ECLI:NL:RBROT:2024:5956
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening opvang ontheemden Oekraïne
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter op 28 juni 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening van een hoogzwangere vrouw, verzoekster, die met haar gezin in de gemeentelijke opvang voor Oekraïners verblijft. De burgemeester van Krimpen aan den IJssel had besloten dat verzoekster en haar gezin moesten verhuizen naar een andere opvanglocatie, omdat zij met hun gezin een te grote kamer bezet hielden en verzoekster in strijd met de huisregels een hond op haar kamer had genomen. Verzoekster maakte bezwaar tegen dit besluit en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, zodat zij op de huidige locatie kon blijven wonen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, omdat de burgemeester het collectieve belang zwaarder mocht laten wegen dan het individuele belang van verzoekster. De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester voldoende rekening had gehouden met de belangen van verzoekster, aangezien de nieuwe locatie beter geïsoleerd is en er dag en nacht begeleiding aanwezig is. Bovendien is de nieuwe locatie beter bereikbaar voor hulpdiensten. Verzoekster mag haar hond meenemen naar de nieuwe locatie, wat ook een belangrijk aspect was in de beoordeling.
De voorzieningenrechter benadrukte dat de procedure een spoedprocedure is en dat er een spoedeisend belang moet zijn voor het treffen van een voorlopige voorziening. In dit geval was er voldoende spoedeisend belang, maar de voorzieningenrechter vond dat de burgemeester terecht had besloten tot verhuizing, gezien de omstandigheden en de leefregels die gelden voor de opvanglocaties. De uitspraak heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank niet in een eventueel bodemgeding. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.