ECLI:NL:RBROT:2024:5975

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 juni 2024
Publicatiedatum
28 juni 2024
Zaaknummer
10-064553-24 en 10-078775-24 (gevoegd ttz)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor ernstige zedenmisdrijven en bedreiging binnen een gezinssituatie

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 24 juni 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die is veroordeeld voor meerdere ernstige misdrijven, waaronder verkrachting, ontuchtige handelingen met zijn minderjarige stiefdochter, en het bezit en vervaardigen van kinderporno. De feiten hebben zich afgespeeld tussen april 2022 en februari 2024, waarbij de verdachte zijn stiefdochter, die op het moment van de misdrijven 15 jaar oud was, heeft misbruikt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zijn stiefdochter heeft bedreigd en gedwongen tot seksuele handelingen, waarbij hij zijn machtspositie als stiefvader heeft misbruikt. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van vijf jaar. Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht en een contactverbod met de slachtoffers. De rechtbank heeft ook maatregelen ex artikel 38v en 38z van het Wetboek van Strafrecht opgelegd, ter bescherming van de slachtoffers en ter voorkoming van herhaling van de feiten. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn integraal toegewezen, waarbij de stiefdochter een schadevergoeding van € 35.275,= ontvangt en de stiefzoon € 2.500,=.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummers: 10-064553-24 en 10-078775-24 (gevoegd ttz)
Datum uitspraak: 24 juni 2024
Tegenspraak
Vonnisvan de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedatum 1] 1972,
niet ingeschreven in de basisregistratie personen,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [naam PI] , locatie [detentielocatie] ,
raadsvrouw mr. A.C. de Voogd, advocaat te 's-Hertogenbosch.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 10 juni 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlasteleggingen is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. K.P. Mandos heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van de op de dagvaarding met parketnummer 10-064553-24 ten laste gelegde feiten;
  • bewezenverklaring van de op de dagvaarding met parketnummer 10-078775-24 ten laste gelegde feiten;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren met aftrek van voorarrest, waarvan 1 jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van 5 jaar en de bijzondere voorwaarden als door de reclassering geadviseerd;
  • oplegging van de maatregelen ex artikel 38v en 38z van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr);
  • de dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden en de maatregel ex artikel 38v Sr.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Inleiding
Op 23 februari 2024 kwam er bij de politie een melding binnen van bedreiging. Ter plaatse werden moeder [slachtoffer 1] (hierna: [voornaam slachtoffer 1] ), dochter [slachtoffer 2] (hierna: [voornaam slachtoffer 2] ) en zoon [slachtoffer 3] (hierna: [voornaam slachtoffer 3] ) aangetroffen en werd verklaard dat de verdachte hen bedreigd had via WhatsApp. Verdachte is de partner van [voornaam slachtoffer 1] en de stiefvader van [voornaam slachtoffer 2] en [voornaam slachtoffer 3] . Verdachte werd vervolgens aangehouden. [voornaam slachtoffer 2] heeft diezelfde dag aangifte gedaan van onder meer bedreigingen en mishandeling en heeft verklaard over de thuissituatie in de afgelopen jaren. Haar moeder [voornaam slachtoffer 1] heeft hier ook verklaringen over afgelegd. Op 27 februari 2024 heeft vervolgens een informatief gesprek zeden met [voornaam slachtoffer 2] plaatsgevonden waarin zij verklaarde in de afgelopen jaren eveneens te zijn betast en verkracht door haar stiefvader. In de telefoon van verdachte werden afbeeldingen van [voornaam slachtoffer 2] en [voornaam slachtoffer 3] aangetroffen die hebben geleid tot een verdenking van het bezit en vervaardigen van kinderporno.
4.2.
Standpunt verdediging
10-064553-24
De verdediging heeft allereerst aangevoerd dat de verklaringen van [voornaam slachtoffer 1] onbetrouwbaar zijn. De eerste verklaring is niet betrouwbaar omdat deze twee dagen na de verklaring van [voornaam slachtoffer 2] is afgelegd. Daarmee heeft zij veel tijd gehad om alles met [voornaam slachtoffer 2] te bespreken en haar verklaring op die van [voornaam slachtoffer 2] af te stemmen. De tweede verklaring van [voornaam slachtoffer 1] is niet betrouwbaar omdat [voornaam slachtoffer 2] toen optrad als tolk en juist zij de aangeefster is in deze zaak. Zij kan daardoor niet onpartijdig tolken. De verdediging verzoekt dan ook uitdrukkelijk om de verklaringen van [voornaam slachtoffer 1] niet tot het bewijs te laten dienen.
Als de verklaringen van [voornaam slachtoffer 1] als onbetrouwbaar worden aangemerkt, is er voor het overgrote deel van hetgeen verdachte wordt verweten onvoldoende wettig en overtuigend bewijs. De verklaring van [voornaam slachtoffer 2] blijft dan op zichzelf staan en dat betekent dat de verdachte in ieder geval moet worden vrijgesproken van de onder 1 ten laste gelegde bedreiging, de onder 3 ten laste gelegde dwang en de onder 4 ten laste gelegde mishandeling. Ten aanzien van de bedreiging die onder 2 ten laste is gelegd, geldt dat er onvoldoende bewijs is voor het eerste en derde gedachtestreepje.
10-078775-24
Ten aanzien van de onder 1 ten laste gelegde verkrachting is er geen bewijs dat [voornaam slachtoffer 2] zou zijn gedwongen tot het ondergaan van seksueel binnendringen. Er is beeldmateriaal, maar daaruit is geen gerichte dwang op te maken. Ook uit de WhatsAppgesprekken blijkt geen verzet van [voornaam slachtoffer 2] in welke vorm dan ook. Voorts is geen bewijs aanwezig van het isoleren van [voornaam slachtoffer 2] door verdachte.
[voornaam slachtoffer 2] heeft verklaard dat de seksuele handelingen met verdachte zouden zijn gestart in april 2022. De verdachte stelt dat dit begin 2023 is geweest. [voornaam slachtoffer 1] kan zich niet herinneren of [voornaam slachtoffer 2] al 16 was op het moment dat zij een gesprek had met de verdachte over de seksuele handelingen tussen verdachte en [voornaam slachtoffer 2] . Op de foto van juli 2022 is de verdachte niet te identificeren. Daarmee is er onvoldoende bewijs dat de seksuele handelingen vóór 2023, toen [voornaam slachtoffer 2] nog 15 jaar oud was, hebben plaatsgevonden. Voorts is, met uitzondering van hetgeen op beeldmateriaal is vastgelegd, niet vast te stellen welke seksuele handelingen tussen [voornaam slachtoffer 2] en verdachte hebben plaatsgevonden. De verdachte dient dan ook van die onderdelen te worden vrijgesproken.
Voor het vierde feit geldt dat bij het beeldmateriaal waar de verdachte zelf niet opstaat, niet vast te stellen is wie die beelden heeft gemaakt. Ook is geen actieve rol in het maken van het beeldmateriaal vast te stellen. Het beeldmateriaal waar [voornaam slachtoffer 3] op staat, is niet als kinderpornografisch te kwalificeren. Dit is in de huiselijke gezinssfeer tot stand gekomen. Tot slot heeft verdachte geen gewoonte gemaakt van het maken van kinderporno.
4.3.
Beoordeling
4.3.1.
Verklaringen [voornaam slachtoffer 1] en [voornaam slachtoffer 2]
[voornaam slachtoffer 1] is op 25 februari 2024 over de feiten onder parketnummer 10-064553-24 gehoord met bijstand van een beëdigd tolk. Die verklaring is dus op de juiste wijze afgelegd en kan in ieder geval voor het bewijs worden gebruikt. Vervolgens is [voornaam slachtoffer 1] op 28 februari 2024 aanvullend gehoord terwijl [voornaam slachtoffer 2] optrad als tolk. Daarbij is in het proces-verbaal opgemerkt dat [voornaam slachtoffer 1] wel redelijk Nederlands verstaat, maar niet goed kan antwoorden in de Nederlandse taal. In het verhoor van 29 februari 2024 verklaart [voornaam slachtoffer 1] zelf dat zij het wel kan horen als iemand fout vertaalt. De rechtbank ziet gelet daarop geen aanleiding om de aanvullende verklaring van 28 februari 2024 als onbetrouwbaar te kwalificeren. [voornaam slachtoffer 2] heeft slechts vertaald wat haar moeder wilde zeggen. Verder wordt opgemerkt dat de verklaringen van [voornaam slachtoffer 2] en [voornaam slachtoffer 1] juist niet volledig overeenkomen. Het standpunt van de verdediging dat [voornaam slachtoffer 1] en [voornaam slachtoffer 2] de verklaring op elkaar zouden hebben afgestemd, wordt daarom niet gevolgd. De verklaringen van [voornaam slachtoffer 1] kunnen dan ook worden gebruikt als bewijs.
Voor zover de verdediging het voorwaardelijk verzoek heeft gedaan om [voornaam slachtoffer 2] en [voornaam slachtoffer 1] te horen als getuigen op het moment dat de rechtbank hun verklaringen wil gebruiken voor het bewijs, wordt dit verzoek afgewezen. Hoewel er een belang is om hen als getuigen te horen, lag het op de weg van de verdediging om eerder met een dergelijk verzoek te komen. Het pas op de terechtzitting doen van dit voorwaardelijke verzoek getuigt niet van het nodige initiatief om het ondervragingsrecht uit te oefenen. De verklaringen van zowel [voornaam slachtoffer 2] als [voornaam slachtoffer 1] zullen voor het bewijs worden gebruikt.
4.3.2.
Feiten onder parketnummer 10-064553-24
De feiten onder dit parketnummer kunnen wettig en overtuigend worden bewezen op grond van de verklaringen van [voornaam slachtoffer 2] en [voornaam slachtoffer 1] . De verklaring van [voornaam slachtoffer 1] , ondersteunt de verklaring van [voornaam slachtoffer 2] op essentiële punten. Dit geldt allereerst voor de bedreiging met de elektrische zaag onder feit 1. De bedreigingen onder feit 2 zijn door de verdachte bekend en kunnen ook bewezen worden verklaard.
De verdachte heeft over feit 3 verklaard dat hij [voornaam slachtoffer 2] gevraagd heeft zichzelf in haar pols te snijden, maar dat hij haar daartoe niet heeft gedwongen. De rechtbank acht dit onaannemelijk. In het licht van de andere feiten in deze zaak, waaronder de zedenfeiten, valt niet te verwachten dat [voornaam slachtoffer 2] de keuze om in haar pols te snijden volledig uit vrije wil heeft gemaakt, maar dat dit is gebeurd onder de omstandigheid dat de verdachte haar al langere tijd manipuleerde. De rechtbank acht de tenlastegelegde dwang dan ook bewezen.
De mishandeling, ten laste gelegd onder feit 4, is deels bekend door de verdachte. Hij zegt echter niet met kracht op de wang te hebben geslagen en in de hand te hebben geknepen en hij verklaart dat het was om [voornaam slachtoffer 2] zelfverdediging te leren. Naar het oordeel van de rechtbank leveren deze handelingen wel degelijk een mishandeling op. Het verweer van de verdachte dat [voornaam slachtoffer 2] niet liet merken dat de klap haar pijn deed en dat er daarom geen sprake kan zijn van mishandeling slaagt niet. Ook dit feit wordt daarom bewezen verklaard.
4.3.3.
Feiten onder parketnummer 10-078775-24
Pleegperiode
De feiten hebben plaatsgevonden gedurende de gehele ten laste gelegde periode, te weten van 1 april 2022 tot en met 15 februari 2024. Daarbij is van belang dat [voornaam slachtoffer 2] de start van het betasten door de verdachte koppelt aan een specifiek moment in haar leven, namelijk na de verjaardag van haar broertje, die op 16 maart jarig is. Daarnaast is foto 5 in de toonmap nader omschreven in een proces-verbaal, gemaakt op 9 juli 2022. Deze foto kan niet op een later moment gemaakt zijn. Op foto 5 is een liggende man te zien met een tatoeage op zijn onderarm, die past in de omschrijving van de tatoeage die de verdachte op zijn onderarm heeft. Op de man zit een meisje, waarvan het postuur en de kleding overeenkomen met die van [voornaam slachtoffer 2] . Voorts heeft [voornaam slachtoffer 1] verklaard dat de gordijnen die op die foto te zien zijn, in de slaapkamers van de woning hangen. Het voorgaande ondersteunt de verklaring van [voornaam slachtoffer 2] dat er in 2022 al sprake was van seksuele handelingen tussen haar en de verdachte.
Feiten 2 en 3: seksueel binnendringen/ontucht 12-16 jaar en ontucht stiefdochter
[voornaam slachtoffer 2] heeft verklaard dat de seksuele handelingen tussen haar en de verdachte in het begin bestonden uit betasten en het in haar mond stoppen van de piemel van verdachte. Zij verklaart dat de ‘echte’ verkrachting, waaruit de rechtbank begrijpt: penetratie van de penis in de vagina, ergens aan het begin van de winter van 2022 gebeurde. Nu [voornaam slachtoffer 2] op 9 november 2022 zestien jaar oud is geworden, kan de rechtbank niet vaststellen dat er onder feit 2 sprake is geweest van de drie laatste gedachtestreepjes toen zij de leeftijd van 16 jaren nog niet had bereikt. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken. Vanaf 2023 kunnen alle ten laste gelegde handelingen wel bewezen worden verklaard, mede nu ook de verdachte zelf heeft verklaard dat de seks tussen hem en zijn stiefdochter begin 2023 voor het eerst heeft plaatsgevonden.
Tussenconclusie
Gelet op het voorgaande worden de seksuele handelingen gepleegd met [voornaam slachtoffer 2] terwijl zij de leeftijd van 16 jaar nog niet had bereikt, ten laste gelegd onder feit 2, met uitzondering van de laatste drie gedachtestreepjes, bewezen verklaard. Ook feit 3 kan wettig en overtuigend bewezen worden verklaard.
Feit 1: verkrachting
De verdachte heeft bekend dat hij seksuele gemeenschap heeft gehad met [voornaam slachtoffer 2] , maar hij ontkent dat hij haar daartoe heeft gedwongen. Naar het oordeel van de rechtbank is echter bewezen dat sprake was van dwang. Daartoe acht de rechtbank allereerst van belang dat verdachte feitelijk de stiefvader was van [voornaam slachtoffer 2] . Hij woonde met haar, met haar moeder en haar broertje in één huis. Hij bemoeide zich met haar opvoeding en bepaalde bijvoorbeeld met wie zij mocht omgaan. Daar komt bij dat de verdachte 50 jaar oud was en aangeefster, bij de start van het betasten, 15 jaar oud. Gelet op deze positie had verdachte reeds een aanmerkelijk overwicht op [voornaam slachtoffer 2] . Hiervan heeft de verdachte misbruik gemaakt. Eveneens is aannemelijk dat sprake was van een bedreigende situatie voor [voornaam slachtoffer 2] . Zij heeft verklaard dat zij zich moest ziekmelden op school als verdachte dat wenste, dat de verdachte haar locatie kon zien, haar kon afluisteren en heeft gedreigd dat hij zwarte mannen op haar af zou sturen die haar zouden verkrachten als zij niet mee zou werken. Vanuit de chatgesprekken die zich in het dossier bevinden, komt een hiërarchische relatie tussen de verdachte en [voornaam slachtoffer 2] naar voren, waarin de verdachte [voornaam slachtoffer 2] dwingt verantwoording af te leggen, boos op haar wordt en haar uitscheldt. [voornaam slachtoffer 1] bevestigt dit beeld en zegt zich te hebben aangepast aan verdachte omdat ook zij bang voor hem was.
De verklaring van [voornaam slachtoffer 2] is consistent en gedetailleerd. Zij verklaart dat zij de eerste keer dat de verdachte haar betastte, is geblinddoekt door de verdachte. Zij heeft proberen weg te rollen en heeft haar benen in elkaar gedaan. De verdachte zei dat zij moest blijven liggen en hield haar vast, waarna [voornaam slachtoffer 2] het uiteindelijk toeliet omdat zij wist dat zij niets meer kon doen. Verder heeft zij verklaard dat zij vaker heeft geprobeerd weg te schuiven als de verdachte haar aanraakte en dat zij heel erg ging hoesten als zij de verdachte moest pijpen, maar dat hij haar hoofd dan vastpakte zodat zij het wel zou doen. Dat de verdachte verklaart dat hij [voornaam slachtoffer 2] niet heeft gedwongen tot de seksuele handelingen, wordt dan ook onaannemelijk geacht.
Voor zover de verdediging heeft aangevoerd dat uit de berichten in het dossier blijkt dat [voornaam slachtoffer 2] zelf het initiatief heeft genomen tot de seks, is de rechtbank van oordeel dat deze berichten in het licht van de gehele ten laste gelegde periode moeten worden bezien. De berichten in het dossier betreffen slechts de periode vanaf eind oktober 2023. Dat betekent dat [voornaam slachtoffer 2] daarvoor al lange tijd vastzat in deze (thuis)situatie waarbinnen het misbruik plaatsvond. De rechtbank acht het dan ook niet aannemelijk dat deze berichten vrijwillig door [voornaam slachtoffer 2] verstuurd zijn. Uit de berichten kan worden afgeleid dat ze zijn verstuurd uit angst voor de verdachte, die zich al lange tijd zeer manipulatief met het leven van [voornaam slachtoffer 2] bemoeide.
Feit 4: bezit en vervaardigen van kinderporno
Naar aanleiding van de verdenkingen is de telefoon van de verdachte in beslag genomen. Op die telefoon zijn verschillende video’s en foto’s aangetroffen. De verdachte heeft bekend dat hij de twee filmpjes waarop te zien is dat hij seks heeft met [voornaam slachtoffer 2] heeft gemaakt. Daarnaast zijn tien masturbatie video’s van (vermoedelijk) [voornaam slachtoffer 2] gevonden, vijf video’s waarop te zien is dat [voornaam slachtoffer 2] volledig naakt aan het douchen is, veertien seksueel getinte fotografische afbeeldingen waarop (vermoedelijk) [voornaam slachtoffer 2] duidelijk te zien is en vijf fotografische afbeeldingen waarop het andere stiefkind van verdachte, [voornaam slachtoffer 3] , naakt te zien is.
Verdachte heeft in een periode van ongeveer twee jaren meermalen kinderpornografische foto’s en filmpjes van zijn stiefkinderen gemaakt. Foto 5 in de toonmap, met daarop vermoedelijk [voornaam slachtoffer 2] , heeft als
modifieddatum 9 juli 2022. Foto’s 9, 10 en 11 in de fotomap van [voornaam slachtoffer 3] hebben 15 februari 2024 als modified datum. Tussen deze data zijn op verschillende momenten andere foto’s en filmpjes gemaakt of ontvangen. Gelet op het feit dat het gaat om een periode van ongeveer twee jaar en om meerdere bestanden, is de rechtbank van oordeel dat de verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het vervaardigen en in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal van zijn stiefkinderen.
4.4.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan op die wijze dat:
10-064553-24
1
hij omstreeks de periode van 1 juli 2023 tot en met 31 augustus 2023 te Rotterdam,
[slachtoffer 2] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht, door
- met een elektrische zaag achter die [slachtoffer 2] aan te rennen en
- vervolgens de elektrische zaag aan te zetten en
- daarbij die [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen: "Ik ga jullie armen en benen eraf zagen", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2
hij op tijdstippen in de periode van 7 februari 2024 tot en met 23 februari 2024 te Rotterdam, [slachtoffer 2] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling,
door die [slachtoffer 2] via berichten in het Pools dreigend de woorden toe te voegen:
- " Ik ga jou in elkaar slaan" en "Je hoofd ga ik er afhakken" en
- " Ik ga je doden" en
- " Ik hak je kop eraf",
3
hij op of omstreeks 9 februari 2024 te Rotterdam,
[slachtoffer 2] ,
door geweld of enige andere feitelijkheid en door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die ander,
wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, te weten zich met een mes, in de pols te snijden, door
- een mes, aan die [slachtoffer 2] proberen te geven en
- daarbij de woorden toe te voegen: "Ga je het nu beloven? Nu ga je beloven dat je niet meer gaat liegen" en "Harder, harder, dieper" en
- een mes, aan die [slachtoffer 2] over te dragen en
- daarbij de woorden toe te voegen: "Nu jij. Je moet het nu beloven";
4
hij op 21 februari 2024 te Rotterdam, een kind dat hij verzorgde of opvoedde als behorend tot zijn gezin, [slachtoffer 2] , heeft mishandeld door
- die [slachtoffer 2] op de wang te slaan en
- met zijn duim in de hand van die [slachtoffer 2] te drukken en
- die [slachtoffer 2] met een hand bij de nek vast te pakken en (vervolgens) die Kolodziejska omhoog te duwen.
10-078775-24
1
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 april 2022 tot en met 15 februari 2024 te Rotterdam
meermalen telkens door geweld en/of andere feitelijkheden en/of door bedreiging met geweld en/of bedreiging met andere feitelijkheden [slachtoffer 2] (geboren 10 november 2006) heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam,
namelijk het meermalen
- brengen/houden van zijn vingers in haar vagina, althans tussen haar schaamlippen, en
- betasten van haar schaamstreek en borsten en
- brengen/houden van zijn penis in haar mond en
- brengen/houden van zijn penis tussen haar schaamlippen, althans tegen haar schaamstreek en
- brengen/houden van zijn penis in haar vagina en
- ( laten) brengen/houden van seksvoorwerpen in haar vagina, althans tussen haar schaamlippen,
het geweld en/of andere feitelijkheden en/of de bedreiging met geweld en/of de bedreiging met ander
efeitelijkheden hebben bestaan uit het (meermalen)
- feit dat er sprake was van misbruik van uit feitelijke verhoudingen (te weten de relatie stiefvader - stiefdochter) en omstandigheden voortvloeiend overwicht en (aldus) dat er sprake was van een afhankelijkheids
- en/of machtsrelatie en
- vastpakken en/of vasthouden van haar lichaam en hoofd en
- plaatsen van een doek over haar ogen en
- voorbijgaan aan haar non-verbale) protesten en
- ( dwingend) positioneren van haar en
- ( dwingend) tegen haar zeggen
* welke handelingen zij bij hem moest verrichten en
* dat zij niet naar school mocht of zich op school ziek moest melden en naar huis moest komen en
* als zij niet mee zou werken, hij (donkere/zwarte) mannen zou zoeken die haar zouden verkrachten/seks met haar zouden hebben, althans woorden van gelijkende (dreigende) aard/strekking, en
- ontkleden van haar en zichzelf en
- veroorzaken van een angst voor hem door haar tijdens genoemde periode regelmatig te mishandelen en/of te bedreigen en
- isoleren van haar waardoor hij (telkens) een situatie van fysiek en/of geestelijk/psychologisch overwicht en/of een voor haar dreigende situatie heeft doen ontstaan;
2
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 april 2022 tot en met 09 november 2022 te Rotterdam
(meermalen) met [slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum 2] 2006) (zijn stiefdochter), die de leeftijd van twaalf jaren
maar nog niet die van zestien jaren had bereikt,
buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2] ,
te weten het (meermalen)
- brengen/houden van zijn vinger(s) in haar vagina, althans tussen haar schaamlippen, en
- betasten van haar schaamstreek en borst(en) en
- brengen/houden van zijn penis in haar mond
3
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 april 2022 tot en met 15 februari 2024 te Rotterdam
meermalen ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig stiefkind [slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum 2] 2006),
door het (meermalen)
- brengen/houden van zijn vinger(s) in haar vagina, althans tussen haar schaamlippen, en
- betasten van haar schaamstreek en borst(en) en
- brengen/houden van zijn penis in haar mond en
- brengen/houden van zijn penis tussen haar schaamlippen, althans tegen haar schaamstreek en
- brengen/houden van zijn penis in haar vagina en
- ( laten) brengen/houden van (seks)voorwerp(en) in haar vagina, althans tussen haar schaamlippen;
4
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 april 2022 tot en met 15 februari 2024 te Rotterdam,
(meermalen) (telkens) een gegevensdrager (een mobiele telefoon Samsung S22),
bevattende afbeeldingen - te weten (een) foto(‘s) en/of video(‘s)
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar
nog niet had bereikt, te weten
- [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2006 en
- [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum 3] 2016,
zijn betrokken , heeft vervaardigd en/of in bezit heeft gehad,
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het met de penis oraal en vaginaal penetreren van het lichaam van die [slachtoffer 2] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
(video:
[naam bestand 1] , dossier pag 65/66 en/of foto 1 + 2 toonmap en/of
video
[naam bestand 2] , dossier pag 66/67 en/of dossier pag 67 en/of foto 4 toonmap)
en
het met de hand betasten en aanraken van het geslachtsdeel van die [slachtoffer 2] door die [slachtoffer 2] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(dossier pag 67 en/of foto 5 + 7 + 8 + 10 toonmap)
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] ,
poserenin een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past en (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
(pag 67 dossier/foto 6 + 9 +11 toonmap)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
10-064553-24

1.bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;

2.
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, meermalen gepleegd;
3.
een ander door bedreiging met een feitelijkheid, gericht tegen die ander, wederrechtelijk dwingen iets te doen;
4.
mishandeling, terwijl de schuldige het misdrijf begaat tegen een kind dat hij verzorgt of opvoedt als behorend tot zijn gezin.
10-078775-24
de eendaadse samenloop van

1.verkrachting, meermalen gepleegd;

2.
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;

3.ontucht plegen met zijn stiefkind, meermalen gepleegd;

4.
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken vervaardigen en in bezit hebben, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf en maatregelen

7.1.
Algemene overweging
De straf en maatregelen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf en maatregelen zijn gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een achttal feiten, allen met zijn stiefdochter [voornaam slachtoffer 2] als slachtoffer en één met zijn stiefzoon [voornaam slachtoffer 3] als slachtoffer. Het seksuele misbruik is begonnen toen [voornaam slachtoffer 2] vijftien jaar oud was, is steeds verder gegaan en bleef aan de gang tot aan de aanhouding van de verdachte in februari van dit jaar. [voornaam slachtoffer 2] beschouwde verdachte als haar stiefvader en woonde met hem in huis. Het moet vanzelfsprekend zijn dat zijn stiefdochter zich veilig kon voelen in de thuissituatie en dat ze vertrouwen kon hebben in de verdachte als stiefvader. De verdachte heeft dat vertrouwen geschaad. Er is veelvuldig sprake geweest van seksueel binnendringen. Daarbij heeft de verdachte alleen aan de bevrediging van zijn eigen seksuele lustgevoelens gedacht en zich niets aangetrokken van de kwetsbare en ongelijkwaardige positie waarin [voornaam slachtoffer 2] zich bevond. Dat de verdachte verklaart dat het juist [voornaam slachtoffer 2] was die de seks initieerde, acht de rechtbank volkomen ongeloofwaardig. Deze houding laat zien dat de verdachte de ernst van zijn daden niet inziet. De rechtbank rekent hem dat aan. Door zo te handelen heeft de verdachte stelselmatig en op grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. Ook de andere bewezen verklaarde feiten dragen bij aan de indruk dat de verdachte volledige controle over het leven van [voornaam slachtoffer 2] heeft willen uitoefenen.
Het is algemeen bekend dat door seksueel misbruik de normale seksuele en persoonlijke ontwikkeling van een slachtoffer ernstig kan worden geschaad en dat slachtoffers daarvan nog lang psychische klachten kunnen ondervinden. Dit komt ook naar voren uit de slachtofferverklaring van [voornaam slachtoffer 2] , welke ter terechtzitting is voorgelezen. Zij is met spoed geplaatst op de wachtlijst bij Youz, zodat zij kan starten met een behandeling. Dit geldt eveneens voor haar broertje [voornaam slachtoffer 3] , die ook slachtoffer is geworden van het handelen van verdachte.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een Nederlands uittreksel uit de justitiële documentatie van 29 april 2024 en op een Pools uittreksel uit de justitiële documentatie van 7 maart 2024, waaruit blijkt dat de verdachte niet recentelijk is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 4 juni 2024. Dit rapport houdt onder meer het volgende in:
Hoewel de verdachte het tenlastegelegde bekent, is geen sprake van een schuldreflectie en spreekt hij met name vanuit oninvoelbaar slachtofferschap. Het is zijn intentie om aangevers zo spoedig mogelijk te spreken zodat hij hen van zijn goede bedoelingen kan overtuigen. Het professioneel oordeel ten aanzien van het recidiverisico wordt ingeschat als hoog. De verdachte heeft op dit moment geen sociaal vangnet, geen huisvesting of dagbesteding dan wel ideeën hoe hij een nieuw leven vorm kan geven of op kan bouwen waardoor toekomstperspectief ontbreekt. Hij heeft als enige wens met aangevers in contact te komen. Het feit dat hij dat continu herhaalt, maakt een obsessieve indruk.
Bij een veroordeling wordt geadviseerd een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met daarbij als bijzondere voorwaarden een meldplicht, ambulante behandeling met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname, begeleid wonen of maatschappelijke opvang indien nodig, een contactverbod en een locatieverbod met elektronische monitoring. Er wordt geadviseerd deze voorwaarden en het toezicht door de reclassering dadelijk uitvoerbaar te verklaren. Voorts wordt een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel geadviseerd.
Psychiater [naam psychiater] heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 21 mei 2024. Dit rapport houdt onder meer het volgende in:
De bevindingen van het psychiatrisch onderzoek wijzen niet op een psychische stoornis, verstandelijke handicap of psychogeriatrische aandoening van de verdachte ten tijde van het onderzoek, noch ten tijde van het ten laste gelegde. Bij een bewezenverklaring wordt geadviseerd om het ten laste gelegde volledig toe te rekenen. Het recidiverisico van zowel gewelddadig- als seksueel gewelddadig gedrag kan als matig verhoogd tot hoog worden ingeschat. Er kan overwogen worden het ingeschatte recidivegevaar te beperken door een voorwaardelijk strafdeel met de bijzondere voorwaarde van een contactverbod, eventueel te verlengen met een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd.
Met de psychiater en de reclassering is de rechtbank van oordeel dat een voorwaardelijk strafdeel aangewezen is en dat het noodzakelijk is dat daarbij bijzondere voorwaarden worden opgelegd. Het voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, zullen de op te leggen bijzondere voorwaarden, inhoudende een meldplicht, ambulante behandeling, begeleid wonen, een contactverbod, een locatieverbod met elektronische monitoring en het op te leggen reclasseringstoezicht, dadelijk uitvoerbaar worden verklaard.
Maatregel 38z Sr
Daarnaast is een maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking als bedoeld in artikel 38z, eerste lid, Sr (hierna: maatregel langdurig toezicht) noodzakelijk. Uit de rapporten van de psychiater en de reclassering blijkt dat sprake is van een groot gevaar voor herhaling van gewelddadig en seksueel gewelddadig gedrag. De verdachte blijft zeggen dat hij er alles aan zal doen om het contact met de aangevers te herstellen. Dat is zorgelijk. Om de veiligheid van anderen te beschermen, dient de verdachte langdurig onder toezicht te staan.
Ook aan de overige wettelijke vereisten voor de oplegging van de maatregel langdurig toezicht is voldaan. De verdachte zal namelijk worden veroordeeld tot een (gedeeltelijk voorwaardelijke) gevangenisstraf wegens misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen en waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld.
Gelet op het voorgaande zal de maatregel langdurig toezicht worden opgelegd.
Maatregel 38v Sr
Ter beveiliging van de maatschappij en ter voorkoming van strafbare feiten wordt aan de verdachte de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van vijf jaren opgelegd, inhoudende een contactverbod met: [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] .
Nu er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen of zich belastend zal gedragen jegens hen wordt bevolen dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 Sv.

8.In beslag genomen voorwerpen

De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen telefoon (Samsung, [SIN-nummer] ) te onttrekken aan het verkeer. De verdediging heeft verzocht om de telefoon terug te geven aan de verdachte.
De in beslag genomen telefoon zal worden onttrokken aan het verkeer. Het bewezen feit 4 onder parketnummer 10-778775-24 is met behulp van voornoemd voorwerp begaan.

9.Vorderingen benadeelde partijen

9.1.
Vorderingen
Als benadeelde partij heeft zich allereerst in het geding gevoegd [slachtoffer 2] ten aanzien van alle feiten onder beide parketnummers. Zij vordert een vergoeding van
€ 20.275,= aan materiële schade en een vergoeding van € 15.000,= aan immateriële schade. Voorts heeft [slachtoffer 3] zich in het geding gevoegd ten aanzien van feit 4 onder de dagvaarding met parketnummer 10.078775.24. Hij vordert een vergoeding van € 2.500,= aan immateriële schade.
9.2.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat beide vorderingen voldoende onderbouwd zijn en integraal toegewezen dienen te worden. Zij vordert de toe te wijzen bedragen te verhogen met de wettelijke rente en daarbij de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
9.3.
Standpunt verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht [voornaam slachtoffer 2] in haar vordering niet-ontvankelijk te verklaren. Op basis van de overgelegde verklaring van haar school kan onvoldoende worden vastgesteld of en zo ja, in hoeverre de opgelopen studievertraging aan de verdachte is toe te rekenen. De vordering zal nader moeten worden onderbouwd en dat levert een onevenredige belasting van het strafproces op. De verzochte immateriële schade is eveneens onvoldoende onderbouwd. Het is onduidelijk waarom wordt afgeweken van de categorieën die het Schadefonds geweldsmisdrijven hanteert in de letsellijst. Er ontbreekt medische informatie om het psychisch letsel te onderbouwen. Indien de rechtbank besluit de vordering wel toe te wijzen, wordt verzocht het bedrag sterk te matigen.
Voor wat betreft de vordering van [voornaam slachtoffer 3] wordt primair verzocht deze af te wijzen gelet op de bepleite vrijspraak voor het feit waar de vordering op ziet. Subsidiair wordt om
niet-ontvankelijkheid verzocht. Het standpunt dat [voornaam slachtoffer 3] lange tijd in onzekerheid zal verkeren nu niet uit te sluiten is of de opnamen zullen opduiken, is niet nader onderbouwd. Uit het dossier blijkt geenszins dat de verdachte het materiaal ter verspreiding heeft aangeboden of dat daar een intentie toe was. Als de rechtbank besluit de vordering toe te wijzen, wordt verzocht deze sterk te matigen.
9.4.
Beoordeling
Vordering [voornaam slachtoffer 2]
Materieel
Door [voornaam slachtoffer 2] is een bedrag van € 20.275,= verzocht aan materiële schade als gevolg van de opgelopen studievertraging. Uit de bijgevoegde brief van haar school, is gebleken dat zij eind maart 2024, dus kort nadat zij aangifte heeft gedaan tegen de verdachte, van havo 5 terug is gegaan naar havo 4. De rechtbank acht het, gelet op de aard en de ernst van de feiten, aannemelijk dat dit het gevolg is geweest van de bewezenverklaarde feiten. Aan de benadeelde partij is dan ook rechtstreeks materiële schade toegebracht en de gevorderde vergoeding komt de rechtbank ook niet onrechtmatig of ongegrond voor. Het verzochte bedrag aan materiële schade wordt toegewezen.
Immaterieel
De benadeelde partij heeft aangevoerd dat de bewezenverklaarde feiten veel gevolgen voor haar hebben. Zij heeft een klas terug moeten gaan, kan zich niet meer concentreren op school en heeft geen motivatie meer. Daarnaast is zij op een urgente wachtlijst geplaatst om zo snel als mogelijk onder behandeling te komen van een psycholoog. Zij heeft aangegeven erg emotioneel te zijn door alles wat is gebeurd. De aard en de ernst van de normschending, in dit geval een lange periode van ontucht, verkrachting, mishandeling en bedreiging, brengen mee dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde partij zo voor de hand liggen dat een aantasting in de persoon in de zin van artikel 6:106, aanhef en onder b, van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) kan worden aangenomen. Het gevorderde bedrag komt de rechtbank als passend voor.
Vordering [voornaam slachtoffer 3]
De benadeelde partij heeft om immateriële schade verzocht, mede door de onzekerheid of de van hem gemaakte opnamen op enig moment in het openbaar zullen verschijnen. Het feit heeft als gevolg gehad dat de benadeelde partij psychisch letsel heeft opgelopen. Ook [voornaam slachtoffer 3] is op een urgente wachtlijst geplaatst om in aanmerking te komen voor een psycholoog. Voor hem geldt ook dat de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de nadelige gevolgen daarvan zo voor de hand liggen dat een aantasting in de persoon in de zin van artikel 6:106, aanhef en onder b, BW kan worden aangenomen. Het gevorderde bedrag is passend.
Conclusie
De vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] worden integraal toegewezen. De rechtbank bepaalt dat de te vergoeden bedragen worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 februari 2024 tot aan de dag der algehele voldoening. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr passend en geboden geacht

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36b, 36c, 36f, 38v, 38w, 38z, 55, 57, 240b, 242, 245, 249, 284, 285, 300 en 304 van het Wetboek van Strafrecht.

11.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12.Beslissing

De rechtbank:
verklaart
bewezen, dat de verdachte de onder parketnummer 10-064553-24 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart
bewezen, dat de verdachte de onder parketnummer 10-078775-24 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) jaren;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
1 (één) jaar, niet ten uitvoer zal worden gelegd,tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een
proeftijd, die wordt gesteld op
5 (vijf) jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als
algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als
bijzondere voorwaarden:
1.
meldplicht: de veroordeelde meldt zich op afspraken met de reclassering, zo vaak en zo lang de reclassering het nodig vindt om het reclasseringstoezicht uit te voeren;
2.
ambulante behandeling: de veroordeelde laat zich behandelen door De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Bij terugval in middelengebruik of verslechtering van het psychiatrische toestandsbeeld kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert, laat de veroordeelde zich, na rechterlijke goedkeuring, opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt maximaal zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt;
3.
begeleid wonen of maatschappelijke opvang: de veroordeelde zoekt een verblijfadres waar hij na detentie kan verblijven en indien dit niet lukt en door de reclassering noodzakelijk wordt geacht, verblijft hij in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang. Het verblijf duurt de gehele periode of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma;
4.
contactverbod: de veroordeelde heeft of zoekt op geen enkele wijze – direct of indirect – contact met:
> [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 4] 1980;
> [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2006;
> [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum 3] 2016
zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt. Indien [slachtoffer 1] en
[slachtoffer 2] daarmee instemmen, zal aan hen een slachtofferdevice worden verstrekt;
5.
locatieverbod (met elektronische monitoring):de veroordeelde bevindt zich gedurende de proeftijd niet binnen een straal van 5 kilometer rond het verblijfadres van het slachtoffer: [adres] , [postcode] Rotterdam. Dit geldt zolang het Openbaar Ministerie het verbod nodig vindt. De veroordeelde werkt mee aan elektronische monitoring van dit locatieverbod. Hij gaat niet naar het buitenland zonder toestemming van de reclassering.
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
geeft aan Reclassering Nederland opdracht elektronisch toezicht te houden op de naleving van de onder nummer 5 genoemde bijzondere voorwaarde en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de genoemde bijzondere voorwaarden en het aan genoemde reclasseringsinstelling opgedragen toezicht
dadelijk uitvoerbaarzijn;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
legt de veroordeelde op de
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de
duur van 5 (vijf) jaren,inhoudende dat de veroordeelde wordt bevolen:
zich te onthouden van direct of indirect contact met:
> [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 4] 1980;
> [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2006;
> [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum 3] 2026;
bepaalt dat voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan vervangende hechtenis wordt toegepast voor de duur van 2 (twee) weken;
toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op en zal in totaal ten hoogste zes maanden bedragen;
beveelt dat de maatregel
dadelijk uitvoerbaaris;
legt de veroordeelde op de
maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart de telefoon (Samsung, [SIN-nummer] )
onttrokken aan het verkeer:
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] te betalen een bedrag van
€ 35.275,= (zegge: vijfendertigduizend tweehonderdvijfenzeventig euro),bestaande uit € 20.275,= aan materiële schade en
€ 15.000,= aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf
15 februari 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 2] te betalen
€ 35.275,=(hoofdsom,
zegge: vijfendertigduizend tweehonderdvijfenzeventig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 februari 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
211 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] te betalen een bedrag van
€ 2.500,= (zegge: vijfentwintighonderd euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf
15 februari 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 3] te betalen
€ 2.500,=(hoofdsom,
zegge: vijfentwintighonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 februari 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
35 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.P. Hameete, voorzitter,
en mrs. P. Joele en J.T.P. Pot, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L. Hessing, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De voorzitter en de jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlasteleggingen
10-064553-24
1
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2023 tot en met 31 augustus 2023 te Rotterdam, althans in Nederland,
[slachtoffer 2] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door
- met een elektrische zaag, althans een soortgelijk voorwerp, achter die [slachtoffer 2] aan te rennen en/of
- ( vervolgens) de elektrische zaag, althans een soortgelijk voorwerp, aan te zetten en/of
- ( daarbij) die [slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen: "Ik ga jullie armen en benen eraf zagen", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 7 februari 2024 tot en met 23 februari 2024 te Rotterdam, althans in Nederland,
[slachtoffer 2] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door die [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal, via berichten in het Pools dreigend de woorden toe te voegen:
- " Ik ga jou in elkaar slaan" en/of "Je hoofd ga ik er afhakken" en/of
- " Ik ga je doden" en/of
- " Ik hak je kop eraf",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
3
hij op of omstreeks 9 februari 2024 te Rotterdam, althans in Nederland,
een ander, te weten [slachtoffer 2] ,
door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die ander,
wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, te weten zich met een mes, althans een soortgelijk scherp en/of puntig voorwerp, in de pols te snijden,
door
- een mes, althans een soortgelijk scherp en/of puntig voorwerp, aan die Kolodziejska proberen te geven en/of
- ( daarbij) de woorden toe te voegen: "Ga je het nu beloven? Nu ga je beloven dat je niet meer gaat liegen" en/of "Harder, harder, dieper" en/of
- een mes, althans een soortgelijk scherp en/of puntig voorwerp, aan die [slachtoffer 2] over te dragen en/of
- ( daarbij) de woorden toe te voegen: "Nu jij. Je moet het nu beloven";
4
hij op of omstreeks 21 februari 2024 te Rotterdam, althans in Nederland,
een kind dat hij verzorgde of opvoedde als behorend tot zijn gezin, [slachtoffer 2] , heeft mishandeld door
- die [slachtoffer 2] op de wang te slaan en/of
- met zijn duim in de hand van die [slachtoffer 2] te drukken en/of
- die [slachtoffer 2] met een hand bij de nek vast te pakken en/of (vervolgens) die [slachtoffer 2] omhoog te duwen.
10-078775-24
1
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 april 2022 tot en met 15 februari 2024 te Rotterdam
(meermalen) (telkens) door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum 2] 2006) heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam,
namelijk het (meermalen)
- brengen/houden van zijn vinger(s) in haar vagina, althans tussen haar schaamlippen, en/of
- betasten van haar schaamstreek en/of borst(en) en/of
- brengen/houden van zijn penis in haar mond en/of
- brengen/houden van zijn penis tussen haar schaamlippen, althans tegen haar schaamstreek en/of
- brengen/houden van zijn penis in haar vagina en/of
- ( laten) brengen/houden van (seks)voorwerp(en) in haar vagina, althans tussen haar schaamlippen,
het geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of de bedreiging met geweld en/of de bedreiging met (een) ander feitelijkhe(i)d(en) heeft/hebben bestaan uit het (meermalen)
- feit dat er sprake was van misbruik van uit feitelijke verhoudingen (te weten de relatie stiefvader - stiefdochter) en/of omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of (aldus) dat er sprake was van een afhankelijkheids- en/of machtsrelatie en/of
- vastpakken en/of vasthouden van haar lichaam en/of hoofd en/of
- plaatsen van een doek over haar ogen en/of
- voorbijgaan aan haar (verbale en/of non-verbale) protesten en/of
- ( dwingend) positioneren van haar en/of
- ( dwingend) tegen haar zeggen
* welke handelingen zij bij hem moest verrichten en/of
* dat zij niet naar school mocht en/of zich op school ziek moest melden en naar huis moest komen en/of
* als zij niet mee zou werken, hij (een) (donkere/zwarte) man(nen) zou zoeken die haar zouden verkrachten/seks met haar zouden hebben, althans woorden van gelijkende (dreigende) aard/strekking, en/of
- ontkleden van haar en/of zichzelf en/of
- veroorzaken van een angst voor hem door haar tijdens genoemde periode regelmatig te mishandelen en/of te bedreigen en/of
- isoleren van haar en/of
waardoor hij (telkens) een situatie van fysiek en/of geestelijk/psychologisch overwicht en/of een voor haar dreigende situatie heeft doen ontstaan;
2
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 april 2022 tot en met 09 november 2022 te Rotterdam
(meermalen) (telkens) met [slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum 2] 2006) (zijn stiefdochter), die de leeftijd van twaalf jaren
maar nog niet die van zestien jaren had bereikt,
buiten echt,
een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2] ,
te weten het (meermalen)
- brengen/houden van zijn vinger(s) in haar vagina, althans tussen haar schaamlippen, en/of
- betasten van haar schaamstreek en/of borst(en) en/of
- brengen/houden van zijn penis in haar mond en/of
- brengen/houden van zijn penis tussen haar schaamlippen, althans tegen haar schaamstreek en/of
- brengen/houden van zijn penis in haar vagina en/of
- ( laten) brengen/houden van (seks)voorwerp(en) in haar vagina, althans tussen haar schaamlippen
3
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 april 2022 tot en met 15 februari 2024 te Rotterdam
(meermalen) (telkens) ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig stiefkind [slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum 2] 2006),
door het (meermalen)
- brengen/houden van zijn vinger(s) in haar vagina, althans tussen haar schaamlippen, en/of
- betasten van haar schaamstreek en/of borst(en) en/of
- brengen/houden van zijn penis in haar mond en/of
- brengen/houden van zijn penis tussen haar schaamlippen, althans tegen haar schaamstreek en/of
- brengen/houden van zijn penis in haar vagina en/of
- ( laten) brengen/houden van (seks)voorwerp(en) in haar vagina, althans tussen haar schaamlippen;
4
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 april 2022 tot en met 15 februari 2024 te Rotterdam, althans in Nederland,
(meermalen) (telkens) een gegevensdrager (een mobiele telefoon Samsung S22),
bevattende afbeeldingen - te weten (een) foto(‘s) en/of video(‘s)
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar
nog niet had bereikt, te weten
- [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2006 en/of
- [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum 3] 2016,
is/zijn betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft vervaardigd en/of in bezit heeft gehad,
welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het met de/een penis oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van die [slachtoffer 2] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het met de/een vinger(s) vaginaal penetreren van het lichaam van die [slachtoffer 2] door die [slachtoffer 2] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(video:
[naam bestand 1] , dossier pag 65/66 en/of foto 1 + 2 toonmap en/of
video
[naam bestand 2] , dossier pag 66/67 en/of dossier pag 67 en/of foto 4 toonmap)
en/of
het met de hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van die [slachtoffer 3] door die [slachtoffer 3] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd
van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
het met de hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van die [slachtoffer 2] door die [slachtoffer 2] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
(dossier pag 67 en/of foto 5 + 7 + 8 + 10 toonmap)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , althans deze persoon, poseert in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , althans deze persoon, en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , althans deze persoon, in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling
(pag 67 dossier/foto 6 + 9 +11 toonmap)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;