ECLI:NL:RBROT:2024:589

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 januari 2024
Publicatiedatum
1 februari 2024
Zaaknummer
10/187784-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor seks met minderjarigen, vervaardigen en verspreiden van kinderporno, grooming en bezit van harddrugs

Op 31 januari 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van meerdere zedenmisdrijven, het vervaardigen, verspreiden en in bezit hebben van kinderporno, grooming van een 11-jarig meisje, en het bezit van harddrugs. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, geboren in 1989, zich schuldig heeft gemaakt aan het hebben van seks met een 14-jarig meisje, het vervaardigen en verspreiden van kinderpornografisch materiaal, en het plegen van ontuchtige handelingen met een 11-jarig meisje. De verdachte heeft ook harddrugs in zijn bezit gehad, waaronder MDMA en cocaïne. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast is er een contactverbod opgelegd met de slachtoffers en zijn er bijzondere voorwaarden verbonden aan de voorwaardelijke straf. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn gedeeltelijk toegewezen, waarbij de rechtbank een schadevergoeding van €2.500,- aan beide slachtoffers heeft toegewezen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de feiten ernstige inbreuken op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers vormen en dat de verdachte zich niet heeft gehouden aan de bescherming die minderjarigen nodig hebben.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/187784-23
Datum zitting: 17 januari 2024
Datum uitspraak: 31 januari 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[verdachte01] ,

geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1989, ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres: [adres01] , [postcode01] te [woonplaats01] ,
raadsman H. van Asselt, advocaat te Roosendaal.
Officier van justitie: W.B.J. ten Have.
Slachtoffers: [slachtoffer01] en [slachtoffer02] .

Beschuldiging

De verdachte wordt beschuldigd van een aantal zedenmisdrijven, een opiumwetmisdrijf en een vals geld misdrijf. De volledige (gewijzigde) tenlastelegging houdt in dat de verdachte:
1.
in of omstreeks de periode van 14 juni 2023 tot en met 28 juli 2023 te Oud-Beijerland en/of Rotterdam en/of Den Haag en/of elders in Nederland, meerdere malen, althans eenmaal, met [slachtoffer01] , geboren op [geboortedatum02] 2009, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer01] , hebbende verdachte, zijn penis in de vagina en/of de mond en/of de anus van die [slachtoffer01] gebracht en/of geduwd en/of bewogen.
2.
in of omstreeks de periode van 14 juni 2023 tot en met 28 juli 2023 te Oud-Beijerland en/of Rotterdam en/of Den Haag, in elk geval elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal, telkens een hoeveelheid afbeeldingen, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verspreid (door het via een of meer chat-berichten te verzenden aan [slachtoffer01] ), vervaardigd en/of in bezit gehad welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
  • het met de/een penis, althans een lichaamsdeel, en/of een voorwerp oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van [slachtoffer01] (geboren op [geboortedatum02] 2009) en/of een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, en/of
  • het met de/een penis, althans een lichaamsdeel, en/of een voorwerp oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
  • het met de/een lichaamsdeel en/of voorwerp betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
  • het met de/een lichaamsdeel en/of voorwerp betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
  • het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling en/of
  • het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of
  • het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling.
3.
op of omstreeks 27 juli 2023 te ’s-Gravenhage opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 18 gram MDMA en/of 12 gram cocaïne en/of 3,7 gram 2C-B en/of 2,8 gram amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA en/of cocaïne en/of 2C-B en/of amfetamine, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
4.
op of omstreeks 27 juli 2023 te ’s-Gravenhage opzettelijk een of meer bankbiljetten van 50 euro (totaal 300 euro) dat/die hij, verdachte, zelf heeft nagemaakt en/of vervalst en/of waarvan de valsheid en/of vervalsing hem, toen hij deze ontving bekend was met het oogmerk om deze als echt en onvervalst uit te geven en/of te doen uitgeven, in voorraad heeft gehad.
5.
op of omstreeks de periode van 26 april 2023 tot en met 13 juli 2023 te ’s Gravenhage en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst aan een persoon, te weten [slachtoffer02] , geboren op19 januari 2012, die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt een ontmoeting heeft voorgesteld met het oogmerk ontuchtige handelingen, met een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, te plegen en/of een afbeelding van een seksuele gedraging te vervaardigen, waarbij een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt was betrokken, terwijl hij verdachte, enige handeling heeft ondernomen tot het verwezenlijken van die ontmoeting, door
  • meermalen via WhatsApp en/of Snapchat contact te leggen met die [slachtoffer02] en/of
  • die [slachtoffer02] duidelijk heeft gemaakt haar graag te willen ontmoeten en/of die [slachtoffer02] voor te stellen seksuele handelingen met hem, verdachte, te plegen en/of
  • die [slachtoffer02] meermaals althans eenmaal, een specifieke datum en/of tijdstip en/of plaats voor te stellen om af te spreken (chatregel 372 tot en met 436 en chatregel 871, 873, 891, 904,918 tot en met 956).
6.
op of omstreeks 27 april 2023 en/of op of omstreeks 30 april 2023 te ’s Gravenhage en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland [slachtoffer02] , geboren op [geboortedatum03] 2012, die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het brengen van haar vinger(s) in haar vagina (chatregel 516-559 en 1826-1876), althans het betasten van haar vagina, althans schaamstreek.
7.
op of omstreeks de periode van 26 april 2023 tot en met 13 juli 2023 te ’s Gravenhage en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten dreigen een of meerdere foto’s openbaar te maken en/of naar haar woning te komen en/of te rijden (chatregel 1971-2069 en chatregel 4048-4058) [slachtoffer02] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten
  • haar, slachtoffers, vinger(s) in haar vagina te brengen (chatregel 4600, 4732-4755), althans haar vagina, althans schaamstreek te betasten en/of
  • een foto en/of filmpje van haar vagina en/of naakte lichaam te maken en naar hem, verdachte, te sturen (chatregel 2809, 2846, 2892, 2934, 4416).
subsidiair
op of omstreeks de periode van 26 april 2023 tot en met 13 juli 2023 te ’s Gravenhage en/of Rotterdam, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten
[slachtoffer02] te dwingen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het brengen van een vinger in haar vagina, althans het betasten van haar vagina, althans schaamstreek,heeft gedreigd een of meerdere foto’s openbaar te maken en/of naar haar woning te komen en/of te rijden (chatregel 1971-2069 en chatregel 4048-4058) terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

Bewijs

Vordering officier van justitie
De officier van justitie vindt dat alle ten laste gelegde feiten bewezen kunnen worden, met uitzondering van feit 4.
Oordeel rechtbank
Bewezenverklaring
Bewezen is dat de verdachte:
1.
in de periode van 14 juni 2023 tot en met 28 juli 2023 in Nederland, meerdere malen, met [slachtoffer01] , geboren op [geboortedatum02] 2009, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer01] , hebbende verdachte, zijn penis in de vagina en de mond van die [slachtoffer01] gebracht en geduwd en bewogen.
2.
in of omstreeks de periode van 14 juni 2023 tot en met 28 juli 2023 in Nederland, een hoeveelheid afbeeldingen, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verspreid, vervaardigd en in bezit gehad welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
  • het met de penis vaginaal penetreren van het lichaam van [slachtoffer01] (geboren op [geboortedatum02] 2009) en/of een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, en
  • het met de/een penis, althans een lichaamsdeel, en/of een voorwerp oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
  • het met de/een lichaamsdeel en/of voorwerp betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
  • het met de/een lichaamsdeel en/of voorwerp betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
  • het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling en
  • het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
  • het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling.
3.
op 27 juli 2023 te ’s-Gravenhage opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 18 gram MDMA en 12 gram cocaïne en 3,7 gram 2C-B en 2,8 gram amfetamine, middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
5.
in de periode van 26 april 2023 tot en met 13 juli 2023 te ’s Gravenhage en Rotterdam, door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst aan een persoon, te weten [slachtoffer02] , geboren op [geboortedatum03] 2012, die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt een ontmoeting heeft voorgesteld met het oogmerk ontuchtige handelingen, met een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, te plegen of een afbeelding van een seksuele gedraging te vervaardigen, waarbij een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt was betrokken, terwijl hij verdachte, enige handeling heeft ondernomen tot het verwezenlijken van die ontmoeting, door
  • meermalen via WhatsApp en/of Snapchat contact te leggen met die [slachtoffer02] en
  • die [slachtoffer02] duidelijk heeft gemaakt haar graag te willen ontmoeten en die [slachtoffer02] voor te stellen seksuele handelingen met hem, verdachte, te plegen en
  • die [slachtoffer02] meermaals een specifieke datum en tijdstip en plaats voor te stellen om af te spreken.
6.
op 27 april 2023 en op 30 april 2023 te ’s Gravenhage en/of Rotterdam,
[slachtoffer02] , geboren op [geboortedatum03] 2012, die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het betasten van haar vagina.
7 primair
op of omstreeks de periode van 26 april 2023 tot en met 13 juli 2023 te ’s Gravenhage en/of Rotterdam, door bedreiging met een andere feitelijkheid, te weten dreigen foto’s openbaar te maken en naar haar woning te komen en te rijden [slachtoffer02] heeft gedwongen tot het plegen van ontuchtige handelingen, te weten
  • haar, slachtoffers, vagina te betasten en
  • een foto en/of filmpje van haar vagina en naakte lichaam te maken en naar hem, verdachte, te sturen.
Bewijsmotivering
De bewezenverklaring steunt op de inhoud van de hieronder opgenomen bewijsmiddelen.
Vrijspraak
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder 4 ten laste gelegde (in voorraad hebben van vals geld met het oogmerk om als echt en onvervalst uit te geven) niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering wordt vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Ten aanzien van de feiten 1, 2, 3, 6 en 7 primair
1. De bekennende verklaring van de verdachte op de terechtzitting van 17 januari 2024;
2. Het proces-verbaal van politie nummer [proces-verbaalnummer01] (pagina’s 21 t/m 30 van de doorgenummerde bijlagen van zaaksdossier Zaak Zuid [naam01] ), inhoudende de verklaring van aangeefster [aangeefster01] ;
3. Het proces-verbaal van politie nummer [proces-verbaalnummer02] .G (pagina’s 14 t/m 24 van de doorgenummerde bijlagen van proces-verbaal 2e aanvulling na voorgeleiding [naam02] ), inhoudende de verklaring van getuige [slachtoffer01] ;
4. Het proces-verbaal van politie nummer [proces-verbaalnummer03] .AMB (pagina’s 1 t/m 13 van de doorgenummerde bijlagen van proces-verbaal 2e aanvulling na voorgeleiding [naam02] ), inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant01] ;
5. Het proces-verbaal van politie nummer [proces-verbaalnummer04] .AMB (pagina’s 59 t/m 161 van de doorgenummerde bijlagen van proces-verbaal 2e aanvulling na voorgeleiding [naam02] ), inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant02] ;
6. Het proces-verbaal van politie nummer [proces-verbaalnummer05] .OIG (pagina’s 26 t/m 30 van de doorgenummerde bijlagen van proces-verbaal 2e aanvulling na voorgeleiding [naam02] ), inhoudende het relaas van de verbalisanten [verbalisant03] en [verbalisant04] of één van hen;
7. Een deskundigenverslag van het Nederlands Forensisch Instituut van 11 september 2023, nummer [nummer01] (aanvraag 001 t/m 005), opgemaakt door ing. M. Visser – Van Leeuwen (pagina’s 31 t/m 35 van de doorgenummerde bijlagen van proces-verbaal 2e aanvulling na voorgeleiding [naam02] ).
Ten aanzien van feit 5
1. Onderzoek politie [1]
Meisje = [slachtoffer02]
Verhoorder: Want waar kom jij over praten?
Meisje: Nou, over dat ik met een man zat te praten. En dat hij deed als een jongen die ook mijn leeftijd was. Maar was een oudere man. Ik zat geloof ik vier maanden met die man te praten.
Verhoorder: [naam03] die is van het onderzoek hè, die doet het onderzoek. En die heeft de chat gelezen. En die zegt van dat jullie hadden afgesproken met mekaar. Klopt dat?
Meisje: Ik geloof...ik denk wel van dat ik nog kan eh... wat ik denk dat het waar is dat we gingen afspreken. Eh... nou, ik ben niet, ik ben het wel vergeten van dat we gingen afspreken.
Verhoorder: Want waar hadden jullie afgesproken?
Meisje: Ik geloof ergens in Rotterdam.
Verhoorder: En had je dan bij je huis afgesproken of ergens anders?
Meisje: Ergens bij een pleintje bij mij ergens bij school.
Meisje: Ik was bang. Ja, ik vond...ik dacht van dat hij wilde ontmoeten. Ik vond het een beetje spannend dat ik iemand ontmoet van de internet.
Verhoorder: Oké. En hoe kwam hij dan naar Rotterdam toe?
Meisje: Met een auto. Maar ik was bang om naar hem te komen, want hij stond ergens. Ik geloof dat hij ergens stond. Met een auto.
2. Onderzoek politie [2]
Uit onderzoek naar de chat tussen [verdachte01] (Owner) en [slachtoffer02] (11ja) is gebleken dat zij via Whatsapp contact met elkaar hebben gehad in de periode tussen 26 april 2023 en 13 juli 2023. In die periode zijn er bij aanvang zo het lijkt over en weer seksueel getinte gesprekken gevoerd, seksueel getinte(naakt) foto's en video's gedeeld. [verdachte01] "leert" [slachtoffer02] wat te doen bij zichzelf (zelfbevrediging vaginaal) en verzoekt hiervan opnames te maken en die aan hem te versturen. Op 29 april 2023 wordt er tussen beiden een afspraak gemaakt om seks met elkaar te hebben in Rotterdam.
De genoemde chat is als bijlage bij dit proces-verbaal bijgevoegd.
GEEL: [accountnaam01] 11JA
BLAUW: [accountnaam03] ONDERHOUDSBEDRIJF
[AFBEELDING VAN DE CHAT TUSSEN VERDACHTE EN SLACHTOFFER MET HIERIN INFO VAN DE VERDACHTE EN SLACHTOFFER]
3. Onderzoek politie [3]
Uit onderzoek was gebleken dat op dit adres een 11 jarig meisje woonachtig zou zijn, genaamd [slachtoffer02] , die gebruik maakte van het Snapchat account [accountnaam02] gekoppeld aan het emailadres [emailadres01] . Wij stelden vast dat wij zojuist kort met [slachtoffer02] , geboren op [geboortedatum03] 2012 te [geboorteplaats02] hadden gesproken en [slachtoffer02] de gebruiker is van het Snapchat account [accountnaam02] en het Whatsapp account [accountnaam01] .

Verboden gedragingen en strafbaarheid

Kwalificaties
De bewezen feiten leveren op:

1.

met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.

2.

een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, vervaardigen en in bezit hebben.

3.

opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.

5.

door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst aan een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt een ontmoeting voorstellen met het oogmerk ontuchtige handelingen met die persoon te plegen of een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij die persoon is betrokken, te vervaardigen, terwijl hij enige handeling onderneemt gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting.

6.

met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen.

7 primair
feitelijke aanranding van de eerbaarheid.
Strafbaarheid feiten en verdachte
De feiten en de verdachte zijn strafbaar.

Straf

Vordering officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte voor de bewezenverklaarde feiten wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar, en de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering, met dadelijke uitvoerbaarheid van deze voorwaarden. Verder heeft de officier van justitie oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht gevorderd, inhoudende een contactverbod met de slachtoffers [slachtoffer01] en [slachtoffer02] , voor de duur van 2 jaar met 2 weken hechtenis per overtreding tot een maximum van 6 maanden.
Oordeel rechtbank
Ernst feiten
De bewezenverklaarde feiten zijn ernstige feiten. De verdachte, die ten tijde van de feiten 34 jaar oud was, heeft zich schuldig gemaakt aan het hebben van seks met een 14-jarig meisje, het vervaardigen, verspreiden en bezit van kinderpornografisch materiaal, grooming van een 11-jarig meisje en het door haar laten verrichten van ontuchtige handelingen. De verdachte wist dat de slachtoffers minderjarig waren. Dat heeft hem er echter niet van weerhouden de strafbare feiten te plegen.
Minderjarigen worden in het algemeen onvoldoende in staat geacht hun seksuele integriteit te bewaken, reden waarom zij beschermd (moeten) worden tegen zichzelf en tegen anderen die misbruik van hen willen maken. De verdachte heeft door zijn handelen een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers. De verdachte heeft zijn lustgevoelens vooropgesteld en heeft geen oog gehad voor de mogelijk nadelige gevolgen voor de psychische gesteldheid en seksuele ontwikkeling van zijn slachtoffers. Dat de feiten nadelige gevolgen hebben voor de slachtoffers blijkt uit dat wat namens hen tijdens de zitting naar voren is gebracht. Dit rekent de rechtbank de verdachte aan.
Tot slot heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het aanwezig hebben van harddrugs. Het gebruik van drugs is schadelijk voor de gezondheid van de gebruikers.
Persoonlijke omstandigheden
De rechtbank heeft gekeken naar een uittreksel uit de justitiële documentatie van 8 december 2023, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld.
Klinisch psycholoog [psycholoog01] heeft een psychologisch onderzoek ingesteld naar de persoon van de verdachte en de uitkomst hiervan opgenomen in een rapport van 16 oktober 2023. Dit rapport houdt – onder meer – het volgende in:
Bij de verdachte is een psychische stoornis vastgesteld in de vorm van een langer durende afhankelijkheid van cocaïne en – naar zijn zeggen – alcohol. Er zijn geen aanwijzingen gevonden voor de aanwezigheid van een persoonlijkheidsstoornis, een ontwikkelingsstoornis of stemmingsproblematiek. Verdachte ontkent een parafiele of pedofiele interesse te hebben. Voor zover op basis van de beschikbare informatie kan worden nagegaan was deze stoornis in het gebruik van cocaïne en alcohol aanwezig ten tijde van het plegen van de ten laste gelegde feiten. Het heeft de gedragskeuzes en gedragingen van de verdachte niet beïnvloed. De verdachte had voldoende keuzevrijheid om een andere keuze te maken.
De reclassering heeft op 26 oktober 2023 een rapport over de verdachte opgemaakt.
Dit rapport houdt – onder meer – het volgende in.
Gezien de vastgestelde problematiek (psychische stoornis in de vorm van een langer durende afhankelijkheid van cocaïne en alcohol) is de reclassering van mening dat de gebrekkige copingsvaardigheden en het gebruik van middelen de voornaamste risicofactoren zijn.
Uit de afgenomen risicotaxaties komt een matig tot lage kans op een zedendelict. De reclassering vindt een plan van aanpak om de kans op recidive te verminderen geïndiceerd en adviseert om aan de verdachte een deels voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden reclasseringstoezicht, meldplicht, ambulante behandeling, contactverbod met de slachtoffers, locatieverbod en locatiegebod (met elektronische monitoring), meewerken aan middelencontrole, vermijden van contact met minderjarigen, vermijden van kinderporno en het geven van inzicht in partnerrelatie, met daarbij de dadelijke uitvoerbaarheid van deze voorwaarden.
Passende straf
Gelet op de ernst van de feiten acht de rechtbank oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd.
Nu de reclassering begeleiding en bijzondere voorwaarden noodzakelijk acht om de kans op herhaling te verkleinen, zal de rechtbank een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er ook toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen, zullen de bijzondere voorwaarden, dadelijk uitvoerbaar worden verklaard.
Ter beveiliging van de maatschappij en ter voorkoming van strafbare feiten wordt aan de verdachte de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van twee jaar opgelegd, inhoudende een contactverbod met de slachtoffers [slachtoffer01] (geboren op [geboortedatum02] 2009) en [slachtoffer02] ( [geboortedatum03] 2012).
Nu er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen of zich belastend zal gedragen jegens de slachtoffers, wordt bevolen dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
Conclusie
De rechtbank acht een gevangenisstraf voor de duur 24 maanden met aftrek van het voorarrest, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, passend.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Wettelijke voorschriften
Bij de strafoplegging is gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 240b, 245, 246, 247 en 248e van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet.

Vorderingen van de benadeelde partijen

Vorderingen
De benadeelde partij [slachtoffer01]
Door mr. P.R. Hogerbrugge is namens de benadeelde partij ter zake van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten een vordering ingediend.
De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 6.000,- aan immateriële schade.
Ook is verzocht om over het gevorderde bedrag de wettelijke rente toe te wijzen en de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De benadeelde partij [slachtoffer02]
Door mr. N. Stolk is namens de benadeelde partij ter zake van de onder 5, 6 en 7 ten laste gelegde feiten een vordering ingediend.
De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 2.500,- aan immateriële schade.
Ook is verzocht om over het gevorderde bedrag de wettelijke rente toe te wijzen en de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen dienen te worden gematigd. Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer01] merkt de verdediging op dat geen sprake was van ongewenste seks of intimidatie. Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer02] merkt de verdediging op dat het erop lijkt dat de feiten vooralsnog geen grote impact hebben gehad op het slachtoffer.
Beoordeling
De benadeelde partij [slachtoffer01]
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door de bewezen verklaarde strafbare feiten rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. Die schade zal naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 2.500,-, zodat de vordering tot dit bedrag wordt toegewezen. De rechtbank komt tot deze matiging omdat de jurisprudentie waarnaar wordt verwezen in de vordering niet vergelijkbaar is met deze zaak. De benadeelde partij wordt voor het overige niet-ontvankelijk verklaard. Dit deel van de vordering kan bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
De benadeelde partij [slachtoffer02]
Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door de bewezen verklaarde strafbare feiten rechtstreeks immateriële schade is toegebracht en de gevorderde schadevergoeding de rechtbank ook overigens niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, wordt de vordering toegewezen. De rechtbank ziet geen aanleiding om te komen tot een matiging.
Wettelijke rente
De benadeelde partijen hebben gevorderd de te vergoeden bedragen te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat de te vergoeden schadebedragen vermeerderd worden met wettelijke rente.
Omdat de vorderingen van de benadeelde partijen (in overwegende mate) worden toegewezen, wordt de verdachte veroordeeld in de kosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Conclusies
De verdachte dient de navolgende bedragen te betalen:
  • aan [slachtoffer01] : € 2.500,-, te vermeerderen met de wettelijke rente als hieronder in de beslissing vermeld;
  • aan [slachtoffer02] : € 2.500,-, te vermeerderen met de wettelijke rente als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

Beslissingen

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 4 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1, 2, 3, 5, 6 en 7 primair ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden;
bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte, groot
10 (tien) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
1. de veroordeelde zal zich binnen vijf dagen na zijn vrijlating melden bij Reclassering Fivoor op het adres [adres02] , [postcode02] [plaats01] . De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
2. de veroordeelde zal zich laten behandelen door Fivoor of een soortgelijke zorgverlener en indien de reclassering het nodig vindt aanvullend door de forensische polikliniek de Waag, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
3. de veroordeelde zal zich niet bevinden in de gemeente Hoeksche Waard. De veroordeelde werkt mee aan de elektronische monitoring op dit locatieverbod.
De veroordeelde gaat niet naar het buitenland zonder toestemming van de reclassering, omdat het voor de elektronische monitoring nodig is dat de veroordeelde in Nederland blijft. Het Openbaar Ministerie kan op verzoek van de reclassering dit locatieverbod (deels) laten vervallen;
4. de veroordeelde zal op vooraf vastgestelde tijdstippen aanwezig zijn op het verblijfadres. De reclassering stelt de precieze tijdstippen vast, in overleg met de veroordeelde en mede afhankelijk van de dagbesteding. Bij de start hoeft de veroordeelde op doordeweekse dagen met dagbesteding een aaneengesloten blok van 14 uur niet op het verblijfadres te zijn. Op dagen zonder opleiding, (vrijwilligers)werk of behandeling is dat 2 uur. In de weekenden heeft de veroordeelde een aaneengesloten blok van 8 uur per dag vrij te besteden. De veroordeelde werkt mee aan elektronische monitoring op dit locatiegebod. Het huidige verblijfadres is [adres03] , [postcode03] te [plaats02] . Een ander adres voor het locatiegebod is alleen mogelijk als de reclassering daarvoor toestemming geeft. De veroordeelde gaat niet naar het buitenland zonder toestemming van de reclassering, omdat het voor de elektronische monitoring nodig is dat de veroordeelde in Nederland blijft. Het Openbaar Ministerie kan op verzoek van de reclassering het locatiegebod laten vervallen;
5. de veroordeelde zal meewerken aan controle van het gebruik van cocaïne en alcohol om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;
6. de veroordeelde zal op geen enkele wijze contact zoeken met minderjarigen. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt de veroordeelde dat de verantwoordelijke volwassene die zorgt voor de minderjarige hierbij aanwezig is;
7. de veroordeelde zal zich op welke wijze dan ook onthouden van:
a) het op digitale wijze met een seksuele intentie communiceren met minderjarigen;
b) gedragingen die zijn gericht op deelname aan internetomgevingen waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
c) gedragingen die zijn gericht op deelname aan internetomgevingen waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;
d) het aanwezig hebben of gebruiken van wisprogramma’s op zijn digitale apparatuur
8. de veroordeelde zal inzicht geven in zijn partnerrelatie en verschaft de reclassering gegevens om met de betreffende partner contact op te nemen;
de veroordeelde dient aan de controles op de naleving van voorwaarde 7 mee te werken tijdens een huisbezoek;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
het toezicht op de onder 7 vermelde voorwaarde kan onder andere bestaan uit controles van geautomatiseerde werken en digitale gegevensdragers in gebruik bij de veroordeelde. Deze controles vinden op de volgende wijze plaats:
  • de controle van de onder 7 gestelde voorwaarde mag slechts op zodanige wijze worden uitgevoerd dat niet door een persoon kennis wordt genomen van de inhoud van digitale bestanden (geautomatiseerde controle is derhalve wel toegestaan);
  • een specialist (niet zijnde een opsporingsambtenaar) mag de reclassering technische ondersteuning bieden ten behoeve van de controles;
  • de controles mogen gedurende de proeftijd van 2 jaren maximaal 3 keer per jaar worden uitgevoerd;
beveelt dat de genoemde bijzondere voorwaarden en het aan genoemde reclasseringsinstelling opgedragen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
legt de veroordeelde op de
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de
duur van 2 (twee) jaren,inhoudende dat de veroordeelde wordt bevolen zich te onthouden van direct of indirect contact met [slachtoffer01] , geboren op [geboortedatum02] 2009, en [slachtoffer02] , geboren op [geboortedatum03] 2012, gedurende 2 (twee) jaar na heden;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde niet aan de maatregel voldoet, vervangende hechtenis zal worden toegepast;
bepaalt dat voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan vervangende hechtenis wordt toegepast voor de duur van
2 (twee) weken, met een totale duur van ten hoogste 6 (zes) maanden;
beveelt dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan
de benadeelde partij [slachtoffer01] ,te betalen een bedrag van
€ 2.500,- (zegge: tweeduizend vijfhonderd euro),aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 14 juni 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van
[slachtoffer01]te betalen
€ 2.500,-(hoofdsom,
zegge: tweeduizend vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 juni 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 2.500,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
35 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd.
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan
de benadeelde partij [slachtoffer02] ,te betalen een bedrag van
€ 2.500,-(zegge:
tweeduizend vijfhonderd euro), aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 26 april 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van
[slachtoffer02]te betalen
€ 2.500,- (hoofdsom,
zegge: tweeduizend vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 april 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
€ 2.500,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
35 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door
mr. C. Sikkel, voorzitter,
en mrs. J.H. Janssen en H. Wielhouwer, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K. Dere, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 31 januari 2024.
De griffier is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.

Voetnoten

1.Proces-verbaal van politie (uitwerking studioverhoor) nummer [proces-verbaalnummer06] .AMB (pagina’s 8 t/m 18 van de doorgenummerde bijlagen van proces-verbaal 3e aanvulling na voorgeleiding [naam02] ).
2.Proces-verbaal van politie nummer [proces-verbaalnummer04] .AMB (pagina’s 59 t/m 161 van de doorgenummerde bijlagen van proces-verbaal 2e aanvulling na voorgeleiding [naam02] ).
3.Proces-verbaal van politie nummer [proces-verbaalnummer07] .AMB (pagina’s 53 en 54 van de doorgenummerde bijlagen van proces-verbaal 2e aanvulling na voorgeleiding [naam02] .