ECLI:NL:RBROT:2024:5956

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 juni 2024
Publicatiedatum
28 juni 2024
Zaaknummer
24/5832
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening opvang ontheemden Oekraïne

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter op 28 juni 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening van een hoogzwangere vrouw, verzoekster, die met haar gezin in de gemeentelijke opvang voor Oekraïners verblijft. De burgemeester van Krimpen aan den IJssel had besloten dat verzoekster en haar gezin moesten verhuizen naar een andere opvanglocatie, omdat zij met hun gezin een te grote kamer bezet hielden en verzoekster in strijd met de huisregels een hond op haar kamer had genomen. Verzoekster maakte bezwaar tegen dit besluit en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, zodat zij op de huidige locatie kon blijven wonen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, omdat de burgemeester het collectieve belang zwaarder mocht laten wegen dan het individuele belang van verzoekster. De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester voldoende rekening had gehouden met de belangen van verzoekster, aangezien de nieuwe locatie beter geïsoleerd is en er dag en nacht begeleiding aanwezig is. Bovendien is de nieuwe locatie beter bereikbaar voor hulpdiensten. Verzoekster mag haar hond meenemen naar de nieuwe locatie, wat ook een belangrijk aspect was in de beoordeling.

De voorzieningenrechter benadrukte dat de procedure een spoedprocedure is en dat er een spoedeisend belang moet zijn voor het treffen van een voorlopige voorziening. In dit geval was er voldoende spoedeisend belang, maar de voorzieningenrechter vond dat de burgemeester terecht had besloten tot verhuizing, gezien de omstandigheden en de leefregels die gelden voor de opvanglocaties. De uitspraak heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank niet in een eventueel bodemgeding. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 24/5832

uitspraak van de voorzieningenrechter van 28 juni 2024 in de zaak tussen

[verzoekster], uit [plaatsnaam], verzoekster

(gemachtigden: [naam 1] en [naam 2])
en

de burgemeester van Krimpen aan den IJssel

(gemachtigde: mr. W.J.T. Mastenbroek).

Inleiding

1. Met het besluit van 29 mei 2024 heeft de projectleider opvanglocaties vluchtelingen aan verzoekster laten weten dat zij en haar gezin op korte termijn moeten verhuizen naar een andere opvanglocatie. Met het besluit van 12 juni 2024 heeft de projectleider de datum van verhuizing vastgesteld op 14 juni 2024. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van 29 mei 2024. Ook heeft zij de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
2. De burgemeester heeft op het verzoek gereageerd met een verweerschrift.
3. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 20 juni 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoekster, de gemachtigden van verzoekster, [naam 3] (namens verzoekster), de gemachtigde van de burgemeester en [naam 4] (namens de burgemeester).

Beoordeling door de voorzieningenrechter

4. Verzoekster woont met haar partner en dochter in de gemeentelijke opvang voor Oekraïners. Haar moeder en zoon wonen in de naastgelegen kamer. Verzoekster is hoogzwanger.
5. Verzoekster heeft op 24 mei 2024 een officiële waarschuwing gekregen omdat zij een hond heeft genomen en dit in strijd is met de leefregels van de opvanglocatie.
Waar gaat het in deze zaak om?
6. De burgemeester vindt het in het collectieve belang noodzakelijk dat verzoekster en haar gezin op korte termijn verhuizen naar de opvanglocatie aan [adres]. Verzoekster is het hier niet mee eens. Zij wil met het verzoek om een voorlopige voorziening bereiken dat zij mag blijven wonen op de huidige opvanglocatie. De burgemeester heeft toegezegd dat verzoekster niet hoeft te verhuizen tot de uitspraak van de voorzieningenrechter.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek af
7. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
Heeft verzoekster een spoedeisend belang?
8. Een procedure bij de voorzieningenrechter is een spoedprocedure. Een voorlopige voorziening kan alleen worden getroffen als er een spoedeisend belang is, waardoor iemand niet kan wachten op een beslissing op zijn bezwaar- of beroepschrift. De voorzieningenrechter dient eerst te bepalen of er voldoende spoedeisend belang bij de gevraagde voorlopige voorziening is voordat de zaak inhoudelijk kan worden beoordeeld.
9. De burgemeester heeft tijdens de zitting toegelicht dat het bestreden besluit inhoudt dat verzoekster, haar partner en haar dochter moeten verhuizen naar een andere locatie. Het gevolg van dit besluit is dus dat verzoekster, die ook hoogzwanger is, op korte termijn haar vertrouwde omgeving moet verlaten en niet langer zal verblijven in de buurt van haar moeder en zoon. De voorzieningenrechter vindt dat verzoekster een voldoende spoedeisend belang heeft bij het voeren van deze procedure.
Waarom wordt het verzoek afgewezen?
10. De burgemeester is verantwoordelijk voor de opvang van ontheemden uit Oekraïne. [1] Er is een groot tekort aan opvangplekken, zodat de burgemeester de beschikbare plekken zo optimaal mogelijk moet benutten. Daarnaast stelt de burgemeester voor elke opvanglocatie leefregels op waar de bewoners zich aan moeten houden. Zo zorgt de burgemeester ervoor dat de opvanglocatie voor iedereen een veilige en leefbare omgeving is.
11. Volgens de burgemeester houden verzoekster, haar partner en haar dochter op dit moment een kamer bezet die geschikt is voor zes personen. Daarnaast heeft verzoekster in strijd met de huisregels een hond op haar kamer genomen zonder dat daar vooraf (schriftelijk) toestemming voor was verleend. Verzoekster wil geen afstand doen van de hond, omdat deze volgens haar inmiddels deel uitmaakt van haar gezin. Vanwege deze twee omstandigheden heeft de burgemeester besloten dat verzoekster en haar gezin dienen te verhuizen. Daarbij heeft de burgemeester het belang van de andere bewoners van de huidige opvanglocatie zwaarder laten wegen dan het belang van verzoekster zelf.
12. De voorzieningenrechter vindt dat de burgemeester tot deze beslissing heeft kunnen komen. Een goede verdeling van de beschikbare opvangplekken raakt de openbare orde en veiligheid van ontheemden uit Oekraïne. [2] Verder komt uit het dossier naar voren dat verzoekster meerdere keren te horen heeft gekregen dat zij geen hond mag houden. Verzoekster heeft vervolgens tegen de leefregels in toch een hond genomen en deze in haar kamer verborgen gehouden. Verzoekster heeft tijdens de zitting verklaard dat zij niet bereid is om afstand te doen van haar hond. Door deze handelwijze heeft zij een (ernstige) inbreuk gemaakt op de leefregels. [3] Ook wordt hierdoor een verkeerd signaal afgegeven aan de overige bewoners van de opvanglocatie, omdat de indruk kan worden gewekt dat men zich niet hoeft te houden aan de leefregels.
13. De voorzieningenrechter vindt verder dat de burgemeester voldoende rekening heeft gehouden met de belangen van verzoekster. De nieuwe locatie is optimaal geïsoleerd, zodat de geluidsoverlast van een baby en een hond beperkt is. Verzoekster mag de hond dan ook houden op de nieuwe locatie. Verder verkeert verzoekster op dit moment in een kwetsbare positie, omdat zij hoogzwanger is en straks de zorg heeft over een pasgeboren baby. Volgens de burgemeester is op de nieuwe locatie dag en nacht begeleiding aanwezig en is deze locatie ook beter bereikbaar voor hulpdiensten. Verzoekster heeft verklaard dat zij nu de beschikking heeft over een klein keukentje in haar kamer, met stromend water en die voorziening is niet op de nieuwe locatie aanwezig. Volgens de burgemeester is op de nieuwe locatie echter een centrale keuken beschikbaar, die bevindt zich op een halve minuut loopafstand van de beoogde kamer, en in de kamer is er een koelkast aanwezig. Verzoekster heeft verder aangevoerd dat op de nieuwe locatie geen ramen in de kamer zouden zitten. Op de door verzoekster ingediende foto’s is echter te zien dat er een deur met een raam in de woning aanwezig is, met daarnaast nog een raam. De burgemeester heeft ter zitting bevestigd dat die vaststelling klopt. Ook heeft verzoekster vanuit de kamer op de nieuwe locatie toegang tot een klein tuintje.

Conclusie en gevolgen

14. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Dat betekent dat de burgemeester niet gehouden is om verzoekster opvang te blijven verlenen op de huidige locatie. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Zoethout, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van E.C. Petrusma, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 28 juni 2024.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Zie de Regeling opvang ontheemden Oekraïne (Regeling).
2.Artikel 9 van de Regeling.
3.Artikel 7, eerste lid, aanhef en onder c, van de Regeling.