In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 28 juni 2024 uitspraak gedaan in het geschil tussen eiseres, een restaurant, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam. Eiseres had op 16 januari 2023 een aanvraag ingediend voor een parkeervergunning bedrijven, welke aanvraag op dezelfde dag werd afgewezen. Het college handhaafde deze afwijzing in het bestreden besluit van 22 mei 2023. Eiseres stelde dat de afwijzing onvoldoende was gemotiveerd en dat de Dienstenrichtlijn van toepassing was op haar situatie, aangezien zij een schaars recht op parkeervergunningen claimde. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, oordelend dat de Dienstenrichtlijn niet van toepassing was op de afwijzing van de parkeervergunning. De rechtbank concludeerde dat de afwijzing van de aanvraag op basis van de geldende verordening en het uitvoeringsbesluit rechtmatig was. Tevens werd vastgesteld dat er geen bijzondere of schrijnende situatie was die toepassing van de hardheidsclausule rechtvaardigde. De rechtbank heeft het college opgedragen om het betaalde griffierecht te vergoeden en de proceskosten van eiseres te vergoeden, maar het beroep zelf werd ongegrond verklaard.