Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 14 december 2023, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen;
- de repliek, met bijlagen;
- de rolbeslissing van 29 maart 2024;
- de akte van Zilveren Kruis, met bijlagen.
2.De beoordeling
“ik heb al eerder 142,15 euro premie betaald op 8-9-2023. Nu het restant van 142,15 + 5x 10 euro herinneringskosten komt uit op 192,15 euro”. Met de ‘5x 10 euro herinneringskosten’ doelt [gedaagde] kennelijk op de in de specificatie van Zilveren Kruis opgenomen bedragen van € 10,- aan incassokosten. Zilveren Kruis heeft, naar aanleiding van de rolbeslissing van 29 maart 2024, de toepasselijke algemene voorwaarden in het geding gebracht en heeft in haar akte nader uiteengezet dat zij - als een verzekeringnemer niet op tijd betaalt - op grond van artikel 9.2 van die algemene voorwaarden onder meer invorderingskosten (waaronder incassokosten) in rekening kan brengen. Uit de betalingsherinneringen, die Zilveren Kruis ook bij haar akte heeft overgelegd, volgt dat de in de specificatie opgenomen incassokosten van telkens € 10,- alle betrekking hebben op (oudere) premiemaanden, die niet tot de onderhavige vordering behoren. Gelet op het voorgaande en op het door [gedaagde] vermelde betalingskenmerk heeft Zilveren Kruis van de betaling van 29 september 2023 dan ook terecht een totaalbedrag van € 50,- afgeboekt op de genoemde incassokosten.