Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
- [eiseres], vergezeld van haar schoondochter en bijgestaan door haar advocaat; en
- [gedaagde].
Rechtbank Rotterdam
Op 26 juni 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam in een kort geding uitspraak gedaan over een vordering tot medewerking aan de scheiding en deling van de onverdeeldheid van een woning in Suriname. De eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.J.J.A. Ooms, vorderde dat de gedaagde, die zelf aanwezig was, zou meewerken aan de gevraagde deling. Tijdens de mondelinge behandeling bleek dat de gedaagde bereid was om mee te werken aan de vordering van de eiseres. De voorzieningenrechter heeft daarop besloten de vordering toe te wijzen en de gedaagde te gebieden om binnen één week zijn medewerking te verlenen aan de scheiding en deling van de onverdeeldheid van de woning.
De voorzieningenrechter heeft bepaald dat als de gedaagde niet voldoet aan dit gebod, het vonnis in de plaats treedt van de wilsverklaring, volmacht, medewerking en handtekening(en) van de gedaagde die nodig zijn om de scheiding en deling te bewerkstelligen. Tevens is het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan in het kader van artikel 29a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, wat betreft de procedure in kort geding.