ECLI:NL:RBROT:2024:5918
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de schuldsaneringsregeling en afwijzing van de negatieve schone lei
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 7 juni 2024 uitspraak gedaan over de verlenging van de schuldsaneringsregeling van een schuldenares. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenares niet aan alle verplichtingen van de schuldsaneringsregeling heeft voldaan, met name door het ontstaan van bovenmatige nieuwe schulden. De bewindvoerder heeft op 18 maart 2024 verslag uitgebracht over de stand van zaken, en op 31 mei 2024 heeft de rechtbank de zaak behandeld. Tijdens de zitting zijn de bewindvoerder, de advocaat, de budgetcoach en de schuldenares zelf verschenen.
De rechtbank heeft geconstateerd dat de schuldenares nieuwe schulden heeft laten ontstaan, waaronder een schuld bij de Belastingdienst en bij de gemeente Rotterdam, die voortkwamen uit parkeerboetes. De advocaat van de schuldenares heeft betoogd dat deze nieuwe schulden gezien hun aard en geringe betekenis buiten beschouwing moeten blijven. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de nieuwe schulden, gezien de hoogte van het inkomen van de schuldenares, bovenmatig zijn en dat het ontstaan van deze schulden voorkomen had kunnen worden.
Desondanks heeft de rechtbank besloten om de termijn van de schuldsaneringsregeling met één jaar te verlengen, zodat de schuldenares de gelegenheid krijgt om de nieuwe schulden volledig af te betalen. Gedurende deze verlenging zal de schuldenares alleen de minimale boedelbijdrage verschuldigd zijn en is de inspanningsverplichting niet van toepassing. De rechtbank benadrukt dat de verplichting om geen nieuwe schulden te maken onverkort van kracht blijft. De uitspraak biedt de schuldenares de kans om haar financiële situatie te verbeteren en haar schuldenlast te verlichten.