ECLI:NL:RBROT:2024:5902
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Schorsing van het besluit tot oplegging van een rijvaardigheidsonderzoek door het CBR
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 27 juni 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. G.A.S. Maduro, heeft bezwaar gemaakt tegen een besluit van de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR), dat hem een rijvaardigheidsonderzoek heeft opgelegd. Dit besluit was gebaseerd op een mutatierapport van de politie, waarin werd gesteld dat verzoeker op 28 februari 2024 met een te hoge snelheid reed en geen richtingaanwijzer gebruikte. Verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij de kosten van het onderzoek niet kan betalen en zijn rijbewijs anders ongeldig zou worden verklaard.
De voorzieningenrechter heeft de zaak op 17 juni 2024 behandeld en vastgesteld dat er voldoende spoedeisend belang aanwezig is. Tijdens de beoordeling van de zaak kwam naar voren dat het mutatierapport onvoldoende grond biedt voor de conclusie dat verzoeker zich schuldig heeft gemaakt aan de hem verweten gedragingen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de onduidelijkheden in het rapport niet toelaten om vast te stellen dat verzoeker zijn snelheid niet heeft aangepast aan andere weggebruikers. Hierdoor heeft verzoeker een redelijke kans van slagen in zijn beroep.
De voorzieningenrechter heeft daarom het bestreden besluit en het primaire besluit geschorst tot twee weken na de uitspraak in het beroep. Tevens is bepaald dat verweerder het door verzoeker betaalde griffierecht van € 187,- dient te vergoeden en dat verweerder in de proceskosten van verzoeker wordt veroordeeld tot een bedrag van € 1.750,-. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.