geworden, echter kan hij zijn eigen seksuele voorkeuren en belevingen nog onvoldoende duiden. Dit is niet vanuit onwil, maar meer vanuit onkunde en onwetendheid bij de verdachte. Er is sprake van een hoog recidiverisico en een hardnekkige gedragsproblematiek. Ook is er sprake van enig ziektebesef en probleembesef, waardoor een gedragsverandering mogelijk kan worden verwezenlijkt. De verdachte maakt nu een (zeer) gemotiveerde indruk, waarbij hij aangeeft mee te willen werken, ook als dit een medicatiebeleid omhelst. De verdachte heeft niet eerder een klinische behandeling ontvangen, waardoor er mogelijkheden zijn tot een gedragsverandering binnen dit kader. Binnen eerdere ambulante interventies is het bewerkstellingen van een gedragsverandering bij de verdachte niet gelukt, waardoor hij nu opnieuw verdachte is in onderhavige zaak.

De reclassering acht een stringent kader als een tbs-maatregel met voorwaarden noodzakelijk om het recidiverisico op de lange termijn te kunnen beperken en daarmee de veiligheid van de maatschappij te kunnen waarborgen. Mocht de verdachte opnieuw seksueel deviant gedrag vertonen, kan er adequaat worden ingegrepen. Zelfinzicht en nieuw aangeleerde coping-vaardigheden zijn nodig om de risico’s te verlagen. Een klinisch traject kan zowel bijdragen aan het bewerkstelligen van gedragsverandering bij de verdachte alsmede het waarborgen van het risicomanagement. De verdachte heeft aangegeven ontvankelijk te zijn voor een dergelijk klinisch traject en is in april 2024 aangemeld bij het IFZ ten behoeve van een indicatiestelling voor plaatsing in een kliniek.

[naam 4] , reclasseringswerker bij Reclassering Nederland, is als deskundige ter terechtzitting gehoord. Zij heeft de hierboven weergegeven conclusies van de reclassering bevestigd. Daarbij heeft zij aanvullend verklaard dat de verdachte inmiddels een intakegesprek in de Van der Hoeven Kliniek heeft gehad en dat deze instelling ervoor openstaat de verdachte op te nemen voor een klinische behandeling. De verdachte is inmiddels op de wachtlijst geplaatst zodat de behandeling spoedig kan starten.

De rechtbank heeft acht geslagen op de bovengenoemde rapporten en de verklaring van de deskundige ter terechtzitting.

8.5.

Conclusies van de rechtbank

Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.

Nu de conclusies van de psychiater en psycholoog gedragen worden door hun bevindingen en door hetgeen ook overigens op de terechtzitting is gebleken, neemt de rechtbank die conclusies over en maakt die tot de hare. Bij de verdachte bestond tijdens het begaan van de feiten een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens in verband waarmee hij in enigszins verminderde mate toerekeningsvatbaar wordt geacht.

Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. De verdediging heeft verzocht een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen gelijk aan het voorarrest. Hiervoor bestaat echter gelet op de ernst van de feiten geen aanleiding.

Voorts onderschrijft de rechtbank de conclusie dat oplegging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden noodzakelijk is. De veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen eist de terbeschikkingstelling van de verdachte met voorwaarden. Dat oordeel is gegrond op de ernst en aard van de bewezen verklaarde feiten en het gevaar voor herhaling.

Vastgesteld wordt dat de bewezen verklaarde feiten, ter zake waarvan de terbeschikkingstelling met voorwaarden zal worden opgelegd, misdrijven betreffen als bedoeld in artikel 37a, eerste lid, aanhef en onder 2, Sr.

Vastgesteld wordt dat de strafbare feiten ter zake waarvan de terbeschikkingstelling met voorwaarden zal worden opgelegd misdrijven betreffen die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.

Daartoe zijn de aard en de kwalificatie van de bewezen verklaarde feiten redengevend.

Het voorgaande brengt met zich mee dat ingeval van omzetting naar een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege, de totale duur van deze terbeschikkingstelling een periode van vier jaar te boven kan gaan.

Aan de verdachte zal gelet op het voorgaande terbeschikkingstelling met voorwaarden worden opgelegd.

Daarnaast is een maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z, eerste lid, Sr (hierna: maatregel langdurig toezicht) noodzakelijk. Uit de rapporten van de deskundigen blijkt dat het recidiverisico hoog is. Om de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen te beschermen, dient de verdachte langdurig onder toezicht te staan.

Ook aan de overige wettelijke vereisten voor de oplegging van de maatregel langdurig toezicht is voldaan. De verdachte zal namelijk voorwaardelijk ter beschikking worden gesteld.

Gelet op het voorgaande zal de maatregel langdurig toezicht worden opgelegd.

Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen, waaronder de hieronder besproken verbeurdverklaringen, en maatregel passend en geboden.

Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 Sv.

9.In beslag genomen voorwerpen

Onder de verdachte zijn – gelet op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen – voorwerpen in beslag genomen.

9.1.

Standpunt officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen voorwerpen verbeurd te verklaren.

9.2.

Standpunt verdediging

Ten aanzien van de computer van het merk BeQuiet die in beslag is genomen heeft de raadsvrouw verzocht om teruggave daarvan – nadat het strafbare materiaal daarvan is verwijderd. De verdachte ontkent dat hij die computer heeft gebruikt voor het opslaan van kinderporno. Uit het dossier blijkt dat die afbeeldingen niet direct op de computer zijn gezet, maar dat die mogelijk indirect daarop zijn terechtgekomen. De verdachte had de computer kort voor zijn aanhouding aangeschaft. Het verwijderen van de schijf uit de gegevensdrager is een relatief eenvoudige taak. Gelet op het financiële belang dat de verdachte heeft bij teruggave, zou dat moeten opwegen tegen die eenvoudige inspanning.

9.3.

Beoordeling

De in beslag genomen voorwerpen zullen worden verbeurd verklaard. De bewezen feiten zijn met behulp van deze voorwerpen begaan. Dat geldt ook voor de computer van het merk BeQuiet. Op de desktop van deze computer werden 30 kinderpornografische foto’s aangetroffen.

10.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregel

Als benadeelde partijen hebben zich in het geding gevoegd:

[benadeelde partij 1] ter zake van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten. De benadeelde partij [benadeelde partij 1] vordert een bedrag van € 2.500,00 aan immateriële schade.

[benadeelde partij 2] ter zake van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten. De benadeelde partij [benadeelde partij 2] vordert een bedrag van € 2.500,00 aan immateriële schade.

[benadeelde partij 3] ter zake van het onder 3 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij [benadeelde partij 3] vordert een bedrag van € 2.500,00 aan immateriële schade.

[benadeelde partij 4] ter zake van de onder 1 en 3 ten laste gelegde feiten. De benadeelde partij [benadeelde partij 4] vordert een bedrag van € 2.500,00 aan immateriële schade.

10.1.

Standpunt officier van justitie

De officier van justitie heeft geconcludeerd tot het toewijzen van de vorderingen van de benadeelde partijen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 36f Sr.

10.2.

Standpunt verdediging

De verdediging heeft met verwijzing naar de rechtspraak betoogd dat in soortgelijke gevallen de toegekende schadebedragen doorgaans lager liggen dan door de benadeelde partijen in de onderhavige zaak is gevorderd. De schade is (voor zover mogelijk) beperkt gebleven. De toegekende bedragen in de rechtspraak variëren tussen € 1.500 - € 2.500. De raadsvrouw heeft bepleit dat aansluiting zou moeten worden gezocht bij de ondergrens.

10.3.

Beoordeling

De rechtbank zal de vorderingen afzonderlijk beoordelen.

Benadeelde partij [benadeelde partij 1]

Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij [benadeelde partij 1] door de onder 1en 3 bewezen verklaarde strafbare feiten, rechtstreeks immateriële schade is toegebracht en de gevorderde schadevergoeding de rechtbank ook overigens niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal de vordering worden toegewezen.

De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 29 augustus 2023.

Benadeelde partij [benadeelde partij 2]

Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij [benadeelde partij 2] door de onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde strafbare feiten, rechtstreeks immateriële schade is toegebracht en de gevorderde schadevergoeding de rechtbank ook overigens niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal de vordering worden toegewezen.

Benadeelde partij [benadeelde partij 3]

Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij [benadeelde partij 3] door het onder 3 bewezen verklaarde strafbare feit, rechtstreeks immateriële schade is toegebracht en de gevorderde schadevergoeding de rechtbank ook overigens niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal de vordering worden toegewezen.

Benadeelde partij [benadeelde partij 4]

Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij [benadeelde partij 4] door de onder 1 en 3 bewezen verklaarde strafbare feiten, rechtstreeks immateriële schade is toegebracht en de gevorderde schadevergoeding de rechtbank ook overigens niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal de vordering worden toegewezen.

Kosten benadeelde partijen

Nu de vorderingen van de benadeelde partijen zullen worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil.

10.4.

Conclusie

Het voorgaande betekent dat de verdachte aan ieder van de benadeelde partijen respectievelijk [benadeelde partij 1] , [benadeelde partij 2] , [benadeelde partij 3] en [benadeelde partij 4] afzonderlijk een bedrag dient te betalen van € 2.500,00 ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente.

Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr ter zake van de alle hiervoor toegewezen vorderingen passend en geboden geacht.

11.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 33, 33a, 36f, 38, 38a, 38z, 57, 60a, 240b, 248a en 248d van het Wetboek van Strafrecht.

12.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

13.Beslissing

De rechtbank:

verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;

verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;

stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;

verklaart de verdachte strafbaar;

veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 36 (zesendertig) maanden;

beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;

gelast dat de verdachte
ter beschikking wordt gesteld;

stelt daarbij de navolgende voorwaarden betreffende het gedrag van de terbeschikkinggestelde:

de ter beschikking gestelde verleent ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of biedt een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aan;

de ter beschikking gestelde maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit;

de ter beschikking gestelde werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:

de ter beschikking gestelde meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;

de ter beschikking gestelde laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van de ter beschikking gestelde vast te stellen;

de ter beschikking gestelde houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om de ter beschikking gestelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden;

de ter beschikking gestelde helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;

de ter beschikking gestelde werkt mee aan huisbezoeken;

de ter beschikking gestelde geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;

de ter beschikking gestelde vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;

de ter beschikking gestelde werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met de ter beschikking gestelde, als dat van belang is voor het toezicht;

als de reclassering dat nodig vindt en de ter beschikking gestelde daarmee instemt, kan de ter beschikking gestelde voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of de ter beschikking gestelde deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per kalenderjaar;

de ter beschikking gestelde gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van de reclassering;

de ter beschikking gestelde laat zich opnemen in een klinische zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt zolang de reclassering en de zorginstelling dat nodig vinden. De ter beschikking gestelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft

voor de behandeling. Het innemen van medicijnen (libido remmend) en de controle daarop kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de ter beschikking gestelde mee aan de indicatiestelling, leefregels van de verblijfsinstelling en plaatsing;

aansluitend aan zijn klinische behandeling laat de ter beschikking gestelde zich behandelen door een forensisch ambulante behandelinstelling of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zolang de reclassering en/of de zorginstelling dat nodig vindt. Het innemen van medicijnen en de controle daarop kan onderdeel zijn van de behandeling;

de ter beschikking gestelde verblijft in een begeleide woonvorm en/of maatschappelijke opvang te bepalen door de reclassering, mocht de huidige woonvorm niet het gewenste resultaat geven en/of stagneren. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De ter beschikking gestelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;

de ter beschikking gestelde zet zich in voor het realiseren en behouden van een passende en door de reclassering goedgekeurde dagbesteding;

de ter beschikking gestelde zoekt op geen enkele wijze contact op met minderjarigen. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt de ter beschikking gestelde dat de reclassering, behandelaar of ambulant begeleider of een ander persoon die door de reclassering gescreend is en waar de reclassering contact mee houdt hierbij aanwezig is;

de ter beschikking gestelde vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. De ter beschikking gestelde onthoudt zich op welke wijze dan ook van:

het seksueel getint communiceren met minderjarigen;

het bezoeken van een (digitale) omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;

het bezoeken van een (digitale) omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;

- de ter beschikking gestelde bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt het seksuele contact met minderjarigen te voorkomen. De ter beschikking gestelde werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. De ter beschikking gestelde verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. De ter beschikking gestelde verstrekt alle wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of betrokkene kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van de ter beschikking gestelde. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is;

de ter beschikking gestelde geeft de reclassering openheid over het aangaan en onderhouden van (partner)relaties en verleent de reclassering toestemming om relevante referenten uit zijn (sociale) netwerk te raadplegen en contact te onderhouden met personen en instanties die deel uitmaken van zijn (sociale) netwerk;

de ter beschikking gestelde zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met [slachtoffer 3] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 5] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;

geeft aan Reclassering Nederland opdracht de terbeschikkinggestelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;

legt de veroordeelde op de
maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking;

beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:

-
verklaart verbeurd als bijkomende straf voor de feiten:

1. STK Computer

omschrijving: [proces-verbaalnummer 1] , zwart, merk: desktop;

1. STK Computer

omschrijving: [proces-verbaalnummer 2] , zwart, merk: Quit, chassisnr: [chassisnummer] ;

1. STK USB-stick (memorykaart)

omschrijving: [proces-verbaalnummer 3] , Zwart, merk: Verbatim;

1. STK USB-stick (memorykaart)

omschrijving: [proces-verbaalnummer 4] , Blauwe dop;

1. STK Telefoonautomaat

omschrijving: [proces-verbaalnummer 5] , Zwart, merk: Samsung;

1. STK Telefoonautomaat

omschrijving: [proces-verbaalnummer 6] , Zwart, merk: Samsung;

1. STK Telefoonautomaat

omschrijving: [proces-verbaalnummer 7] , Zwart, merk: Samsung;

1. STK Telefoonautomaat

omschrijving: [proces-verbaalnummer 8] , Zwart, merk: Samsung;

1. STK Telefoonautomaat

omschrijving: [proces-verbaalnummer 9] , Zwart, merk: Samsung;

veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
[benadeelde partij 1], te betalen een bedrag van
€ 2.500,00 (zegge: tweeduizendvijfhonderd euro),bestaande immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 29 augustus 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;

legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij 1] te betalen
€ 2.500,00 (zegge: tweeduizendvijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 augustus 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening;

bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 2.500,00 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
35 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;

veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
[benadeelde partij 2], te betalen een bedrag van
€ 2.500,00 (zegge: tweeduizendvijfhonderd euro), bestaande immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 29 augustus 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;

legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij 2] te betalen
€ 2.500,00 (zegge: tweeduizendvijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 augustus 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening;

veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
[benadeelde partij 3], te betalen een bedrag van
€ 2.500,00 (zegge: tweeduizendvijfhonderd euro), bestaande immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 29 augustus 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;

legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij 3] te betalen
€ 2.500,00 (zegge: tweeduizendvijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 augustus 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening;

veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
[benadeelde partij 4], te betalen een bedrag van
€ 2.500,00 (zegge: tweeduizendvijfhonderd euro), bestaande immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 29 augustus 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;

legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij 4] te betalen
€ 2.500,00 (zegge: tweeduizendvijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 augustus 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening;

veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partijen begroot op nihil.

Dit vonnis is gewezen door mr. A. Hello, voorzitter,

en mr. H.I. Kernkamp-Maathuis en mr. dr. S. Wahedi, rechters,

in tegenwoordigheid van mr. E.F. Meekhof, griffier,

en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.

De oudste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Bijlage I

Tekst tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat

hij

op één of meer tijdstippen

in of omstreeks de periode van 23 oktober 2021 tot en met 29 augustus 2023 te

Maassluis, althans in Nederland,

meermalen, althans eenmaal

telkens

een hoeveelheid afbeeldingen, en/of een hoeveelheid gegevensdragers, bevattende

afbeeldingen,

van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar

nog niet had bereikt, te weten:

- [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum 2] 2010) en/of

- [slachtoffer 3] (geboren op [geboortedatum 3] 2012) en/of

- een persoon genaamd [slachtoffer 4] (11 jaar, verdere gegevens tot op heden

onbekend gebleven) en/of

- [slachtoffer 5] (geboren op [geboortedatum 4] 2009) en/of

- [slachtoffer 6] (geboren op [geboortedatum 5] 2009) en/of

- een of meer tot op heden onbekend gebleven personen, is/zijn betrokken of

schijnbaar is/zijn betrokken,

heeft vervaardigd en/of verworven

welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven -

bestonden uit:

het met de/een vinger(s) en/of hand(en) (laten) masturberen en/of betasten en/of

aanraken van het eigen geslachtsdeel van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 5]

en/of [slachtoffer 6] een of meer andere personen die kennelijk de leeftijd