Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 30 mei 2024, met producties 1 tot en met 10;
- de spreekaantekeningen en overgelegde bijlage van [gedaagde] .
2.De feiten
ARTIKEL 1. KINDEREN
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, vordert eiseres, die in het verleden gehuwd was met gedaagde, nakoming van een echtscheidingsconvenant. De partijen hebben twee meerderjarige kinderen en zijn in 2022 gescheiden. In het convenant zijn afspraken gemaakt over de kosten van de kinderen en de verdeling van de verkoopopbrengst van de woning. Eiseres stelt dat gedaagde zijn verplichtingen uit het convenant niet nakomt, met name met betrekking tot de verdeling van de netto verkoopopbrengst van de woning die op 14 juni 2024 aan een derde zal worden geleverd.
De mondelinge behandeling vond plaats op 6 juni 2024, waarbij eiseres vorderingen heeft ingediend die onder andere inhouden dat gedaagde moet meewerken aan de verdeling van de verkoopopbrengst en dat hij een bedrag van € 37.000,- aan eiseres moet voldoen. Gedaagde heeft als verweer aangevoerd dat er ook andere lasten van de woning en kosten van de kinderen verrekend moeten worden. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat eiseres voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij recht heeft op de gevorderde bedragen en dat er een spoedeisend belang is, gezien de aanstaande verkoop van de woning.
De voorzieningenrechter heeft de vordering van eiseres grotendeels toegewezen, met uitzondering van de vordering tot indeplaatsstelling van gedaagde, omdat hij heeft verklaard zijn medewerking te verlenen aan de eigendomsoverdracht. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 13 juni 2024 door mr. J.B. Smits.